EET en de hypothecaire restschuld

EET en de hypothecaire restschuld

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden deed op 16 januari jl. een voor de internationale incassopraktijk belangwekkende uitspraak[1] over het waarmerken van een hypotheekakte als Europese Executoriale Titel, hierna: ‘EET’.

Voordat ik inhoudelijk inga op het oordeel van het gerechtshof, zet ik eerst uiteen wat een EET precies is, wat de voorwaarden voor waarmerking als EET zijn en wat de situatie was tot de uitspraak van 16 januari jl.

Download artikel

Wat is de EET?

De EET vindt haar oorsprong in Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (‘EET-Vo’).[2] In de Uitvoeringswet verordening Europese executoriale titel (‘UW EET-Vo’) wordt de EET-Vo opgenomen in het Nederlandse burgerlijk procesrecht.[3]

De EET-Vo heeft tot doel het vereenvoudigen van het vrij verkeer van beslissingen, gerechtelijke schikkingen en authentieke akten voor niet betwist schuldvorderingen in alle lidstaten.[4] Schuldeisers kunnen met een EET hun niet-betwiste vordering snel en eenvoudig in een andere lidstaat ten uitvoer leggen. Maar dit geldt enkel voor burgerlijke of handelszaken en dus niet voor bijvoorbeeld fiscale zaken, douanezaken en bestuursrechtelijke zaken.[5]

De EET moet dienen als sneller en goedkoper alternatief van de exequaturprocedure van de EG-executieverordening (‘EEX-Vo’).[6]

Kernbegrip in de EET-Vo is de “niet-betwiste schuldvordering”. Een schuldvordering is een vordering tot betaling van een geldbedrag dat opeisbaar is of waarvoor in de beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte de datum van opeisbaarheid is bepaald.[7] Omdat in dit artikel de authentieke akte centraal staat, richt ik me in dit artikel enkel op de authentieke akte.

Een schuldvordering wordt als niet-betwist beschouwd als de schuldenaar bij authentieke akte uitdrukkelijk de schuldvordering heeft erkend.[8]

Een als EET gewaarmerkte notariële kan in alle Europese lidstaten ten uitvoer worden gelegd, behalve in Denemarken.[9]

 

Voorwaarden waarmerking EET

Naast de uitdrukkelijke erkenning, moet de vordering opeisbaar zijn of de datum van opeisbaarheid moet duidelijk in de authentieke akte staan.[10] Enkel notariële akten die zijn verleden op of na 21 januari 2005, zijnde de datum van inwerkingtreding EET-Vo, kunnen worden gewaarmerkt als EET.[11] Voor oudere akten kan een exequatur worden aangevraagd in de lidstaat waar de akte ten uitvoer moet worden gelegd.

Het verzoek moet worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank in de plaats van vestiging van de notaris die de notariële akte heeft verleden.[12] Bij het verzoekschrift moet een volledig en authentiek afschrift van de authentieke akte worden gevoegd.[13] De schuldenaar wordt niet gehoord voordat op het verzoek wordt beslist.[14]

Tegen de toewijzing van waarmerking als EET staat geen hoger beroep open[15], maar tegen een afwijzing wel.

 

Casus

De rechtsvoorganger van ABN AMRO Hypothekengroep (‘ABN AMRO’) verstrekte een hypothecaire lening aan de schuldenaar. De grosse van een notariële akte levert een executoriale titel op.[16] De schuldenaar kwam zijn verplichtingen niet na en uiteindelijk werd de woning executoriaal verkocht op basis van de notariële hypotheekakte.

Na de uitwinning van het hypotheekrecht resteerde een aanzienlijke restschuld. De schuldenaar bleek op enig moment te zijn geëmigreerd (waarschijnlijk naar een andere EU-lidstaat) en ABN AMRO wenst haar vordering te kunnen incasseren in de lidstaat waar de schuldenaar verblijft en vraagt waarmerking als EET aan bij de voorzieningenrechter te Leeuwarden.[17]

De voorzieningenrechter oordeelt:

“2.3 dat het verzoek van ABN AMRO tot waarmerking moet worden afgewezen, omdat de (restant) schuldvordering van € 85.823,19 niet uitdrukkelijk bij authentieke akte wordt erkend door schuldenaar X (zie artikel 3 onder d EET-verordening). De akte waarvan waarmerking wordt verzocht, kan dan ook niet worden aangemerkt als een authentieke akte inzake een niet-betwiste schuldvordering.

2.4 Ten aanzien van de overgelegde akte is derhalve niet voldaan aan de vereisten die bij de EET-Verordening zijn voorgeschreven, zodat de gevraagde waarmerking als Europese executoriale titel niet kan worden verleend.” [18]

 

Wat was er loos?

Het verzoek om de hypothecaire akte voor de restschuld aan te merken als EET werd dus afgewezen, omdat de schuldenaar niet expliciet had ingestemd met de hoogte van de hypothecaire restschuld.

Dit is niet logisch. De schuldenaar erkent de oorspronkelijke geldlening expliciet in de notariële akte en de grosse van een hypotheekakte levert een geldige executoriale titel op voor de na uitwinning van het hypotheekrecht resterende schuld. Voorwaarde is wel dat de restvordering met voldoende bepaaldheid is omschreven.[19] Als de redenering van de voorzieningenrechter zou worden gevolgd, dan zou dit ertoe leiden dat zodra er bijvoorbeeld € 1 is afgelost, er geen EET meer kan worden aangevraagd. Overigens is dit ook in strijd met het doel en strekking van de EET-Vo, zijnde het verschaffen van een eenvoudiger en goedkoper alternatief voor de exequaturprocedure uit de EEX-Vo.

Uit de EET-Vo volgt ook niet dat de restant schuldvordering expliciet moet zijn erkend c.q. de EET-Vo stelt dit niet als vereiste voor het toewijzen van het verzoek tot waarmerking. Kortom, op deze beslissing valt het nodige af te dwingen.

Het oordeel van de voorzieningenrechter te Leeuwarden lijkt te zijn gebaseerd op een uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 20 september 2007.[20] De voorzieningenrechter te Alkmaar wees een verzoek tot waarmerking als EET af met als motivatie:

“Uit de overgelegde stukken is niet gebleken dat gerekwestreerde heeft ingestemd met de hoogte van de restschuld, zodat naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake is van een onbetwiste schuldvordering in de zin van artikel 3 EET.”

Er is niet veel literatuur beschikbaar over de EET en de hypothecaire restschuld en in de beschikbare literatuur wordt verwezen naar deze uitspraak uit 2007.[21]

 

Hoger beroep

ABN AMRO kan zich niet vinden in de beschikking van de voorzieningenrechter en stelt hoger beroep in bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het gerechtshof volgt de redenatie van ABN AMRO, vernietigt de beschikking van de voorzieningenrechter en wijst het verzoek tot waarmerking als EET alsnog toe:

“De (oorspronkelijke) geldlening waarvoor hypotheek is verstrekt en die is vastgelegd in een authentieke (hypotheek)akte is niet betwist. In zoverre wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 3 EET-Verordening. Verder geldt dat de hypotheekakte ook na uitwinning zijn executoriale kracht blijft behouden voor de restantschuld (ECLI:NL:HR:2013:BY4889), als de bestaande vordering met voldoende bepaaldheid is omschreven. Daaraan voldoet deze hypotheekakte, nu hieruit blijkt langs welke weg, de aard en de omvang van de restschuld op (een voor de schuldenaar bindende wijze kan) worden vastgesteld. Dit leidt tot het oordeel dat ook voor de restschuld geldt dat er sprake is van een schuldvordering die bij authentieke akte is erkend. De authentieke (hypotheek)akte leent zich dan ook voor waarmerking als Europese executoriale titel.” [22]

 

Belangrijk voor de praktijk

Deze uitspraak van het gerechtshof is erg belangrijk voor de praktijk. Ruim 10 jaar na de onterecht trendsettende uitspraak van de voorzieningenrechter te Alkmaar, is het eindelijk mogelijk om een authentieke akte voor een hypothecaire restschuld te laten waarmerken als EET.

Dit betekent voor Nederlandse hypotheekverstrekkers dat voor de restschuld op een eenvoudige en goedkope manier een Europese titel kan worden verkregen voor alle Europese lidstaten (behalve Denemarken) en dat de exequaturprocedure uit de EEX-Vo niet meer hoeft te worden gevolgd in het land waar de authentieke akte ten uitvoer moet worden gelegd. Voorwaarde is wel dat de restschuld met voldoende bepaalbaarheid in de notariële akte moet zijn omschreven.

Citeertitel: J.M. Veldhuis, EET en de hypothecaire restschuld, debloggendeadvocaat.nl 24 januari 2018.

Download artikel

=====

Voetnoten:

[1] Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 januari 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:476.

[2] Pb EU L 143.

[3] Wet van 28 september 2005 tot uitvoering van verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (Pb EU L 143) (Uitvoeringswet verordening Europese executoriale titel).

[4] Artikel 25 EET-Vo bepaalt dat authentieke akten als EET kunnen worden aangemerkt.

[5] Artikel 2 EET-Vo en Rechtbank Den Haag 16 maart 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:2684.

[6] Verordening (EG) 44/2001 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke zaken en handelszaken (PbEG L 12).

[7] Artikel 4 lid 2 EET-Vo.

[8] Artikel 3 lid 1 sub d EET-Vo.

[9] § 25 Considerans EET-Vo.

[10] Artikel 4 lid 2 EET-Vo juncto artikel 33 EET-Vo.

[11] Artikel 26 EET-Vo.

[12] Artikel 7 UW EET-Vo.

[13] Artikel 7 UW EET-Vo juncto artikel 2 UW EET-Vo.

[14] Artikel 2 lid 1 UW EET-Vo.

[15] Artikel 10 lid 4 EET-Vo.

[16] Artikel 430 Rv.

[17] Artikel 27 EET-Vo.

[18] Rb Noord-Nederland (vzr.) 27 juli 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:5167.

[19] HR 8 februari 2013, NJ 2013, 123, ECLI:NL:HR:2013:BY4889 en Rb Midden-Nederland 3 februari 2017,ECLI:NL:RBMNE:2017:894.

[20] Rb rechtbank Alkmaar (vzr.) 20 september 2007, ECLI:NL:RBALK:2007:BB3937.

[21] M. Zilinsky, ‘Incasso met EET’, in: P. Vlas (red.) Internationale incasso van geldvorderingen, IPR Thema Reeks 1, Apeldoorn-Antwerpen: Maklu 2008, p. 78.

[22] Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 januari 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:476, r.o. 4.6.

Download artikel

Hypotheek: wanneer mag de bank de woning verkopen?

Bijna iedereen die een woning koopt, financiert dit door middel van een hypothecaire geldlening.

Bij een hypothecaire geldlening verstrekt de eigenaar van de woning de bank zekerheid door het verlenen van het recht van hypotheek op de woning. Deze hypothecaire zekerheid bestaat eruit dat de bank de woning kan verkopen, als de woningeigenaar niet aan zijn (financiële) verplichtingen jegens de bank voldoet. Dit recht kan de bank ook uitoefenen als de woningeigenaar failliet gaat of als een andere schuldeiser beslag op de woning legt.

Notariële akte

Het recht van hypotheek wordt vastgelegd in een notariële akte. Als deze akte aan bepaalde voorwaarden voldoet, de woningbezitter komt zijn (financiële) verplichtingen uit de geldlening niet na en hij verkeert in verzuim, dan kan de bank meteen het executietraject opstarten. De bank hoeft dan niet eerst te procederen bij de rechter. Het spreekt voor zich dat dit een grote besparing oplevert, zowel qua kosten als qua tijd.

Executietraject

Voordat tot tenuitvoerlegging kan worden overgegaan, moet de verkoop worden aangezegd aan van de executieverkoop aan onder andere de woningeigenaar. De executieverkoop moet plaatsvinden ten overstaande van een bevoegde notaris. Deze notaris moet binnen 14 dagen nadat hij is aangewezen als verkopend notaris, de verkoopdatum en het tijdstip vaststellen en dit aan onder andere de woningeigenaar meedelen. De veiling moet bekend worden gemaakt op een algemeen toegankelijke website. Tussen het moment van bekendmaken en de daadwerkelijke veiling moet minimaal 30 dagen zitten.

De notaris moet de woningeigenaar, de schuldeisers en beperkt gerechtigden uiterlijk de dag na de veiling schriftelijk mee te delen dat de woning is verkocht en voor welk bedrag.

De koper moet de koopsom aan de notaris betalen (en dus niet aan de woningeigenaar of de bank).

Onderhandse verkoop

De hoofdregel is dat de verkoop plaatsvindt via een executieveiling. De hypotheekhouder (de bank), de hypotheekgever (de woningeigenaar) of degene die executoriaal beslag op de woning heeft gelegd, kan de rechter verzoeken om de woning onderhands te mogen verkopen. Dit verzoek kan tot één week voor de dag van de executieveiling worden ingediend. Het voordeel van een onderhandse verkoop is dat de opbrengst hoogstwaarschijnlijk hoger zal zijn dan bij een executieveiling.

Restschuld

Het komt vaak voor dat de verkoopopbrengst (na aftrek van de executiekosten) niet voldoende is om de hele schuld te voldoen. De (voormalig) woningeigenaar blijft dan achter met een restschuld.

De hypotheekakte kan vervolgens gebruikt worden voor de incasso van de restschuld, als aan de volgende, door de Hoge Raad[1] opgestelde, twee criteria wordt voldaan:

(i) het gaat om vorderingen die op het tijdstip van het verlijden van de akte reeds bestaan en in de akte zijn opgenomen en om toekomstige vorderingen die hun onmiddellijke grondslag vinden in een op het tijdstip van het verlijden van de akte reeds bestaande en in de akte omschreven rechtsverhouding;

(ii)    heeft de akte betrekking op één of meer vorderingen, die aan de onder (i) bedoelde vereisten voldoet, maar vermeldt de akte niet de grootte van het verschuldigde bedrag, dan is de grosse van de akte niettemin voor tenuitvoerlegging vatbaar, wanneer deze de weg aangeeft langs welke op voor de schuldenaar bindende wijze de grootte van het verschuldigd bedrag kan worden vastgesteld. Een voorbeeld van dit laatste is het geval dat het bedrag van de geldlening niet in de akte staat, maar uit een aan de akte gehecht aflossingsschema kan worden afgeleid welk bedrag tot dat moment verschuldigd is.[2]

Wel moet eerst een grosse van de akte worden opgevraagd bij de notaris. De grosse is een door de notaris afgegeven afschrift van de akte met daarop de woorden “In naam van de Koning”. Deze grosse moet een deurwaarder vervolgens aan de woningeigenaar betekenen en hem sommeren tot betaling. Betaalt de woningeigenaar dan nog niet, dan kan de bank bijvoorbeeld beslag op het loon van de woningeigenaar leggen.

=====

[1] Hoge Raad 26 juni 1995, ECLI:NL:HR:1992:ZC0646 (Rabobank/Visser).

[2] Hof Arnhem-Leeuwarden 13 februari 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:1001, r.o. 7.4.

%d bloggers liken dit: