Onverschuldigde betaling

Wat is onverschuldigde betaling?

Onverschuldigde betaling is volgens bet Burgerlijk Wetboek:

“Degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, is gerechtigd dit van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen.” [1]

Echt duidelijk en begrijpelijk is deze omschrijving niet. In begrijpelijk Nederlands is onverschuldigde betaling:

“je geeft iemand iets zonder dat daarvoor een afspraak is gemaakt en zonder dat het je bedoeling was.”

Hierbij kan je denken aan de volgende situaties.

 

Voorbeeld 1

Karel koopt via Marktplaats een fiets. Dit betekent dat Karel met de verkoper een (schriftelijke of mondelinge) koopovereenkomst aangaat. Zoals afgesproken, wil Karel de koopprijs per bank betalen, maar bij het invoeren van het rekeningnummer draait hij twee getallen om. In plaats van de verkoper krijgt een wildvreemde het geld bijgeschreven. Met de persoon die jouw geld bijgeschreven krijgt, heeft Karel geen verhouding op basis waarvan hij geld zou moeten betalen en hij wil dit ook niet. Karel heeft zonder rechtsgrond betaald aan deze persoon en er is sprake van onverschuldigde betaling.

 

Voorbeeld 2

Nicolaas heeft een vonnis op basis waarvan Mieke € 50.000 aan hem betalen. Nadat de Mieke is aangeschreven, betaalt zij vordering. Mieke laat het er niet bij zitten en gaat in hoger beroep. Met succes: het gerechtshof vernietigt het vonnis. Hiermee is het vonnis komen te vervallen, is de betaling van Mieke aan Nicolaas zonder rechtsgrond gedaan en is sprake van onverschuldigde betaling door Mieke.

 

Gevolgen

Het gevolg van de onverschuldigde betaling door Karel is dat hij de verkoper alsnog moet betalen, omdat die de koopprijs van de fiets nog niet heeft ontvangen. Ook zal Karel het onverschuldigd betaalde bedrag terug willen krijgen. Dit betekent dat hij moet achterhalen wie de houder is van het rekeningnummer en vervolgens moet hij hopen dat deze persoon het geld vrijwillig terugstort.

Naast het bedrag dat onverschuldigd is betaald, kunnen Karel en Mieke ook aanspraak maken op de wettelijke vertragingsrente. Deze rente is verschuldigd vanaf de datum van de onverschuldigde betaling tot aan de dag dat de het bedrag wordt terugbetaald. Het is niet nodig om eerst een aanmaning te sturen, voordat je hier aanspraak op kan maken.[2]

 

Verjaarde vordering

Het komt voor dat een schuldeiser te lang stil zit met als gevolg dat zijn vordering verjaart. Is een vordering verjaard, dan kan de schuldeiser die vordering niet meer afdwingen bij de rechter.

De vordering bestaat nog wel, maar is niet meer afdwingbaar. Wat overblijft is, zoals juristen dat noemen, een natuurlijke verbintenis.

Betaal je een verjaarde vordering, dan voldoe je aan een verbintenis en dus is er géén sprake van onverschuldigde betaling.

 

Verjaring

De vordering uit onverschuldigde betaling kan ook verjaren. De verjaringstermijn bedraagt  vijf jaar.[3] Deze verjaringstermijn start op de dag nadat de benadeelde daadwerkelijk in staat is om een rechtsvordering tot terugbetaling in te stellen. De verjaringstermijn voor de vordering van Mieke start op de dag nadat het gerechtshof uitspraak heeft gedaan.[4]

 

=====

[1] Artikel 6:203 lid 1 BW.

[2] Hoge Raad 19 mei 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5863, r.o. 3.4.

[3] Artikel 3:309 BW.

[4] Hoge Raad 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1052 (De Leeuws c.s./Pinoccio).

 

Verjaring van rechtsvordering

Verjaring van rechtsvordering

Als een debiteur je facturen niet betaalt, dan gebeurt het vaak dat je niet meteen actie onderneemt. Debiteuren achter de broek aanzitten, is niet leuk en heeft vaak geen prioriteit. En daarnaast kiest men er in het huidige economische klimaat er toch vaak voor om zo min mogelijk kosten te maken en kiest men er vaak voor om geen actie te ondernemen tegen debiteuren. Dit brengt echter wel een risico met zich mee.

Zit je te lang stil, dan verjaart je vordering. Dit betekent niet dat je vordering vervalt, maar dat je je vordering niet bij de rechter kan afdwingen.

Een belangrijke verjaringstermijn is de termijn die ziet op de betaling van geldsommen, dividend, rente, huur, pacht en verder alles wat per jaar of kortere termijn moet worden betaald. Hiervoor geldt een verjaringstermijn van vijf jaar.[1]

Ook voor vorderingen gebaseerd op onverschuldigde betaling, schadevorderingen, vorderingen tot nakoming van verbintenissen en vorderingen die gaan over een tekortkoming in de nakoming en ontbinding van verbintenissen verjaren na vijf jaar.[2]

Begin verjaring

De verjaring begint in principe te lopen op de dag die volgt op de dag waarop onmiddellijke nakoming kan worden gevorderd.[3] Als bijvoorbeeld een geldlening op 1 januari 2019 opeisbaar wordt, dan begint de verjaringstermijn te lopen op 2 januari 2019.

Voor de verjaring van vakantiedagen geldt een aparte regeling. Daarvoor verwijs ik naar mijn blog over dat onderwerp.

Stuiting

Het is mogelijk om de verjaring te stoppen (in jargon: het stuiten van de verjaring). Als je dat doet, dan begint de verjaringstermijn weer opnieuw te lopen.

Stuiten kan door een schriftelijke aanmaning of een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Voorwaarde is wel dat de aanmaning/mededeling de schuldenaar moet hebben bereikt.[4] Als de ontvangst van de aanmaning wordt betwist, dan moet de schuldeiser aantonen dat de aanmaning/mededeling door de schuldenaar is ontvangen.[5]

Men neemt vaak aan dat het sturen van een aangetekende brief de oplossing is. Maar ook dit is niet zonder risico’s. Wat nu als de postbode de aangetekende brief niet kan overhandigen aan de schuldenaar en deze haalt de aangetekende brief vervolgens niet af. Vervolgens verweert de schuldenaar zich met de stelling dat de vordering verjaard is en dat hij geen afhaalbericht van de postbode heeft ontvangen. In dat geval moet de schuldeiser aantonen dat (i) hij de brief aangetekend heeft verzonden en (ii) de brief (tijdig) aan de schuldenaar is aangeboden.[6] Dit probleem kan je voorkomen door de deurwaarder de aanmaning te laten betekenen (sommatie-exploot). Dan weet je zeker dat de sommatie de schuldenaar bereikt. Deurwaarders mogen zelf bepalen hoeveel ze in rekening brengen voor een sommatie-exploot. De prijs varieert tussen ongeveer € 55 en € 100 per sommatie-exploot. Neem gerust contact met me op als je een suggestie wilt voor een goedkope deurwaarder.

Een andere manier om de verjaring te stuiten, is door beginnen van een gerechtelijke procedure waarin je betaling van de onbetaald gelaten facturen vordert.

Ook de schuldenaar kan er – al dan niet bewust – voor zorgen dat de verjaring wordt gestuit, namelijk door de vordering te erkennen.[7] De erkenning kan bestaan uit het doen van een aanbod tot betaling, het doen van een deelbetaling of het vragen om uitstel van betaling of het vragen om een betalingsregeling.[8] Dit kan zowel mondeling als schriftelijk. Ook hiervoor geldt dat de schuldeiser moet aantonen dat de vordering door de schuldenaar is erkend.[9] Dus vraag altijd of de schuldenaar zijn verzoek om uitstel of om een regeling schriftelijk of per e-mail wil doen. Dit versterkt je bewijspositie in een eventuele gerechtelijke procedure aanmerkelijk.

 


[1] Artikel 3:308 BW.

[2] Artikelen 3:309, 310 en 311 BW.

[3] Artikel 3:313 BW.

[4] Artikel 3:37 BW.

[5] Artikel 150 Rv en Gerechtshof Arnhem 8 mei 2012, ECLI:NL:GHARN:BW5311. Weliswaar zag de casus waarover het Gerechtshof Leeuwarden oordeelde op de vraag of de gedaagde in verzuim was komen te verkeren, maar de onderliggende regel over het aantonen dat de aangetekende brief is aangeboden, geldt ook voor verjaring.

[6] HR 4 juni 2004, ECLI:NL:HR2004:AO5122.

[7] Artikel 3:318 BW.

[8] Rechtbank Rotterdam 25 februari 2009, ECLI:NL:RBROT:2009:BH5975.

[9] Artikel 150 Rv.

BKR en de verjaarde vordering

BKR en de verjaarde vordering

Stel, je sluit een lening af om een nieuwe sportauto te kunnen kopen en je betaalt de aflossing of rente niet, dan is de kredietverstrekker wettelijk verplicht dit te melden bij het Bureau Kredietregistratie te Tiel. Wat gebeurt er als de vordering verjaart?

Verjaring

Als de kredietverstrekker (schuldeiser) geen aanmaningen stuurt, dan zal zijn vordering op een gegeven moment verjaren. Is een vordering verjaard, dan wordt de verbintenis omgezet in een natuurlijke verbintenis. Dit betekent dat de kredietverstrekker weliswaar nog steeds een vordering heeft, maar deze kan hij niet meer bij de rechter afdwingen.

Er zijn meerdere verjaringstermijnen. Voor geldvorderingen bedraagt de verjaringstermijn over het algemeen vijf jaar. Maar let op, als de financiering is aangegaan in verband met een consumentenkoop, zoals in ons voorbeeld, dan is de verjaringstermijn mogelijk slechts twee jaar. Meer informatie over deze laatste situatie lees je in mijn blog Financiering bij consumentenkoop: korte verjaringstermijn!

Gevolgen voor negatieve registratie?

Is een vordering waarvoor een negatieve registratie bestaat bij het BKR verjaard, dan moet de kredietverstrekker dit melden bij het BKR.

Op het moment van verjaring moet de kredietverstrekker de werkelijke einddatum registreren. De werkelijke einddatum is het startpunt van de vijfjaarstermijn waarin de negatieve registratie nog zichtbaar is.

Wordt op een later moment vastgesteld dat de vordering verjaard is, dan moet de werkelijke einddatum alsnog met terugwerkende kracht worden geregistreerd.

Weigering

Dit staat in de handleiding voor kredietverstrekkers, dus ze weten wat ze moeten doen. Toch komt het geregeld voor dat de vordering is verjaard, maar dat de kredietverstrekker geen actie onderneemt.

Wil de kredietverstrekker ondanks verzoeken daartoe niet meewerken, dan kan je je wenden tot de rechter of de Geschillencommissie BKR.

[UPDATE] Per 1 oktober 2021 is de Geschillencommissie BKR ondergebracht bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid).

Verjaring van executie van een rechterlijke uitspraak

Een rechterlijke uitspraak, zoals een vonnis of arrest, is niet eeuwig geldig. Na verloop van tijd verjaart de bevoegdheid om de rechterlijke uitspraak ten uitvoer te leggen c.q. te executeren. Maar je kan voorkomen dat het vonnis nutteloos wordt.

Dit is een ander type verjaring dan de verjaring waarover ik eerder blogde. In mijn eerdere blogs ging het over de verjaring van rechtsvorderingen.[1]

Hoofdregel

Een rechterlijke (of arbitrale) uitspraak verjaart na verloop van 20 jaar. Dit betekent dat de uitspraak na 20 jaar niet meer kan worden ten uitvoer gelegd, door bijvoorbeeld het leggen van bankbeslag op beslag op een pand.

Uitzondering

Op deze 20-jaarstermijn geldt een uitzondering als het in de rechterlijke uitspraak staat dat het om bedragen gaat die per jaar of kortere termijn moeten worden betaald. Hierbij kan je denken aan de gevorderde wettelijke rente die wordt toegewezen. In die gevallen geldt een korte verjaringstermijn van vijf jaar.

Aanvang termijn

De 20- of 5-jaarstermijn begint te lopen op de dag na uitspraak. Is in de uitspraak een bepaalde termijn of een voorwaarde opgenomen die moet zijn vervuld, dan begint de verjaring te lopen de dag na afloop van deze termijn of de dag nadat aan deze voorwaarde is voldaan.

Stuiting

Dit betekent niet dat je na 20 of vijf jaar niets meer aan de uitspraak hebt. De verjaring kan worden gestuit. Daarmee verleng je de periode waarbinnen je de rechterlijke uitspraak ten uitvoer kan leggen. De verjaring wordt gestuit door:

  1. betekening van de uitspraak of schriftelijke aanmaning;
  2. erkenning van de in de uitspraak vastgestelde verplichting;
  3. iedere daad van tenuitvoerlegging, mits daarvan binnen de door de wet voorgeschreven tijd of, bij gebreke van zodanig voorschrift, met bekwame spoed mededeling aan de wederpartij wordt gedaan.

Wordt de verjaring tijdig en op de juiste wijze gestuit, dan begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen. Maar let op, deze termijn is maximaal vijf jaar.

=====

[1] Zie mijn blogs Verjaring van rechtsvordering, Financiering bij consumentenkoop: korte verjaringstermijn! en Het belang van een goede sommatiebrief.

Het belang van een goede sommatiebrief

Het belang van een goede sommatiebrief

Uit een recente uitspraak van de rechtbank Arnhem blijkt maar weer eens dat het goed is om je sommatiebrief goed in te richten.

Doe je dat niet dan kunnen de gevolgen verstrekkend zijn.

Waar ging het over?

In deze kwestie ging de discussie over de vraag of de vordering van de eisende partij is verjaard. Verjaring houdt in dat je je vordering niet meer via de rechter kan afdwingen. Je vordering vervalt dus niet, maar je bent overgeleverd aan de goedheid van je debiteur en daar is – zeker in de huidige tijd – vaak wel wat op aan te merken.

De verjaringstermijn van een vordering tot betaling van een geldsom is vijf jaar. Deze termijn kan onder andere worden gestopt door een goede sommatiebrief. Als de termijn wordt gestuit, begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen. Meer informatie over verjaring vind je hier.

Een sommatiebrief moet niet alleen de mededeling bevatten dat je een vordering op je debiteur hebt. Je moet ondubbelzinnig duidelijk maken dat je ook na verloop van de verjaringstermijn van vijf jaar je recht op betaling nog geldend wil kunnen maken. De ratio hiervan is dat de schuldenaar voldoende is gewaarschuwd dat hij er ook na het verstrijken van de verjaringstermijn rekening mee moet houden dat hij de beschikking behoudt over zijn gegevens en bewijsmateriaal, zodat hij zich tegen een dan mogelijk alsnog door de schuldeiser ingestelde vordering behoorlijk kan verweren.

In de kwestie waarover de Arnhemse rechtbank moest oordelen stond in een sommatiebrief:

“Ik verzoek en zonodig sommeer ik u dan ook over te gaan tot betaling van het verschuldigde bedrag per 31 december 2007 (…). Bij gebreke van een inhoudelijke reactie uwerzijds binnen veertien dagen zal ik genoodzaakt zijn u in rechte te betrekken teneinde het verschuldigde bedrag inclusief kosten en rente alsnog op u te verhalen.”

De rechter oordeelde deze brief niet te zien als het verrichten van handelingen waarin eiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Het gevolg was dat de verjaring niet was gestuit (en daarmee verjaard is) en dus werd de vordering afgewezen.

Conclusie

Gezien de verregaande gevolgen is het raadzaam om stil te staan bij de inhoud van je sommatiebrief, met name als het einde van de verjaringstermijn nadert. Neem in dat geval uitdrukkelijk op dat de brief op dat deze – eventueel naast het sommeren tot betaling – tot doel heeft om de verjaring te stuiten.

Financiering bij consumentenkoop: korte verjaringstermijn!

Het gebeurt geregeld dat een consument een auto koopt en de koopprijs financiert door middel van een geldlening. Zo ook in de casus waarover het arrest van de Hoge Raad van 10 augustus 2012 gaat (LJN: BW4992).

De vraag die speelt, is of de vordering tot betaling van de financieringstermijnen twee jaar is of vijf jaar. Dit verschil is voor de praktijk zeer relevant.

In de zaak waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld, heeft een consument een auto gekocht voor zo’n € 8.200.  De consument heeft de auto deels gefinancierd middels een driepartijenovereenkomst van 11 september 1998, waarbij (i) de autodealer, (ii) de consument-koper en (iii) Defam Financieringen partij zijn. De auto is geleverd onder eigendomsvoorbehoud en koper dient 60 maandelijkse termijnen aan Defam te betalen. De koper stopt op enig moment met het betalen van de maandelijkse termijnen.

In een dergelijk geval kan er een dermate samenhang bestaan dat de bepalingen van consumentenkoop ook gelden voor de financiering. Meer concreet zou dat betekenen dat de verjaringstermijn van de onbetaald gelaten financieringstermijnen niet vijf jaar (artikel 3:307 BW), maar slechts twee jaar (artikel 7:28 BW) bedraagt. De Hoge Raad verwoordt het als volgt:

“Tussen een overeenkomst van consumentenkoop en een overeenkomst tot financiering van de daarbij overeengekomen koopprijs door een derde kan een dusdanige verbondenheid bestaan, dat de bescherming die art. 7:28 aan de consument-koper beoogt te bieden zich mede uitstrekt tot de vordering tot aflossing van het krediet (vgl. onder meer HR 23 januari 1998, JLN ZC2555, NJ 1999/97, HR 14 januari 2000, LJN AA4279, NJ 2000/307, HR 10 juli 2009, LJN BI3408, NJ 2012/496 en HR 20 januari 2012, LJN BU3162, NJ 2012/60). Of van een zodanige verbondenheid sprake is, dient te worden vastgesteld door uitleg van de rechtsverhouding in het licht van de omstandigheden. In omstandigheden als door het hof vastgesteld – in het bijzonder dat ook de verkoper partij was bij de financieringsovereenkomst – ligt een dergelijke verbondenheid voor de hand.”

Wat betekent dit voor de praktijk?

Als de verjaringstermijn twee jaar bedraagt – en deze wordt niet gestuit -, dan kan de financieringsmaatschappij na verloop van twee jaar betaling van haar vordering niet in rechte afdwingen. Zij staat dus met lege handen als de koper weigert om te betalen.

Het belang van – in dit geval – Defam lijkt me evident. En mocht je wellicht aan de andere kant staan, dat kan je er natuurlijk ook je voordeel mee doen.

Meer informatie over het verjaren van rechtsvorderingen vind je hier.

Vakantiedagen per 1 januari 2012: het puzzelen is begonnen!

Per 1 januari 2012 is de wetgeving omtrent het opsparen c.q. meenemen van vakantiedagen ingrijpend veranderd. Aangezien er bij de nieuwe regeling een onderscheid wordt gemaakt tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen, zal ik eerst ingaan op het verschil tussen beide soorten vakantiedagen.

(meer…)

%d bloggers liken dit: