door Jeroen Veldhuis | 28 feb 2017 | Verbintenissenrecht
Wat is verrekening?
Verrekening is de bevoegdheid om de ene vordering tegen de andere vordering weg te strepen voor het bedrag van de laagste vordering. Maar dit kan niet altijd. Slechts als de volgende voorwaarden is voldaan, kan er verrekend worden.
Voorwaarden
De wet stelt de volgende vier voorwaarden aan verrekening:
- partijen hebben over en weer vorderingen op elkaar en zij zijn jegens elkaar dus zowel schuldeiser als debiteur (wederkerig schuldenaarschap);
- de prestatie beantwoordt aan de schuld. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als beide partijen een geldvordering op elkaar hebben;
- de debiteur is bevoegd tot betaling van zijn schuld. Niet vereist is dat de schuld ook opeisbaar is. Een voorbeeld: ligt er ten laste van de schuldeiser beslag op de vordering, dan is de debiteur niet bevoegd tot betaling;
- De debiteur kan nakoming van zijn vordering afdwingen. Is de vordering niet opeisbaar, dan is zij ook niet afdwingbaar. Andere voorbeelden waarbij de vordering niet opeisbaar is, zijn als de schuldeiser zich terecht op een opschortingsrecht beroept en als de verbintenis voorwaardelijk is. Een verbintenis is bijvoorbeeld voorwaardelijk als Jan en Kees afspreken dat Jan de auto van Kees zal kopen voor € 7.000 als Kees dit jaar een baan krijgt in zijn woonplaats. De totstandkoming van de verbintenis is dus afhankelijk is van een toekomstige en onzekere gebeurtenis.
Aanvullend recht
De wettelijke regeling is van aanvullend recht. Dit betekent dat partijen andere voorwaarden voor verrekening kunnen afspreken of de mogelijkheid tot verrekening kunnen uitsluiten.
Hoe te verrekenen?
Als aan de voorwaarden voor verrekening is voldaan, wordt er verrekend doordat één van de contractspartijen aan de ander verklaart dat hij verrekent.
Gevolgen
Door verrekening gaan beide verbintenissen tot hun gezamenlijk beloop teniet, aldus artikel 6:127 lid 1 BW. Een voorbeeld:
Afgelopen weekend leende Jan aan Kees € 100, terwijl Kees vorige week de kosten van een voetbalkaartje van € 40 heeft voorgeschoten voor Jan. Jan en Kees hebben dus over en weer een vordering op elkaar. Als Kees aan Jan bericht dat hij zich beroept op verrekening, dan vallen beide vorderingen voor hun gezamenlijke beloop (€ 40) tegen elkaar weg. Dit betekent dat Jan nog een vordering van € 60 heeft op Kees en dat de vordering van Kees op Jan (de laagste vordering) is voldaan.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 5 jun 2013 | Deurwaarder, Incasso, Tuchtrecht
Veel ondernemers geven hun vorderingen uit handen aan deurwaarderskantoren en ook veel gemachtigden en advocaten schakelen deurwaarders in om het executietraject te verzorgen.
Voor deurwaarders gelden enkele aparte regels. In dit blog zullen de regels ten aanzien van het beheren van geïncasseerde gelden, verrekenen en opschorten aan bod komen.
Derdengeldenrekening
Als de deurwaarder voor zijn opdrachtgever gelden incasseert, dan moeten deze op worden gestort op de derdengeldenrekening van de deurwaarder. De derdengeldenrekening is een speciale bankrekening die bedoeld is om bedragen die de deurwaarder voor zijn opdrachtgever ontvangt, op te storten.
De reden dat hiervoor een aparte bankrekening voor wordt gebruikt, is dat het vermogen van de deurwaarder en de opdrachtgevers van de deurwaarder gescheiden blijven. Op die manier worden de opdrachtgevers beschermd tegen bijvoorbeeld een faillissement van de deurwaarder.
Verrekenen?
Om bedragen te incasseren voor zijn klanten zal de deurwaarder kosten moeten maken. Hierbij kan gedacht worden aan de kosten van het betekenen van een vonnis, beslagkosten en de afgesproken succes fee die de deurwaarder toekomt over het geïncasseerde bedrag.
Als twee partijen over en weer vorderingen op elkaar hebben, dan kunnen ze die onder bepaalde voorwaarden verrekenen. Het gevolg hiervan is dat beide vorderingen worden verminderd met het bedrag van de laagste vordering. In beginsel mag de deurwaarder ook verrekenen, maar niet in alle gevallen.
De deurwaarder mag opbrengsten en kosten in hetzelfde dossier altijd verrekenen. Ook mag de deurwaarder de opbrengsten uit het ene dossier verrekenen met de kosten in een ander dossier van dezelfde opdrachtgever.[1] Als een deurwaarder gaat verrekenen dan dient hij dit aan zijn opdrachtgever mee te delen.[2]
Verrekening mag niet in geval opdrachtgever, bijvoorbeeld een advocaat, meerdere zaken voor meerdere van zijn cliënten bij de deurwaarder heeft ondergebracht. In mijn ervaring gaat dit over het algemeen goed. Maar het is wel eens voorgekomen dat ik voor meerdere cliënten dezelfde deurwaarder had ingeschakeld en dat deze deurwaarder geïncasseerde bedragen uit het dossier van cliënt A ten onrechte verrekende met kosten uit een ander dossier van cliënt B.
Opschorting
Als een deurwaarder niet mag verrekenen, dan mag hij ook niet opschorten. Dit heeft de kamer voor Gerechtsdeurwaarders geoordeeld in haar uitspraak van 20 juli 2010.[3]
Klachtwaardig
Als een deurwaarder ten onrechte verrekent of de afdracht van gelden opschort, dan handelt de deurwaarder klachtwaardig en kan je een klacht indienen bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders (onderdeel van de rechtbank Amsterdam).
[1] Hof Amsterdam, 30 juni 2009, LJN: BJ 1695.
[2] Hof Amsterdam, 12 juli 2011, LJN: BR1601.
[3] Kamer voor Gerechtsdeurwaarders 20 juli 2010, LJN: YB0441.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 6 jul 2012 | Beslagrecht, Executierecht, Incasso, Verbintenissenrecht
Inleiding
In mijn blogs van 20 oktober 2011 en 10 november 2011 ging ik in op het fenomeen derdenbeslag en wat je als derdebeslagene wel en niet mag doen.
In dit blog concentreer ik me op de vraag: Mag je verrekenen als er derdenbeslag onder je is gelegd?
Casus
Stel, je hebt een vordering op Janssen B.V. van € 50.000 en een schuld aan Janssen B.V. van € 75.000. Vervolgens wordt er derdenbeslag onder je gelegd voor een vordering van € 200.000 die meneer Van Ieperen heeft op Janssen B.V. Dit betekent dat je je schuld niet meer aan Janssen B.V. mag betalen en dat Janssen B.V. zijn vordering op jou niet meer mag opeisen.
Ben je verplicht om de vordering die Janssen B.V. op jou heeft aan Van Ieperen te voldoen of mag je jouw vordering op Janssen B.V. verrekenen met de vordering van Janssen op jou?
Antwoord
Je mag verrekenen, maar alleen als aan minimaal één van de volgende twee voorwaarden is voldaan:
- jouw vordering moet uit dezelfde rechtsverhouding voortvloeien als de beslagen vordering, of
- jouw vordering was opeisbaar vóórdat het beslag is gelegd.
Voldoe je aan één (of beide) vereisten en beroep je je op verrekening, dan betekent dat dat jouw vordering is voldaan en dat je schuld aan Janssen B.V. met € 50.000 is verminderd. Je hebt dus nog een restschuld van € 25.000. Deze € 25.000 moet je afdragen aan de deurwaarder die namens meneer Van Ieperen beslag heeft gelegd.
Voldoe je niet aan één van de twee vereisten, dan moet je € 75.000 afdragen aan de beslagleggend deurwaarder. Vervolgens moet je maar zien of je jouw vordering van € 50.000 op Janssen B.V. kan incasseren.
Conclusie
Wordt er derdenbeslag onder je gelegd, ga dan na of je een tegenvordering hebt en of je een beroep op verrekening kan doen.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 13 apr 2012 | Incasso, Procesrecht, Verbintenissenrecht
Het gebeurt geregeld dat de wederpartij zich in een procedure beroept op verrekening bij wijze van verweer. Worden twee vorderingen verrekend, dan vallen dan beide vorderingen tegen hun gezamenlijke beloop tegen elkaar weg. Maar daartegen kan je met succes bezwaar maken.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Recente reacties