Een rechterlijke uitspraak, zoals een vonnis of arrest, is niet eeuwig geldig. Na verloop van tijd verjaart de bevoegdheid om de rechterlijke uitspraak ten uitvoer te leggen c.q. te executeren. Maar je kan voorkomen dat het vonnis nutteloos wordt.
Dit is een ander type verjaring dan de verjaring waarover ik eerder blogde. In mijn eerdere blogs ging het over de verjaring van rechtsvorderingen.[1]
Hoofdregel
Een rechterlijke (of arbitrale) uitspraak verjaart na verloop van 20 jaar. Dit betekent dat de uitspraak na 20 jaar niet meer kan worden ten uitvoer gelegd, door bijvoorbeeld het leggen van bankbeslag op beslag op een pand.
Uitzondering
Op deze 20-jaarstermijn geldt een uitzondering als het in de rechterlijke uitspraak staat dat het om bedragen gaat die per jaar of kortere termijn moeten worden betaald. Hierbij kan je denken aan de gevorderde wettelijke rente die wordt toegewezen. In die gevallen geldt een korte verjaringstermijn van vijf jaar.
Aanvang termijn
De 20- of 5-jaarstermijn begint te lopen op de dag na uitspraak. Is in de uitspraak een bepaalde termijn of een voorwaarde opgenomen die moet zijn vervuld, dan begint de verjaring te lopen de dag na afloop van deze termijn of de dag nadat aan deze voorwaarde is voldaan.
Stuiting
Dit betekent niet dat je na 20 of vijf jaar niets meer aan de uitspraak hebt. De verjaring kan worden gestuit. Daarmee verleng je de periode waarbinnen je de rechterlijke uitspraak ten uitvoer kan leggen. De verjaring wordt gestuit door:
betekening van de uitspraak of schriftelijke aanmaning;
erkenning van de in de uitspraak vastgestelde verplichting;
iedere daad van tenuitvoerlegging, mits daarvan binnen de door de wet voorgeschreven tijd of, bij gebreke van zodanig voorschrift, met bekwame spoed mededeling aan de wederpartij wordt gedaan.
Wordt de verjaring tijdig en op de juiste wijze gestuit, dan begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen. Maar let op, deze termijn is maximaal vijf jaar.
Tot 30 april 2013 stond bovenaan de grosse van een vonnis, dwangbevel en notariële akte “In naam der Koningin” en sinds Koning Willem Alexander de scepter zwaait, staat er op een grosse “In naam des Konings”.
Waarschijnlijk verandert dit jaar dit opschrift. De reden: modernisering.
Eerder deze maand verscheen er een artikel van mijn hand in het tijdschrift Beslag en Executie in de Rechtspraktijk.
Dit tijdschrift licht door middel van verdiepende en oplossingsgerichte artikelen actuele ontwikkelingen binnen het rechtsgebied Burgerlijk procesrecht, specifiek Beslag- en Executierecht toe. Daarnaast geeft het een overzicht van ontwikkelingen met betrekking tot (nieuwe) wet- en regelgeving, jurisprudentie, literatuur en beleid, aldus de voornoemde website.
Zijn afspraken vastgelegd in een notariële akte en komt de andere partij de gemaakte (financiële) afspraken niet na, dan is de kans groot dat je meteen het executietraject kan opstarten in plaats dat je moet gaan procederen bij de rechter. Het spreekt voor zich dat dit grote voordelen – kosten en tijdswinst – met zich meebrengt.
Voordat je tot tenuitvoerlegging kan overgaan, moet je wel eerst een grosse van de akte opvragen bij de notaris. De grosse is een door de notaris afgegeven afschrift van de akte met daarop de woorden “In naam van de Koning”. Deze grosse moet de deurwaarder aan je wederpartij betekenen. Wordt er vervolgens niet betaald, dan kan je direct executiemaatregelen nemen, zoals het leggen van beslag op de bankrekening of op het loon van je wederpartij. Gaat het om een hypotheek waarvoor een achterstand bestaat, dan kan je de woning gaan verkopen.
Je moet er wel op bedacht zijn dat niet elke door een notaris opgestelde akte kan worden uitgewonnen. Enkele vereisten waaraan een notariële akte moet voldoen, zijn dat partijen (al dan niet middels volmacht) voor de notaris moeten verschijnen en de voornamen, namen, geboortedatum en geboorteplaats van partijen moeten worden weergegeven in de akte. Ook aan de tekst (goed leesbaar en geen afkortingen) en kwaliteit van het papier van een notariële akte worden eisen gesteld.
Misschien zou je verwachten dat elke akte van de notaris aan deze vereisten voldoet, maar de praktijk wijst helaas anders uit. Recent deed zich de situatie voor dat de notaris een ‘overeenkomst beëindiging geregistreerd partnerschap’ had opgesteld. De man komt zijn verplichtingen niet na. Omdat deze overeenkomst niet voldoet aan enkele vereisten, is het geen notariële akte. In plaats van een snelle executie moest de vrouw eerst een gerechtelijke procedure voeren.
Staat eenmaal vast dat de akte een ‘echte’ notariële akte is, dan rijst de vraag voor welke vorderingen de akte ten uitvoer kan worden gelegd. De Hoge Raad heeft hiervoor een tweetal criteria opgesteld:
(i) vorderingen die op het tijdstip van het verlijden van de akte reeds bestaan en in de akte zijn opgenomen en toekomstige vorderingen die hun onmiddellijke grondslag vinden in een op het tijdstip van het verlijden van de akte reeds bestaande en in de akte omschreven rechtsverhouding;
(ii) heeft de akte betrekking op één of meer vorderingen, die aan de onder (i) bedoelde vereisten voldoet, maar wordt niet de grootte van het verschuldigde bedrag vermeld, dan is de grosse van de akte niettemin voor tenuitvoerlegging vatbaar, wanneer deze de weg aangeeft langs welke op voor de schuldenaar bindende wijze de grootte van het verschuldigd bedrag kan worden vastgesteld.
Met andere woorden, als uit de akte afdoende blijkt wat de debiteur verschuldigd is, dan levert de akte een executoriale titel op.
Het vastleggen van bijvoorbeeld een geldlening in een notariële akte, kost in eerste instantie misschien iets meer (de notaris moet immers ook betaald worden), maar op termijn kan je er veel voordeel bij hebben.
Recente reacties