[COLUMN] Sinds 1 januari 2016 moeten deurwaarders in een beperkt aantal gevallen het digitaal beslagregister (‘DBR’) raadplegen. Als je de berichten moet geloven, is de komst van het DBR de oplossing voor het voorkomen van onnodige kosten en voorkomt het dat het inkomen van de schuldenaar onder de beslagvrije voet (90% van de bijstandsnorm) komt. Maar van een mooie zwaan is nog geen sprake; het DBR is verre van ideaal.
Op 1 juli 2016 moeten alle van toepassing zijnde beslagen zijn ingevoerd in het DBR en in de toekomst moeten ook beslagen op roerende zaken worden ingevoerd. Dit betekent dat het DBR op dit moment nog niet compleet is en dus ook niet effectief kan zijn. De KBvG erkent dit bij monde van haar bestuurslid Jan de Swart (1). Bijkomend probleem is dat overheden, zoals waterschappen, en de Belastingdienst (2) niet meedoen. Deze overheden hebben een preferente positie en bijzondere incassobevoegdheden en verdringen andere schuldenaren (3). Dit in combinatie met de ingewikkelde beslagwetgeving werkt in de hand dat het inkomen van een schuldenaar onder de beslagvrije voet belandt (4). De Belastingdienst eist dat het DBR de correcte beslagvrije voet vermeldt. Maar dit kan de KBvG niet garanderen, omdat deurwaarders afhankelijk zijn van gegevens die de schuldenaar verstrekt. Kortom, het ziet er niet naar uit dat de Belastingdienst op korte termijn zal participeren.
Voorkomen van onnodige kosten
Het eerste doel van het DBR is het voorkomen van onnodige kosten. De deurwaarder is verplicht het DBR te raadplegen voordat hij bepaalde ambtshandelingen mag verrichten. Is redelijkerwijs niet te verwachten dat de vordering binnen drie jaar is geïncasseerd, dan deelt de deurwaarder dit mee aan zijn opdrachtgever (5). Vervolgens bepaalt de opdrachtgever of de procedure of het executoriaal beslag wordt doorgezet. Pikant detail hierbij is dat de deurwaarder belang heeft bij het voortzetten van de ambtshandeling; daar krijgt hij immers voor betaald. Daarbij is het nog maar de vraag of het überhaupt wel mogelijk is om de verhaalbaarheid goed in te schatten. Het DBR is immers verre van compleet. Voorts geldt dat een vonnis of arrest pas verjaart na 20 jaar en een geldvordering na vijf jaar of twee jaar als het om koop gaat. Dat het incasseren mogelijk langer duurt dan drie jaar is geen reden om niet te dagvaarden. Doe je niets, dan wordt je vordering niet betaald en bestaat de kans dat je vergeet om de verjaring (tijdig) te stuiten.
Beslagvrije voet
Voor wat betreft de bescherming van de beslagvrije voet, het tweede doel van het DBR, is het DBR kansrijker. Het voorkomen dat het inkomen van mensen met schulden onder de beslagvrije voet komt, is noodzakelijk en broodnodig. Hiervoor is het van essentieel belang dat overheden en de Belastingdienst participeren. Gezien het algemeen erkende belang dat iemands inkomen niet onder het bestaansminimum komt, is het schandalig dat zij niet willen participeren of absurde eisen stellen.
Lelijk eendje of…
Het DBR is een goedbedoeld initiatief, maar lang niet zo effectief als men wil doen geloven. Dit komt ten eerste omdat het verre van compleet is. De tweede oorzaak is dat overheden en de Belastingdienst, die er vaak voor zorgen dat het inkomen onder de beslagvrije voet komt, vooralsnog niet willen meedoen. Kortom, er moet nog veel gebeuren voordat het DBR van een lelijk eendje verandert in een mooie zwaan.
Deze column verscheen op 30 juni 2016 in de digitale nieuwsbrief ‘BER Nieuws’, afl. 2016/24, Sdu Uitgevers en in het tijdschrift BER 2016/3, p. 28.
—–
(1) Een groeibriljant, interview met Jan Swart, De Gerechtsdeurwaarder 2016-1, p. 8-13.
(2) Belastingdeurwaarders zijn niet aangesloten bij de KBvG en zijn niet gebonden aan de Verordening digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders en het daarop gebaseerde Reglement digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders.
(3) Jungmann e.a., Paritas Passé, Sdu 2012, tabel 1, p. 19 e.v.
(4) Jungmann e.a., Paritas Passé, Sdu 2012, p. 24.
(5) Artikel 8 lid 4 Verordening digitaal beslagregister voor gerechtsdeurwaarders.
In feite wordt hier gesteld dat het DBR een lelijk eendje is. Veel liever volg ik het standpunt van Jan de Swart dat het DBR een ‘groeibriljant’ is. Inderdaad is het nog niet helemaal gevuld. Vergeet ook niet dat de inrichting van het DBR pas in 2014/2015 is ingezet. Juist om te zorgen dat de nodige snelheid kon worden bereikt is afgesproken dat bijvoorbeeld de Belastingdienst en het CJIB later zouden aanhaken. In de dagelijkse praktijk is het DBR effectiever dan Jeroen ons doet geloven. Het DBR is een prima middel om de verhaalbaarheid van een vordering in te schatten. En het is de opdrachtgever die in voorkomende gevallen beslist of hij een kostenrisico wilt nemen. Het gesuggereerde belang van de deurwaarder maakt geen deel uit van die beslissing.
Dank voor je reactie Michel. Het klopt dat het DBR in mijn ogen nog niet de mooie zwaan is die het uiteindelijk moet worden. Vanzelfsprekend polste ik meerdere deurwaarders gepolst over het inschatten van de verhaalbaarheid voordat ik het opschreef. Deze deurwaarders zijn – met mij – een andere mening toegedaan over het inschatten van de verhaalbaarheid. Naar mijn mening zegt de huidige situatie enkel iets over de korte termijn. In twee of drie jaar kan er immers een boel gebeuren.
Voor wat betreft het belang van de deurwaarder is belangrijk dat schuldeisers zich vaak laten leiden door hun (incasso)gemachtigde. Als de incassogemachtigde aangeeft dat er een kans is dat er wel geïncasseerd zal worden, dan zal de klant in het merendeel van de gevallen doorzetten. Het gevaar op beïnvloeding is in mijn ogen dus zeker aanwezig.
De ingenomen standpunten kan ik niet onderschrijven.
Het is juist bij de beslissing om wel of niet te dagvaarden een zeer waardevol middel. Uiteraard het is (nog) niet compleet. Maar we zijn van niets naar een complete database van alle gerechtsdeurwaarders in Nederland gegaan. Dat is een gigantische stap. Er is een enorme effort geweest van zowel de KBvG als alle indviduele kantoren om een revolutionaire nieuwe tool op te zetten.
Natuurlijk is het zo dat een vonnis na 20 jaar verjaart. Maar ik denk dat je het nu teveel bekijkt vanuit de advocatuur en het type vordering dat de advocaat behandelt. Wij als gerechtsdeurwaarder behandelen over het algemeen een ander type vordering. Veelal zijn het relatief bescheiden bedragen aan openstaande facturen. De meeste van deze opdrachtgevers zitten er helemaal niet op te wachten om te investeren in een gerechtelijke procedure zodat ze misschien over meer dan 3 jaar nog eens verhaal kunnen vinden. En nee, met deze informatie zijn onze opdrachtgevers gediend en daarmee behouden wij onze opdrachtgever. Dus er is zeker geen sprake van dat onze eigen verdiensten daarbij een rol spelen.
Ook in het executieproces moet het belang zeker niet onderschat worden. Wij hebben als deurwaarder nu direct inzicht welke collega’s reeds derdenbeslag hebben gelegd bij een werkgever. Zodoende kunnen wij rechtstreeks en direct bij collega naar de status informeren en beoordelen of een beslag zinvol is. Daarmee worden werkgevers enorm ontlast.
Kortom de voordelen zijn direct zichtbaar en ze zijn legio.
Maar nee het is (nog) geen 100% waterdichte tool. Maar het is allicht meer des advocaats om te verlangen dat iets waterdicht is en het anders niet voldoet? Ik zie meer dat er eerst een leeg terrein was en er nu ineens een boom staat die direct al vruchten geeft.