Het gaat er dan echt van komen: het digitaal procederen wordt stopgezet. Hiervoor diende minister Dekker op 27 maart 2019 een wetsvoorstel in bij de Tweede Kamer.[1]

 

Doelen wetsvoorstel

Dit wetsvoorstel regelt niet alleen het stoppen met digitaal procederen bij de pilotrechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, maar regelt ook twee andere onderwerpen. Ten eerste geldt straks bij alle rechtbanken weer hetzelfde procesrecht. Dit betekent onder andere dat de procesinleiding en de basisprocedure worden geschrapt en dat de rol terugkomt.

Ten tweede krijgen rechters meer invloed op het inrichten van de mondelinge behandeling. Dit naar aanleiding van positieve ervaringen met het nieuwe procesrecht onder KEI bij de pilots bij de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland. Hiervoor neemt men een deel van het procesrecht onder KEI over in het wetsvoorstel.

 

Hoe nu verder?

Betekent dit dat digitaal procederen helemaal van tafel is? Nee. Al zal het nog wel een aantal jaren duren voordat een nieuwe pilot wordt gestart.

Men gaat eerst een digitale postbus voor het indienen van berichten en processtukken ontwerpen. Vervolgens wordt dit per zaakstroom (civiel, kanton, verzoekschrift, etc.) getest. Dit staat in het Basisplan voor digitalisering van de rechtspraak.[2] Het Basisplan geeft hiermee invulling aan de reset van het Programma KEI.

2019 is een startjaar, dus verwacht dit jaar nog geen concrete resultaten. Het streven is om binnen enkele jaren te realiseren dat de berichten- en stukkenuitwisseling digitaal kan plaatsvinden. Uiteindelijk wordt dit voor professionele partijen verplicht (net als bij KEI het streven was).[3]

 

=====

[1] Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland en tot verruiming van de mogelijkheden van de mondelinge behandeling in het civiele procesrecht.

[2] Basisplan voor digitalisering van de rechtspraak, Kamerstukken II 2018/19, 2279, nr. 490.

[3] Basisplan, p. 4.