door Jeroen Veldhuis | 1 jun 2021 | Advocatuur, Basisplan digitalisering civiel recht en bestuursrecht, Beslagrecht, Programma KEI, Rechtspraak
Aanleiding
Na het fiasco van het Programma KEI ging de Rechtspraak zich herbezinnen over het digitaal procederen. Dit leidde tot het Basisplan digitalisering civiel recht en bestuursrecht (‘Basisplan’). Het Basisplan heeft als treffende ondertitel ‘reset digitalisering KEI’.
Basisplan digitalisering civiel recht en bestuursrecht
Het Basisplan moet een nieuwe oplossing worden voor het digitaal procederen bij de rechtsgebieden civiel recht en bestuursrecht.
Project Digitale Toegang
Een uitvloeisel van het Basisplan is het Project Digitale Toegang. Dit project moet leiden tot een digitale brievenbus voor procespartijen, een digitale postkamer voor griffies en een digitaal dossier voor procesdeelnemers voor alle soorten civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. Gezien de ervaringen met het Programma KEI neemt men kleine stapjes.
Lang bleef het stil. Maar vandaag maakte de Rechtspraak bekend dat, in ieder geval voor civiel recht, het eerste kleine stapje wordt genomen. De eerste concrete toepassing van het Project Digitale Toegang start binnenkort en betreft een digitaal portaal om beslagrekesten in te dienen.
Pilot digitaal beslagrekesten indienen
Dit digitale portaal voor het indienen van beslagrekesten is een pilot die vanaf 28 juni 2021 gaat lopen bij de rechtbank Amsterdam. Deelname is vooralsnog vrijwillig.
Er is verder nog weinig bekend over de pilot. Alleen dat je via rechtspraak.nl moet inloggen met je advocatenpas, dat advocaten in dit portaal stukken kunnen uploaden (in pdf formaat) en met de rechtbank kunnen communiceren. Verder ontvangt de advocaat automatisch “een digitale ontvangstbevestiging” voor hun dossier (ik neem aan een e-mailtje).
Eind deze maand komt online een handleiding beschikbaar en wordt er hopelijk meer bekend over de werking en de functionaliteiten.
De pilot duurt zes weken en als de evaluatie positief is dan kunnen advocaten dit najaar bij alle rechtbank digitaal een beslagrekest indienen.
Volgende pilot
Volgens een eerder persbericht is de volgende stap in het digitaliseringsproces “de zaakstroom rijksbelastingen” bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 4 dec 2019 | Beslagrecht, Deurwaarder, Opinie
Sinds 1 januari 2016 moeten deurwaarders het digitaal beslagregister raadplegen. Het doel van het digitaal beslagregister is tweeledig. Ten eerste dient het ter bescherming van de beslagvrije voet van schuldenaren. Het tweede doel is om deurwaarders inzicht te geven in gelegde beslagen, zodat er geen kansloos beslag wordt gelegd of onnodige procedures worden gestart omdat de schuldenaar geen verhaal biedt.
In juli 2016 concludeerde ik op deze plek dat het digitaal beslagregister een lelijk eendje is en dat er nog veel moet gebeuren voordat het een mooie zwaan is.[1] Het digitaal beslagregister bestaat bijna vier jaar. De hoogste tijd om te kijken of de transformatie van het lelijke eendje van weleer inmiddels is voltooid.
Mijn grootste kritiekpunt was dat overheden en de Belastingdienst niet mee wilden doen met het digitaal beslagregister, terwijl zij een preferente positie en bijzondere incassobevoegdheden hebben en daardoor voorgaan op ‘normale’ schuldeisers. Kortom, het digitaal beslagregister gaf bij lange na geen compleet beeld. In december 2016 werd bekend dat overheden, uitvoeringsinstellingen en de Belastingdienst zich toch zullen aansluiten bij het digitaal beslagregister.[2] Dit is het project Verbreding beslagregister. Als deze partijen zijn aangesloten krijgen deurwaarders inzage in de door deze partijen gelegde beslagen en vice versa. Dan kan in veel gevallen worden voorkomen dat schuldenaren onder de beslagvrije voet terechtkomen en kunnen onnodige kosten worden voorkomen.
Maar zover is het nog niet. In november 2018 werden de resultaten van een business case voor betere informatie-uitwisseling tussen overheidsorganisaties en deurwaarders bekend. Conclusie: er is meer onderzoek nodig.[3] Sinds april 2019 is er een plan van aanpak en voor het einde van dit jaar moet de internetconsultatie voor het wetsvoorstel vereenvoudiging beslagvrije voet en Verbreding beslagregister starten.
Dat klinkt goed! Toch? Op zich wel, maar is er geen reden tot juichen. Het duurt namelijk nog een aantal jaren voordat sprake is van volledige functionerende gegevensuitwisseling. De verschillende overheidsorganisaties zullen namelijk gefaseerd toetreden tot het digitale beslagregister. Deze aanpak komt bekend voor. Bij het, op 1 oktober 2019 ten grave gedragen Programma KEI, zouden de verschillende pilots ook gefaseerd in werking treden. Maar steeds werd de planning doorgeschoven en men is uiteindelijk niet verder gekomen dan de eerste fase van de eerste pilot; afijn, het verhaal is bekend.
Met dit debacle in het achterhoofd en het gegeven dat het digitaal beslagregister ook een groot ICT-project bij de overheid betreft, is de mededeling van staatssecretaris Tamara van Ark in haar brief van 8 oktober 2019 dat men – bijna drie jaar na de aankondiging dat overheidsinstanties ook zullen participeren in het digitaal beslagregister en na ruim twee jaar onderzoek – ‘steeds meer zicht [krijgt; JMV] op de onderlinge afhankelijkheid en op het effect van volle ICT-releasekalenders op de voortgang en de inzet en beschikbaarheid van personele capaciteit.’ Wat de staatssecretaris hier zegt, is dat ze geen flauw idee heeft over hoe het verder zal gaan. Dit blijkt ook wel uit het feit dat ze in dezelfde brief aangeeft dat er veel onzekerheid is over (i) de geschiktheid van de verschillende ICT-systemen van gemeenten en waterschappen, (ii) de ontwikkeling van een rekentool voor de beslagvrije voet die voldoet aan alle (privacy)regelgeving en (iii) de nieuwe vorm van gegevensaanlevering door het UWV aan de Belastingdienst.[4] Bedenkt daarbij dat de overheid en ICT-projecten vaak geen gelukkig huwelijk is. Op 4 april 2019 publiceerde NRC een schokkend overzicht waaruit blijkt dat de mislukte overheidsprojecten ‘transactiesysteem Belastingdienst’, ‘Speer’(defensie), ‘nieuw bevolkingsregister (BRP)’ en ‘Programma KEI’ (Rechtspraak) in totaal ruim € 1,4 miljard hebben gekost. En dat zijn enkel projecten die (na jarenlang aanmodderen) zijn stopgezet.[5] Ik ben benieuwd of het digitaal beslagregister binnen het oorspronkelijk toegekende budget blijft.
Ook de planning doet de wenkbrauwen fronsen. In december 2016 was het de bedoeling dat de eerste overheidsinstanties in 2019 zouden aansluiten. In november 2018 was al duidelijk dat dit niet haalbaar was[6] en februari 2019 is deze streefdatum uitgesteld naar 1 januari 2021.[7] In haar brief van 8 oktober 2019 geeft de staatssecretaris aan dat ze betwijfelt of deze nieuwe datum haalbaar is.
Kortom, er is een lange weg te gaan en er zullen nog de nodige groeistuipen moeten worden overwonnen voordat het lelijke eendje een mooie zwaan is. En hopelijk bedingt men nu wel dat de softwareleverancier de doorontwikkeling van het ICT-systeem niet zomaar mag stoppen.[8]
Citeertitel: J.M. Veldhuis, ‘Digitaal beslagregister: al een mooie zwaan?’, BER 2019/7, p. 20-21.
[1] J.M. Veldhuis, ‘Digitaal beslagregister: lelijk eendje of mooie zwaan?’, BER 2016/3, p. 28.
[2] Kamerstukken II 2016/17, 24515, nr. 382, p. 1 en 3.
[3] Kamerstukken II 2018/19, 24515, nr. 453, p. 3.
[4] Brief van 8 oktober 2019 van staatssecretaris Van Ark over de voortgang implementatie Wet vereenvoudiging beslagvrije voet en Verbreding beslagregister.
[5] ‘De overheid en haar ICT-projecten: een structurele worsteling’, NRC 4 april 2019.
[6] Kamerstukken II 2018/19, 24515, nr. 453, p. 3.
[7] Kamerstukken II 2018/19, 24515, nr. 648, p. 8.
[8] Brief van 28 juni 2018 van de Rechtspraak, p. 3 en persbericht van 28 juni 2018 ‘Nieuwe ontwikkelingen rond digitalisering Rechtspraak’, Rechtspraak.nl.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 4 sep 2018 | Advocatuur, Beslagrecht
Het is inmiddels traditie te noemen dat er in augustus een nieuwe beslagsyllabus verschijnt. Zo ook dit jaar.
In de beslagsyllabus staan richtlijnen voor advocaten over de voorwaarden die worden gesteld aan het verzoekschrift waarin je vraagt om beslag te leggen (met een duur woord: ‘beslagrekest’). Voor rechters geeft de beslagsyllabus richtlijnen c.q. ‘best practises’ voor het toe- of afwijzen van een verzoek om beslag te mogen leggen.
Er zijn vele soorten beslagen die allemaal hun eigen eigenaardigheden hebben, maar in de beslagsyllabus worden de diverse beslagen kort en bondig besproken.
Een aantal jaren geleden waren de wijzigingen (erg) groot, maar de laatste paar keer waren de wijzigingen beperkt. Ook in de editie augustus 2018 zijn er maar een paar kleine wijzigingen.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 14 aug 2018 | Beslagrecht
De internetconsultatie van het Wetsvoorstel tot herziening van het beslag- en executierecht startte op 7 juni jl. In deze column bespreek ik de opvallendste wijzigingen, waaronder de gewenste modernisering van het beslagverbod roerende zaken. De noodzaak van deze modernisering besprak ik al eerder in het Tijdschrift voor beslag, executie en rechtsvordering in de praktijk (BER).
Veldhuis-Beslagverboden-column-SDU_BER-05-2018
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 7 feb 2018 | Advocatuur, Beslagrecht, Procesrecht, Programma KEI, Rechtspraak
2017 was een veelbewogen jaar. Ten eerste vanwege de noodzakelijke naamswijziging van Ministerie van Veiligheid en Justitie in Ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarnaast bleek dat Fred Teeven toch mensen bij elkaar kan brengen en dat tegenwoordig volop doet.[1] Vlak voor het einde van het jaar bleek dat Peter R. de Vries de advocatuur is ingestapt. Weliswaar niet als advocaat, maar toch.[2] En 2018? Dat zou wel eens een teleurstelling kunnen worden op twee belangrijke onderdelen.
Download column
KEI
Van belang was de start per 1 september 2017 van het verplicht digitaal procederen in vorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging (fase civiel 1.0) bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland. Inmiddels heb ik ook een oproepingsbericht met procesinleiding mogen opstellen (artikel 113 Rv nieuw). De opzet voelt onlogisch en onnatuurlijk aan. Het uploaden van stukken daarentegen is een vooruitgang ten opzichte van het toesturen van de originele dagvaarding en een kopie daarvan, vergezeld met een B-formulier dat je online invult en vervolgens uitprint. Wel is het onnodige werkverschaffing dat elke productie apart moet worden gescand en geüpload.
Half december berichtte het Advocatenblad dat de fase civiel 1.0 per 1 april 2018 landelijk zou worden ingevoerd[3], maar inmiddels doen hardnekkige geruchten de ronde dat de landelijke invoering met maar liefst een jaar is vertraagd. De achterstanden bij de gerechten zullen niet snel kleiner worden, aangezien het nodige ondersteunende personeel al is ontslagen c.q. herplaatst in verband met de invoering van KEI.[4] Wel is verdere uitdunning van het personeelsbestand stopgezet als gevolg van de vertraging in de implementatie.[5]
De bouw van het IT-systeem voor de volgende fases van KEI (civiel 2.0 t/m civiel 5.0) wordt waarschijnlijk op een andere manier aangepakt. Dit om de ellenlange vertragingen van civiel 1.0 te voorkomen.[6]
Modernisering beslagverboden
In mijn vorige column riep ik op om het Voorontwerp van de Wet modernisering beslagverbod roerende zaken nieuw leven in te blazen. Het is te gek voor woorden dat schuldenaren worden beschermd door een regeling uit 1838, terwijl men het erover eens is dat deze regeling niet voldoet aan de maatstaven die de huidige maatschappij stelt aan een menswaardig bestaansminimum.[7], [8]
Jasper van Dijk (SP) stelde Kamervragen over dit onderwerp en deze zijn inmiddels beantwoord.[9] De reden dat er tot op heden nog steeds geen actie is ondernomen, is dat uit de reacties op de internetconsultatie bleek dat er verschillend wordt gedacht over de uitwerking van het voorstel. Ja, u leest het goed. Niet iedereen die reageerde zat op één lijn. Kennelijk is dan het beleid om een voorstel weg te stoppen in een la op het ministerie. Dat mensen door de verouderde regeling onder het een menswaardig bestaansminimum komen, is dan kennelijk toch niet van belang.
Verder zou in 2015 en 2016 bij de inzet van de beschikbare wetgevingscapaciteit prioriteit zijn gegeven aan de totstandkoming van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet. Dat in 2017 niets is gebeurd, zou te maken hebben met de kabinetsformatie. Dit overtuigt niet. Het was bijvoorbeeld wel mogelijk om een uitgebreid advies over de modernisering van het burgerlijk bewijsrecht op te tuigen. Als de politieke wil er echt zou zijn, dan waren er de afgelopen drie jaar echt wel stappen gemaakt.
Het streven is om dit jaar een wetsvoorstel over een ‘brede herziening’ van het beslag- en executierecht ter consultatie te starten. Of de modernisering van de beslagverboden roerende zaken hiervan onderdeel gaan uitmaken, wordt momenteel bezien.[10] Het is dus nog maar zeer de vraag of een wetsvoorstel modernisering beslagverboden roerende zaken in 2018 het levenslicht zal zien.
Kortom, verwacht niet teveel van 2018.
Citeertitel: J.M. Veldhuis, Het jaar 2018: verwacht er niet teveel van, BER 2018-1, p. 31-32.
Download column
=====
[1] ‘Fred Teeven nog steeds bestuurder, maar nu op de bus’, NOS.nl 24 november 2017.
[2] ‘Peter R. de Vries begint advocatenkantoor’, Advocatenblad.nl 20 december 2017.
[3] ‘Landelijk digitaal procederen vanaf 1 april’, Advocatenblad.nl 13 december 2017.
[4] Kamerstukken II 2016/17, 29279, nr. 383 en Kamerstukken II 2017/18, 34775 VI, 17, p. 118.
[5] Kamerstukken II 2017/18, 34775 VI, 17, p. 123.
[6] Kamerstukken II 2017/18, 34775 VI, 17, p. 37 en 117.
[7] J.M. Veldhuis, ‘Modernisering beslagverboden: een utopie?’, BER 2017-5, p. 33-34.
[8] Memorie van toelichting bij het voorontwerp van Wet modernisering beslagverboden roerende zaken d.d. 16 december 2014, p. 2.
[9] Aanhangsel Handelingen II 2017/18, 604.
[10] Idem.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 2 nov 2017 | Beslagrecht, Deurwaarder
In het nieuwste nummer van het Tijdschrift voor beslag, executie & rechtsvordering in de praktijk (BER), kijk ik met een kritische blik naar de modernisering van de beslagverboden roerende zaken van de artikelen 447 en 448 Rv. Zou het er ooit nog van komen?
Citeertitel: J.M. Veldhuis, Modernisering beslagverboden: een utopie?, BER 2017-5, p. 33-34.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 30 jun 2016 | Beslagrecht, Deurwaarder
[COLUMN] Sinds 1 januari 2016 moeten deurwaarders in een beperkt aantal gevallen het digitaal beslagregister (‘DBR’) raadplegen. Als je de berichten moet geloven, is de komst van het DBR de oplossing voor het voorkomen van onnodige kosten en voorkomt het dat het inkomen van de schuldenaar onder de beslagvrije voet (90% van de bijstandsnorm) komt. Maar van een mooie zwaan is nog geen sprake; het DBR is verre van ideaal.
Op 1 juli 2016 moeten alle van toepassing zijnde beslagen zijn ingevoerd in het DBR en in de toekomst moeten ook beslagen op roerende zaken worden ingevoerd. Dit betekent dat het DBR op dit moment nog niet compleet is en dus ook niet effectief kan zijn. De KBvG erkent dit bij monde van haar bestuurslid Jan de Swart (1). Bijkomend probleem is dat overheden, zoals waterschappen, en de Belastingdienst (2) niet meedoen. Deze overheden hebben een preferente positie en bijzondere incassobevoegdheden en verdringen andere schuldenaren (3). Dit in combinatie met de ingewikkelde beslagwetgeving werkt in de hand dat het inkomen van een schuldenaar onder de beslagvrije voet belandt (4). De Belastingdienst eist dat het DBR de correcte beslagvrije voet vermeldt. Maar dit kan de KBvG niet garanderen, omdat deurwaarders afhankelijk zijn van gegevens die de schuldenaar verstrekt. Kortom, het ziet er niet naar uit dat de Belastingdienst op korte termijn zal participeren.
Voorkomen van onnodige kosten
Het eerste doel van het DBR is het voorkomen van onnodige kosten. De deurwaarder is verplicht het DBR te raadplegen voordat hij bepaalde ambtshandelingen mag verrichten. Is redelijkerwijs niet te verwachten dat de vordering binnen drie jaar is geïncasseerd, dan deelt de deurwaarder dit mee aan zijn opdrachtgever (5). Vervolgens bepaalt de opdrachtgever of de procedure of het executoriaal beslag wordt doorgezet. Pikant detail hierbij is dat de deurwaarder belang heeft bij het voortzetten van de ambtshandeling; daar krijgt hij immers voor betaald. Daarbij is het nog maar de vraag of het überhaupt wel mogelijk is om de verhaalbaarheid goed in te schatten. Het DBR is immers verre van compleet. Voorts geldt dat een vonnis of arrest pas verjaart na 20 jaar en een geldvordering na vijf jaar of twee jaar als het om koop gaat. Dat het incasseren mogelijk langer duurt dan drie jaar is geen reden om niet te dagvaarden. Doe je niets, dan wordt je vordering niet betaald en bestaat de kans dat je vergeet om de verjaring (tijdig) te stuiten.
Beslagvrije voet
Voor wat betreft de bescherming van de beslagvrije voet, het tweede doel van het DBR, is het DBR kansrijker. Het voorkomen dat het inkomen van mensen met schulden onder de beslagvrije voet komt, is noodzakelijk en broodnodig. Hiervoor is het van essentieel belang dat overheden en de Belastingdienst participeren. Gezien het algemeen erkende belang dat iemands inkomen niet onder het bestaansminimum komt, is het schandalig dat zij niet willen participeren of absurde eisen stellen.
Lelijk eendje of…
Het DBR is een goedbedoeld initiatief, maar lang niet zo effectief als men wil doen geloven. Dit komt ten eerste omdat het verre van compleet is. De tweede oorzaak is dat overheden en de Belastingdienst, die er vaak voor zorgen dat het inkomen onder de beslagvrije voet komt, vooralsnog niet willen meedoen. Kortom, er moet nog veel gebeuren voordat het DBR van een lelijk eendje verandert in een mooie zwaan.
Deze column verscheen op 30 juni 2016 in de digitale nieuwsbrief ‘BER Nieuws’, afl. 2016/24, Sdu Uitgevers en in het tijdschrift BER 2016/3, p. 28.
—–
(1) Een groeibriljant, interview met Jan Swart, De Gerechtsdeurwaarder 2016-1, p. 8-13.
(2) Belastingdeurwaarders zijn niet aangesloten bij de KBvG en zijn niet gebonden aan de Verordening digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders en het daarop gebaseerde Reglement digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders.
(3) Jungmann e.a., Paritas Passé, Sdu 2012, tabel 1, p. 19 e.v.
(4) Jungmann e.a., Paritas Passé, Sdu 2012, p. 24.
(5) Artikel 8 lid 4 Verordening digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 28 apr 2016 | Beslagrecht, Deurwaarder
Het Digitaal Beslagregister (‘Beslagregister’) is een initiatief van de KBvG, de beroepsorganisatie voor deurwaarders, en ging op 1 januari 2016 van start. De uitvoering is ondergebracht in de Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders.
Doel
Het doel van het Beslagregister is tweeledig: (i) voorkomen dat de schuldeiser onnodig proces- en/of executiekosten maakt, omdat hij niet op de hoogte is van de beslagpositie van de debiteur en (ii) bevorderen dat de beslagvrije voet op juiste wijze wordt vastgesteld en toegepast.[1] Dit laatste om te voorkomen dat het inkomen van de debiteur onder de beslagvrije voet komt, wat helaas geregeld voorkomt.
Wanneer
Niet voor alle ambtshandelingen moet de deurwaarder het Beslagregister raadplegen. Alleen als de deurwaarder opdracht heeft gekregen voor het betekenen van een dagvaarding, een oproeping of aanzegging die alleen ziet op een verhaalsvordering moet hij het Beslagregister raadplegen. Dit moet ook als hij opdracht heeft gekregen executoriaal beslag te leggen op een periodieke uitkering waarvoor de beslagvrije voet geldt. Dit geldt dus niet voor conservatoire beslagen.
Het raadplegen hoeft ook niet als, naast de verhaalsvordering, ook een vordering van niet-geldelijke aard wordt ingesteld. Hierbij kan je denken aan de vordering tot ontbinding van een overeenkomst of de ontruiming van een woning. Ook geldt de verplichting niet voor het instellen van verzet, hoger beroep of cassatie en voor vorderingen in kort geding.[2] Het is de bedoeling het Beslagregister in de toekomst uit te breiden met andere ambtshandeling die moeten worden geregistreerd, zoals het beslag op roerende zaken, zoals iemands auto of inboedel.
Voorkomen van onnodige kosten
Het voorkomen van onnodige kosten moet worden bereikt doordat de deurwaarder op basis van de gegevens in het Beslagregister een afweging moet maken of de vordering binnen drie jaar kan worden betaald. Is dit redelijkerwijs niet te verwachten, dan moet de deurwaarder dit aan zijn opdrachtgever meedelen.[3] Let wel, de deurwaarder mag enkel meedelen dat hij verwacht dat het incasseren meer dan drie jaar zal duren; wat hij ziet in het Beslagregister moet hij geheim houden.[4] Vervolgens is het aan de opdrachtgever om de procedure of het executoriaal beslag af te blazen of toch door te zetten. Wil de opdrachtgever de zaak doorzetten, dan moet hij dit ‘aantoonbaar’ aan de deurwaarder bevestigen.
Beslagvrije voet
Het voorkomen dat het inkomen van mensen met schulden onder de beslagvrije voet komt, is erg belangrijk. De beslagvrije voet is namelijk 90% van de bijstandsnorm en met minder kan je feitelijk niet leven. Het is het absolute minimum waar je recht op hebt. Komt je inkomen onder deze grens, dan ontkom je er eigenlijk niet aan om schulden te maken. Het spreekt voor zich dat dit zeer onwenselijk is. Door te verplichten dat deurwaarders het Beslagregister moeten raadplegen, krijgen ze inzicht in de schuldenpositie van de debiteur.
Als er beslag is gelegd waarvoor de beslagvrije voet geldt, zoals loonbeslag, en er wordt nog een keer loonbeslag gelegd, dan krijgt de deurwaarder die het eerste beslag legde een signaal vanuit het Beslagregister. Beide deurwaarders moeten dan in overleg bepalen of de beslagvrije voet moet worden aangepast voor de door hen gelegde beslagen. Hiermee wordt voorkomen dat het inkomen onder de beslagvrije voet komt, met alle gevolgen van dien.
=====
[1] Artikel 2 Verordening digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders.
[2] Artikel 8 Verordening digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders juncto artikel 2 lid 1 en artikel 4 Reglement digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders.
[3] Artikel 8 lid 4 Verordening digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders.
[4] Artikel 10 Verordening digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 3 jun 2013 | Algemeen, Beslagrecht, Executierecht
Mijn artikel over ´Derdenbeslag en de verschuldigdheid van wettelijke rente´ verscheen recent in het Tijdschrift voor de Procespraktijk (TvPP).
Het artikel handelt over de uitspraak Staalduinen/Tiethoff.[1] In deze uitspraak heeft de Hoge Raad meer duidelijkheid gegeven over de vraag wanneer de derdebeslagene wettelijke rente verschuldigd is. De gevolgen hiervan kunnen voor de derdebeslagene verstrekkend (lees: zeer kostbaar) zijn. Daarmee is het voor de praktijk uiterst relevant. Des te meer reden om de voorwaarden en de gevaren in kaart te brengen. Dat geschiedt aan de hand van de begrippen wettelijke rente en verzuim.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 19 mrt 2013 | Beslagrecht, Consument, Incasso, Procesrecht, Verbintenissenrecht
Na lange met tijd met dubbele hypotheeklasten te hebben gezeten, heb je je woning op 19 maart 2013 eindelijk verkocht aan de heer Jansen. Afgesproken wordt dat het huis op 1 juli 2013 zal worden geleverd. Maar voordat de woning geleverd wordt, wordt er conservatoir beslag op je huis gelegd door de heer Van der Lei, één van je schuldeisers.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 31 jan 2013 | Beslagrecht, Deurwaarder, Incasso, Procesrecht
In het Advocatenblad dat vandaag bij alle advocaten in Nederland op de mat ploft, staat in de rubriek “Even opfrissen’ een artikel van mij. Deze rubriek heeft als insteek – de naam zegt het al – het opfrissen van juridische kwesties die zijn weggezakt.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 23 okt 2012 | Advocatuur, Beslagrecht, Incasso, Procesrecht
Recent nam een collega advocaat contact over het volgende. De voorzieningenrechter had zijn verzoek om beslag op een woning te mogen leggen, afgewezen omdat de vordering waarvoor beslag zou worden gelegd nog niet opeisbaar was. Hij vroeg zich af of dat juist was.
In dit blog beantwoord ik deze vraag en tevens zal aan bod komen wat je er tegen kan doen.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 8 aug 2012 | Beslagrecht, Executierecht
Deze vraag speelde zich af in de zaak die heeft geleid tot een recente uitspraak van 24 juli 2012 het gerechtshof Leeuwarden (LJN: BX2709).
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 30 jul 2012 | Beslagrecht, Executierecht, Incasso
Eerder deze maand verscheen er een artikel van mijn hand in het tijdschrift Beslag en Executie in de Rechtspraktijk.
Dit tijdschrift licht door middel van verdiepende en oplossingsgerichte artikelen actuele ontwikkelingen binnen het rechtsgebied Burgerlijk procesrecht, specifiek Beslag- en Executierecht toe. Daarnaast geeft het een overzicht van ontwikkelingen met betrekking tot (nieuwe) wet- en regelgeving, jurisprudentie, literatuur en beleid, aldus de voornoemde website.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 6 jul 2012 | Beslagrecht, Executierecht, Incasso, Verbintenissenrecht
Inleiding
In mijn blogs van 20 oktober 2011 en 10 november 2011 ging ik in op het fenomeen derdenbeslag en wat je als derdebeslagene wel en niet mag doen.
In dit blog concentreer ik me op de vraag: Mag je verrekenen als er derdenbeslag onder je is gelegd?
Casus
Stel, je hebt een vordering op Janssen B.V. van € 50.000 en een schuld aan Janssen B.V. van € 75.000. Vervolgens wordt er derdenbeslag onder je gelegd voor een vordering van € 200.000 die meneer Van Ieperen heeft op Janssen B.V. Dit betekent dat je je schuld niet meer aan Janssen B.V. mag betalen en dat Janssen B.V. zijn vordering op jou niet meer mag opeisen.
Ben je verplicht om de vordering die Janssen B.V. op jou heeft aan Van Ieperen te voldoen of mag je jouw vordering op Janssen B.V. verrekenen met de vordering van Janssen op jou?
Antwoord
Je mag verrekenen, maar alleen als aan minimaal één van de volgende twee voorwaarden is voldaan:
- jouw vordering moet uit dezelfde rechtsverhouding voortvloeien als de beslagen vordering, of
- jouw vordering was opeisbaar vóórdat het beslag is gelegd.
Voldoe je aan één (of beide) vereisten en beroep je je op verrekening, dan betekent dat dat jouw vordering is voldaan en dat je schuld aan Janssen B.V. met € 50.000 is verminderd. Je hebt dus nog een restschuld van € 25.000. Deze € 25.000 moet je afdragen aan de deurwaarder die namens meneer Van Ieperen beslag heeft gelegd.
Voldoe je niet aan één van de twee vereisten, dan moet je € 75.000 afdragen aan de beslagleggend deurwaarder. Vervolgens moet je maar zien of je jouw vordering van € 50.000 op Janssen B.V. kan incasseren.
Conclusie
Wordt er derdenbeslag onder je gelegd, ga dan na of je een tegenvordering hebt en of je een beroep op verrekening kan doen.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 9 mei 2012 | Beslagrecht, Deurwaarder, Executierecht, Incasso, Procesrecht
In de dagelijkse praktijk merk ik dat er veel onduidelijkheid bestaat over het leggen van beslag en wat wel en niet kan. In deze blog zal ik hierover duidelijkheid scheppen aan de hand van het onderscheid conservatoir – executoriaal beslag.
Ook zal ik kort ingaan op een misverstand over beslag en faillissement en de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Conservatoir beslag
Het doel van conservatoir beslag is het bewaren van de rechten van de beslaglegger. Denk hierbij aan het bevriezen het saldo op de bankrekening (derdenbeslag onder de bank) en het leggen van conservatoir beslag op een woning.
Wordt de woning verkocht terwijl er beslag op ligt, dan kan de beslaglegger in de executiefase toch de woning executoriaal verkopen ook al is er inmiddels een andere eigenaar!
Conservatoir beslag kan worden gelegd voorafgaand aan een gerechtelijke procedure of tijdens een gerechtelijke procedure. Hiervoor moet een gemotiveerd verzoek worden ingediend bij de voorzieningenrechter, waarin ook de bekende verweren van de debiteur moeten worden vermeld.
Wordt er na verlof van de rechter voorafgaand aan de procedure conservatoir beslag gelegd, dan moet de dagvaarding over het algemeen binnen 14 dagen na het (eerst gelegde) beslag aan de debiteur worden betekend.
Als de gerechtelijke procedure met succes wordt afgerond en het vonnis wordt aan de debiteur betekend, dan wordt het beslag vanzelf executoriaal.[1]
Executoriaal beslag
Als je een executoriale titel (een rechterlijke uitspraak of een grosse van een notariële akte) hebt en deze is betekend door de deurwaarder, dan kan je executoriaal beslag leggen. Dit beslag is als het ware het begin van het executietraject.
Na het leggen van executoriaal beslag of het executoriaal worden van het eerder gelegde conservatoir beslag, kan de deurwaarder het beslag gaan uitwinnen. Dit kan door de bank de opdracht te geven om het onder het beslag vallende geld uit te betalen of door de woning te gaan verkopen. Het spreekt voor zich dat de debiteur geen medewerking behoeft te verlenen aan deze executiemaatregelen.
Faillissement
Een veel voorkomend misverstand is dat het leggen van (conservatoir of executoriaal) beslag beschermt tegen faillissement van de debiteur. Dat is dus niet zo.
In de Faillissementswet is bepaald dat met het uitspreken van het faillissement alle beslagen komen te vervallen.[2] Heb je het sterke vermoeden dat je debiteur binnenkort failliet gaat, dan heeft het over het algemeen geen zin om beslag ten laste van hem te leggen.
Voorts geldt dat de lopende executie van een gerechtelijke uitspraak of een notariële akte komt te eindigen door de uitspraak van het faillissement.[3]
Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP)
Is de debiteur toegelaten tot de wettelijke schuldsanering dan geldt dat alle beslagen komen te vervallen met ingang van de dag dat de toepasselijkheid is uitgesproken.[4] Lopende executies worden geschorst voor de looptijd van de schuldsaneringsregeling.[5] Deze regeling komt overeen met de regeling bij faillissement.
[1] Artikel 704 lid 1 Rv.
[4] Artikel 301 lid 3 Fw.
[5] Artikel 301 lid 2 Fw.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 10 nov 2011 | Advocatuur, Beslagrecht, Executierecht, Incasso, Procesrecht
In mijn vorige blog over derdenbeslag, schreef ik dat het belangrijk is tijdig een verklaring af te leggen als er executoriaal beslag onder je is gelegd ten laste van één van je werknemers. Het is belangrijk die verklaring volledig in te vullen. De beslaglegger kan bij derdenbeslag je verklaring namelijk betwisten. Hoe dat werkt, komt hierna aan bod.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 20 okt 2011 | Beslagrecht, Deurwaarder, Executierecht, Incasso, Procesrecht
Het komt geregeld voor dat iemand op basis van een vonnis beslag legt onder jou c.q. onder jouw bedrijf in verband met een vordering die hij heeft op bijvoorbeeld één van je werknemers. Hoe hiermee om te gaan?
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Recente reacties