Vandaag werd bekend dat de rechtbanken Den Haag en Rotterdam per 1 mei 2013 een pilot starten om hoger beroep in eenvoudige zaken te versnellen d.m.v. een second opinion procedure. Deze procedure dient als alternatief voor de reguliere hoger beroepprocedure.

Hierna zal ik betogen dat deze procedure mooier lijkt dan zij in werkelijkheid is.

Als beide partijen hier expliciet mee instemmen en het gerechtshof is akkoord, zal het gerechtshof binnen zes weken beoordelen of de in eerste aanleg gegeven beslissing juist is. Het gerechtshof baseert zich hierbij enkel op het procesdossier in eerste aanleg. Er is dus geen mogelijkheid om nieuwe feiten of nieuwe bewijsstukken in het geding te brengen.

Naast de snelheid zou een tweede voordeel zijn dat de kosten beperkt blijven, omdat de advocaat geen processtukken hoeft op te stellen.

Dat klinkt allemaal mooi, maar je moet je wel een aantal dingen realiseren voordat je akkoord gaat met de second opinion procedure.

Herstelfunctie hoger beroep

Eén van de functies van hoger beroep is om fouten en vergissingen uit de procedure in eerste aanleg te herstellen, zowel van rechters als van partijen zelf. In 1966 verwoordden Westerouwen Van Meeteren en Reinhold dit treffend:

“Immers behoort aan partijen de gelegenheid gelaten te worden haar beweringen in hoger beroep desgewenst nader te onderstrepen en aan te vullen; procesrechtelijke misslagen, in eerste aanleg begaan, moeten kunnen worden hersteld. Niet zelden zal een partij, wier zaak in eerste aanleg mislukt is, uit een rustige herlezing van haar eigen beweringen en vergelijking daarvan met die van de wederpartij en vooral ook met de overwegingen van het vonnis, in de gelegenheid komen een nieuwe betoog op te bouwen, misschien nieuw bewijsmateriaal aan te voeren, zodat de appelrechter een haar gunstiger beslissing zal kunnen geven.” [1]

Dit is later meerdere malen door de Hoge Raad bevestigd. [2] Door te kiezen voor de second opinion procedure doe je afstand van je recht op herstel en aanvulling van het door jou in eerste aanleg aangevoerde. Je kan je eis en/of je verweren dus niet meer wijzigen of aanvullen.

Dit kan verstrekkende gevolgen hebben. Ter illustratie: in eerste aanleg wordt na de conclusie van antwoord (het verweer van de gedaagde) veelal een comparitie van partijen bevolen, gevolgd door een vonnis. Dat betekent dat de eiser niet schriftelijk heeft kunnen reageren om de stellingen van gedaagde. Nu zal je als advocaat (of gemachtigde) van eiser op de comparitie natuurlijk ingaan op de conclusie van antwoord, maar de vastlegging in het proces-verbaal van de zitting is vaak (erg) summier. Ook komt het geregeld voor dat bepaalde onderwerpen op de comparitie niet goed aan bod komen. Dat betekent dat je als eiser eigenlijk 1-0 achter staat en dat de second opinion wordt gegeven op basis van een onvolledig dossier. Dit kan je niet meer herstellen in de second opinion procedure en wel in een regulier hoger beroep.

Hoger beroep: voorsluis van cassatie

Van een in de second opinion procedure gegeven uitspraak, kan je in cassatie gaan bij de Hoger Raad. Hoger beroep fungeert ‘als voorsluis van de cassatie’. [3] In eerste aanleg wordt op een andere manier geprocedeerd als in hoger beroep. In hoger beroep wordt er – als het goed is – geanticipeerd op een mogelijk cassatieberoep. Dat is in een second opinion procedure niet mogelijk.

Conclusie

Al met al is de second opinion procedure een uitgeklede procedure waarvan je moet afvragen of je er baat bij hebt en of je het wilt (ook al gaat het om een eenvoudige procedure). De second opinion procedure is ongetwijfeld sneller en goedkoper dan een regulier hoger beroep, maar dat heeft wel een prijs.

 


[1] F.M. Westerouwen Van Meeteren en C.B. Reinhold, Grondtrekken van het Nederlands Burgerlijk Procesrecht, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1996, p. 23.

[2] Onder andere HR 23 februari 1996, NJ 1996, 395 en HR 22 januari 1999, NJ 1999, 715.

[3] H.J. Snijders, Civiel Appel, Deventer: Kluwer 2009, nr. 4.

 

Geverifieerd door MonsterInsights