door Jeroen Veldhuis | 28 okt 2014 | Incasso, Ondernemen, Verbintenissenrecht
De vraag die in dit blog centraal staat, is of je als verkoper contante betaling mag weigeren. Met andere woorden, mag je als verkoper je klant verplichten om per bank te betalen?
De casus was als volgt. Eiseres heeft aan gedaagde goederen geleverd en zij vordert betaling van in totaal ruim € 25.000, vermeerderd met rente en kosten. In de dagvaarding zet eiseres uiteen dat gedaagde de ruim € 25.000 enkel in contanten wil betalen. Eiseres meent dat zij dit mag weigeren. Het was immers veel te gevaarlijk dat één van haar medewerkers met dit grote bedrag over straat zou moeten gaan. Daarbij komt dat eiseres niet verzekerd is als haar medewerker zou worden overvallen.
De rechtbank maakt hier korte metten mee:
De rechtbank kan eiseres niet in dit standpunt volgen en zij stelt daarbij voorop dat contant geld (eurobiljetten en -munten) in Nederland een wettig betaalmiddel is (zijn). In beginsel staat het een schuldenaar daarom vrij om een vordering van zijn schuldeiser te voldoen middels een contante betaling, waardoor de betalingsverplichting teniet gaat. Het is aan de contractspartijen om bij het sluiten van een overeenkomst over de wijze van nakoming van een betalingsverplichting – contant, bankoverschrijving of anderszins – onderlinge andersluidende afspraken te maken in die zin, dat een bepaalde betalingswijze wordt voorgeschreven of juist uitgesloten. Dat eiseres en gedaagde in casu een dergelijke afspraak hebben gemaakt is gesteld noch gebleken. Een grondslag voor eiseres om betaling middels bankoverschrijving te eisen van gedaagde ontbreekt dan. De stelling van eiseres dat zij niet inziet waarom een bankoverschrijving voor gedaagde bezwarend zou zijn, maakt dit niet anders.
Bijkomend punt van kritiek van de rechtbank is dat eiseres slechts betaling vordert en niet betaling per bank. De vordering wordt afgewezen.
Wil je niet dat iemand (grote) bedragen contant betaalt, dan zal je dat bij het sluiten van de overeenkomst onderling moeten afspreken. Doe je dat niet, dan mag de koper contant betalen. Zolang de koper zich bereid toont om contant te voldoen, heb je dat als verkoper te accepteren.
Het bijzondere aan deze uitspraak is dat de gedaagde partij (de koper) niet in de procedure is verschenen; hij heeft verstek laten gaan. In dat geval zal de rechter de vordering toewijzen, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomt. In dit geval kwam de vordering hem – dankzij stellingen van de eiser zelf – ongegrond voor. Dat is nogal knullig en kostbaar. Het betaalde griffierecht van € 1.892 en de kosten van de deurwaarder is eiser (een VOF) immers kwijt.
Het hele vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 15 oktober 2014 kan je hier nalezen.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 29 sep 2014 | Advocatuur, Ondernemen, Rechtspraak
Op 11 september jl. vond in het Rotterdamse WTC de Dag van de Rechtspraak 2014 plaats.
Hier maakte Frits Bakker, voorzitter Raad voor de Rechtspraak[1], bekend dat de Raad voor de Rechtspraak streeft naar een speciale rechtbank die grote handelsconflicten in korte tijd afhandelt. Deze speciale rechtbank zal Netherlands Commercial Court (‘NCC’) gaan heten.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 12 mei 2014 | Algemene voorwaarden, Incasso, Ondernemen, Verbintenissenrecht
In een recent gepubliceerde uitspraak van het gerechtshof Amsterdam wordt de knoop doorgehakt over de vraag of bij het incasseren van achterstallige betalingen zowel de wettelijke handelsrente als de contractuele boete kan worden gevorderd.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 28 feb 2014 | Algemeen, Intellectuele eigendom, Ondernemen
De handelsnaam is een naam waaronder een onderneming wordt gedreven, aldus de Handelsnaamwet.
Je hebt pas een recht op een handelsnaam als je actief met je onderneming onder die handelsnaam aan het rechtsverkeer deelneemt. Een veel voorkomend misverstand is dat je het recht op je handelsnaam krijgt door de handelsnaam in te schrijven bij de Kamer van Koophandel.
Vereisten
Aan een handelsnaam worden weinig eisen gesteld, maar met de volgende regels moet je wel rekening houden.
Zo is het verboden om een handelsnaam te voeren die in strijd met de waarheid aanduidt dat de onderneming geheel of gedeeltelijk aan een ander zou toebehoren. Ook is het niet toegestaan om een handelsnaam te voeren die verwarring bij het publiek kan wekken of die een onjuiste rechtsvorm (zoals B.V. of V.O.F.) aangeeft.
Voor advocaten is het niet toegestaan om het woord ‘Advocaten’ in de naam te voeren als je een eenmanskantoor hebt. De achterliggende gedachte van hiervan is dat je anders een onjuiste indruk geeft van de onderneming. De cliënt krijgt de indruk zijn zaak uit handen te geven aan een kantoor met meerdere advocaten, terwijl het kantoor maar uit één advocaat bestaat. In dat geval zie je vaak dat het kantoor X Advocatuur heet.
Is er verwarringsgevaar, dan moet de jongere handelsnaam wijken voor de oudere handelsnaam. Hierbij zijn van belang de branche(s) waarin de ondernemingen werkzaam zijn en in welk deel van Nederland men actief is. Een voorbeeld: Taartenwinkel Jansen in Appelscha en Taartenwinkel Jansen in Middelburg zullen niet snel in elkaars vaarwater zitten. Maar is het werkgebied van één of beiden heel Nederland dan is dat anders. Niet vereist is dat er ook daadwerkelijk verwarring is. Bepalend is dat er gevaar voor verwarring bestaat.
Een ander probleem dat kan rijzen, is dat de handelsnaam een ouder merk van ander bevat. In dat geval kan de ander eisen dat je je handelsnaam wijzigt. Dit geldt ook als er slechts een kleine afwijking is met het merk van de ander. Voorwaarde is wel dat het merk van de ander eerder is ingeschreven en eerder is gebruikt dan dat jij jouw handelsnaam gebruikt.
Conclusie
Voordat je een onderneming (eenmanszaak, VOF, etc) begint, is het raadzaam om onderzoek te doen naar de handelsnaam die je wilt gaan gebruiken. Is er iemand met eenzelfde handelsnaam of eenzelfde merk, dan is onder andere van belang wat voor diensten of producten de aanbiedt en wat het werkgebied van de ander is.
Doe je vooraf geen onderzoek, dan kan je dat later veel kostbaar (juridisch) ‘gedoe’ opleveren en het zou zelfs kunnen dat je veel geld in energie hebt gestoken in een handelsnaam die je niet meer mag gebruiken.
Op www.kvk.nl kan je zoeken op handelsnamen en op www.boip.int kan je zoeken naar merknamen.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 21 jan 2014 | Faillissement, Hoger beroep, Ondernemen
In de eerste 11 maanden zijn er meer faillissementen uitgesproken dan in heel 2012.[1] In dit blog ga ik eerst kort in op de vereisten waaraan voldoen moet zijn voordat een faillissement wordt uitgesproken.
Vervolgens bespreek ik een uitspraak van de Hoge Raad van afgelopen vrijdag. De vraag is onder andere of het gerechtshof mocht oordelen dat betaling van schulden door derden gedurende de faillissementsprocedure niet is toegestaan.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 9 okt 2013 | Consument, Deurwaarder, Incasso, Ondernemen, Verbintenissenrecht
Wil je bij het incasseren van vorderingen op consumenten aanspraak kunnen maken op incassokosten, dan moet er een brief worden verzonden waarin de consument een laatste termijn van 14 dagen wordt geboden om alsnog de vordering te voldoen. Dit wordt de ‘veertiendagenbrief’ genoemd. Meer informatie over de veertiendagenbrief vind je hier.
In de praktijk bestond er onduidelijkheid en discussie over de vraag of er na het versturen van deze brief nog incassohandelingen moeten worden verricht, voordat de consument daadwerkelijk incassokosten verschuldigd is.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 16 mei 2013 | Algemene voorwaarden, Incasso, Ondernemen, Verbintenissenrecht
In de meest recente editie van het vakblad De Creditmanager, uitgegeven door de Vereniging voor Credit Management (VVCM), staat mijn artikel over de gevolgen van de Wet Incassokosten en de implementering van de Europese Richtlijn van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 8 nov 2012 | Incasso, Ondernemen, Verbintenissenrecht
Uit een recente uitspraak van de rechtbank Arnhem blijkt maar weer eens dat het goed is om je sommatiebrief goed in te richten.
Doe je dat niet dan kunnen de gevolgen verstrekkend zijn.
Waar ging het over?
In deze kwestie ging de discussie over de vraag of de vordering van de eisende partij is verjaard. Verjaring houdt in dat je je vordering niet meer via de rechter kan afdwingen. Je vordering vervalt dus niet, maar je bent overgeleverd aan de goedheid van je debiteur en daar is – zeker in de huidige tijd – vaak wel wat op aan te merken.
De verjaringstermijn van een vordering tot betaling van een geldsom is vijf jaar. Deze termijn kan onder andere worden gestopt door een goede sommatiebrief. Als de termijn wordt gestuit, begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen. Meer informatie over verjaring vind je hier.
Een sommatiebrief moet niet alleen de mededeling bevatten dat je een vordering op je debiteur hebt. Je moet ondubbelzinnig duidelijk maken dat je ook na verloop van de verjaringstermijn van vijf jaar je recht op betaling nog geldend wil kunnen maken. De ratio hiervan is dat de schuldenaar voldoende is gewaarschuwd dat hij er ook na het verstrijken van de verjaringstermijn rekening mee moet houden dat hij de beschikking behoudt over zijn gegevens en bewijsmateriaal, zodat hij zich tegen een dan mogelijk alsnog door de schuldeiser ingestelde vordering behoorlijk kan verweren.
In de kwestie waarover de Arnhemse rechtbank moest oordelen stond in een sommatiebrief:
“Ik verzoek en zonodig sommeer ik u dan ook over te gaan tot betaling van het verschuldigde bedrag per 31 december 2007 (…). Bij gebreke van een inhoudelijke reactie uwerzijds binnen veertien dagen zal ik genoodzaakt zijn u in rechte te betrekken teneinde het verschuldigde bedrag inclusief kosten en rente alsnog op u te verhalen.”
De rechter oordeelde deze brief niet te zien als het verrichten van handelingen waarin eiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Het gevolg was dat de verjaring niet was gestuit (en daarmee verjaard is) en dus werd de vordering afgewezen.
Conclusie
Gezien de verregaande gevolgen is het raadzaam om stil te staan bij de inhoud van je sommatiebrief, met name als het einde van de verjaringstermijn nadert. Neem in dat geval uitdrukkelijk op dat de brief op dat deze – eventueel naast het sommeren tot betaling – tot doel heeft om de verjaring te stuiten.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 2 nov 2012 | Algemene voorwaarden, Consument, Incasso, Ondernemen, Verbintenissenrecht
Sinds 1 juli 2012 geldt er een nieuwe wettelijke regeling over het in rekening brengen van buitengerechtelijke incassokosten. In de praktijk merk ik dat er nog veel onduidelijkheid is over deze regeling. In dit blog hoop ik deze onduidelijkheid weg te nemen.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 21 sep 2012 | Fiscaal, Gastblog, Ondernemen
Op 1 oktober 2012 wordt het algemene BTW-tarief verhoogd van 19% naar 21%. Het lage BTW-tarief blijft ongewijzigd 6%.
Deze verhoging zal in de praktijk tot veel vragen en onduidelijkheden leiden. Ondernemers zullen in deze periode bij het factureren hier goed op bedacht moeten zijn. Hierbij enkele handvatten waarmee bepaald kan worden wanneer 19% of 21% BTW in rekening gebracht moet worden.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 11 sep 2012 | Algemeen, Ondernemen
De komende tijd verandert er veel voor ondernemers. Per 1 oktober 2012 wordt het BTW-tarief verhoogd van 19% naar 21%. Daarnaast gelden er per 1 januari 2013 andere, deels nieuwe, vereisten voor facturen. Over dit laatste onderwerp gaat dit blog.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Recente reacties