BREKEND: rechtspraak wil af van het nieuwe procesrecht!

BREKEND: rechtspraak wil af van het nieuwe procesrecht!

Het afgelopen jaar werden er schokkende feiten bekend over het Programma KEI. Hierbij moet je met name denken aan de uit de hand gelopen kosten, het gebrek aan sturing, draagkracht en kennis van zaken bij het implementeren van het Programma KEI.

Op 9 januari 2018 had ik de primeur dat de invoering van KEI op de lange baan werd geschoven. In april 2018 schreef de minister dat het Programma KEI ‘on hold’ wordt gezet. Dit omdat hij het “onverantwoord [vindt] om op de nu voorgestane wijze door te gaan met het proces van digitalisering bij de rechtspraak”. Eind juni 2018 werd wereldkundig dat de pilot handelszaken van KEI, die bij de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland loopt, niet landelijk wordt ingevoerd.

 

Basisplan digitalisering

De presidenten van de rechtbanken en de Raad voor de rechtspraak hebben een ‘basisplan digitalisering civiel recht en bestuursrecht’ opgesteld dat ziet op het beoogde vervolg van de digitalisering. Zeg maar de opvolger van het jammerlijk mislukte Programma KEI.

 

Eén hoofddoel

In het basisplan richt men zich op één hoofddoel en dat is het realiseren van een eenvoudige digitale toegang voor procespartijen en procesvertegenwoordigers. Dit moet op een beheerste, verantwoorde en realistische manier gebeuren. Dit laatste klinkt logisch en lijkt overbodig, maar het vat samen waar het fout ging bij KEI.

Het doel is om de correspondentie met de Rechtspraak en het bekijken van het zaaksdossier digitaal te laten verlopen. Om dat te realiseren, worden het webportaal Mijn Rechtspraak, het Aansluitpunt Rechtspraak en Mijn Werkomgeving aangepast van een alles-in-1-systeem naar een digitale brievenbus en postkamer met dossierfunctie.

 

Eén rechtsvordering

Daarnaast concludeert men dat het onwenselijk is om twee verschillende regimes van burgerlijke rechtsvordering te hebben. Hieraan moet volgens de presidenten en de Raad voor de Rechtspraak zo snel mogelijk een einde komen. Daarom zal men verzoeken om het nieuwe rechtsvordering (de basisprocedure) door middel van een wetswijziging buiten werking te stellen. Op die manier lopen de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland straks weer in de pas met de rest van de Nederlandse rechtbanken.

Het tweede hoofddoel van KEI – een nieuw burgerlijk procesrecht – is hiermee dus definitief afgeserveerd. Men koppelt de digitalisering en het nieuwe burgerlijke procesrecht los. Iets wat de Raad van State al in januari 2014 adviseerde.

 

Hoe nu verder?

Sommige delen van het nieuwe procesrecht zijn al wel landelijk ingevoerd, denk aan de mogelijkheid om mondeling uitspraak te doen. Van de Rechtspraak vernam ik dat men gaat kijken hoe hiermee om te gaan als de pilots worden gestopt. Er is een aparte werkgroep ingesteld die samen met het ministerie in kaart gaat brengen wat de mogelijkheden en de gevolgen zijn om de inhoudelijke wijzigingen los te koppelen van de invoering van digitaal procederen. Dit zal te zijner tijd duidelijk worden als het basisplan definitief is en in de openbaarheid wordt gebracht.

 

Aanpoten

Voor griffiemedewerkers betekent dit een nog hogere werkdruk. De presidenten en de Raad voor de Rechtspraak erkennen dit en “hebben hier oog voor”. Tegelijkertijd geven ze aan dat het nu nog te vroeg is om de precieze gevolgen van de plannen te voorspellen. Het kan nog wel enkele maanden duren voordat er op dit gebied meer duidelijkheid komt.

 

KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

Zojuist maakte de Rechtspraak bekend dat de KEI-pilot digitaal procederen in handelsvorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging niet landelijk zal worden uitgerold.

Sinds 1 september 2017 loopt er bij de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland een pilot die inhoudt dat partijen in handelsvorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging (lees: zaken van meer dan € 25.000) verplicht digitaal moeten procederen. Na afloop van de pilot zou dit landelijk worden ingevoerd. Nadat de landelijke invoering begin dit jaar al op de lange baan werd geschoven, is er nu een nieuwe tegenslag voor de Rechtspraak: de landelijke invoering komt er namelijk helemaal niet!

 

Niet verantwoord

De reden is dat de Raad voor de Rechtspraak de landelijke uitrol niet verantwoord vindt. Onder andere de onbetrouwbaarheid van het systeem, het feit dat het gebruikte systeem niet wordt doorontwikkeld door leverancier Oracle hebben tot deze conclusie geleid.

Er is nog een omstandigheid, maar die begrijp ik niet. Frits Bakker, de scheidend voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, schrijft in zijn brief van 27 juni 2018 aan minister Sander Dekker:

“Daarbij werkt de Raad aan een nieuwe doelarchitectuur voor de digitalisering en zou civiel HV (Handelsvorderingen, JV) op afzienbare tijd naar die nieuwe architectuur moeten worden gemigreerd.”

 

Pilot blijft

Bij de rechtbank Midden-Nederland en de rechtbank Gelderland blijft digitaal procederen verplicht. Dit betekent dat voorlopig twee regimes van toepassing zijn: het traditionele burgerlijke rechtsvordering en rechtsvordering onder KEI.

 

Hoe nu verder?

Uit extern onderzoek bleek dat het een zooitje was bij KEI. Er was geen sturing, men was niet bereid te veranderen en samen te werken binnen de Rechtspraak en vanaf de start van Programma KEI is niet voldaan aan een aantal basiscondities. De afgelopen periode zijn hierover nieuwe afspraken gemaakt en is een nieuwe structuur opgezet en deze nieuwe structuur gaat men nu implementeren.

Komend najaar worden, zo verwacht de Raad voor de Rechtspraak, besluiten genomen over de doelen van de digitalisering, de manier waarop die moeten worden bereikt en de kosten die daarmee gemoeid zijn. Waarschijnlijk wordt dan ook meer bekend over hoe de Rechtspraak de ongelijkheid tussen de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland (digitaal procederen) en de overige gerechten (op papier procederen) ongedaan wil maken. Het streven is om deze ongelijkheid zo snel mogelijk op te heffen, maar het is onbekend hoe lang dat gaat duren.

 

Mantra

Frits Bakker realiseert zich dat dit een grote teleurstelling is voor alle bij de digitalisering betrokken partijen, maar herhaalt zijn mantra nog maar eens:

“Van stoppen met digitalisering is echter geen sprake.”

 

Op welke manier en op welke termijn is vooralsnog onduidelijk. Het ziet er in ieder geval naar uit dat er nog de nodige hoofdstukken zullen worden toegevoegd aan dit drama in veel bedrijven.

 

KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

KEI: geen reset, maar pas op de plaats

Deze week schreef Raad voor de Rechtspraak dat Programma KEI moet worden gereset (lees hier). Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) is het hier niet mee eens; hij wil geen rest, maar wil een pas op de plaats maken met de digitalisering van de rechtspraak.

Erg geschrokken

De Minister zegt erg geschrokken te zijn van de inhoud van de brief van de Raad voor de Rechtspraak. Hij is nog niet overtuigd van het in die brief geschetste plan van aanpak:

“Daarom vind ik het vooralsnog onverantwoord om op de nu voorgestane wijze door te gaan met het proces van digitalisering bij de rechtspraak. Ik kan er niet mee instemmen dat middelen worden besteed aan een digitaliseringsproces dat in de basis nog zoveel onzekerheden kent.”

Dit neemt niet weg dat de minister meent dat de digitalisering van de rechtspraak onontkoombaar is. Maar voordat hiermee wordt verdergegaan moeten eerst alle neuzen dezelfde kant op staan, de juiste mensen op de juiste plek zitten en de moet duidelijk worden wie welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft.

Aanspreken verantwoordelijken

De minister vraagt zich af of de juiste mensen op de juiste plek zitten, maar er zijn geen maatregelen aangekondigd om de verantwoordelijke(n) aan te spreken op dit dramatisch verlopen IT-project. Een project dat in plaats van 8 miljoen euro in ieder geval 220 miljoen euro kost en waarvan het vervolg onduidelijk is en geen enkele verantwoordelijke neemt zijn verantwoordelijkheid en niemand wordt afgerekend op deze resultaten. Dit is op z’n zachtst gezet opvallend te noemen.

Hieronder lees je de hele brief van de minister.

 

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Klik hier om de brief te downloaden

KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

KEI: drama in veel bedrijven

Vandaag werd bekend dat de Rechtspraak de koers van het Programma kwaliteit en innovatie (‘KEI’) weer wijzigt. Zelf spreekt de Rechtspraak over het resetten van KEI.[1]

 

Extern onderzoek

Begin januari lekte uit dat de verdere invoering van KEI op de lange baan werd geschoven. De reden was dat alles complexer bleek te zijn dan voorzien en de het uitstel zal worden gebruikt “om de aanpak van de digitalisering tegen het licht te houden”.

De eerste stap is inmiddels gezet en op 5 april jl. werd een ‘quick scan review KEI’ gepresenteerd. De resultaten van dit externe onderzoek zijn ontluisterend te noemen. Zo is er geen sturing, is men niet bereid te veranderen en samen te werken binnen de Rechtspraak en vanaf de start van Programma KEI is niet voldaan aan een aantal basiscondities. Kortom, het Programma KEI was vanaf het begin af aan gedoemd te mislukken. Je zou verwachten dat de overheid zou hebben geleerd van eerdere IT-drama’s, maar dat blijkt niet het geval en dat is zeer kwalijk.

Voor een uitgebreider overzicht van gebreken verwijs ik naar de websites van de Rechtspraak en het Advocatenblad.

Saillant detail is dat de Raad van State in januari 2014 al adviseerde om de vereenvoudiging van het burgerlijk procesrecht en de digitalisering los te koppelen.[2] Dit vond men bij de Rechtspraak toen niet nodig.

 

Wat verandert er?

De grote vraag is wat er nou precies gaat veranderen en voor wie. Dit komt niet duidelijk naar voren in de wollige brief van de Rechtspraak aan minister Dekker van Rechtsbescherming.

Mede op basis van het onderzoeksrapport is besloten dat “KEI wordt gereset”. De Rechtspraak had geen controle meer en om de controle terug te krijgen, wordt gestopt met het digitaliseren van de werkprocessen binnen de Rechtspraak. De reset moet leiden tot een nieuwe aanpak die inhoudt dat werkprocessen eerst worden verbeterd, vereenvoudigd en op elkaar worden afgestemd en pas daarna worden deze nieuwe werkprocessen gedigitaliseerd.

 

Advocaten en juristen

Voor advocaten en juristen verandert er vooralsnog weinig. Het digitaliseren van juridische procedures gaat op termijn wel door (processtukken uploaden via een portal en digitaal communiceren met de gerechten). Al is nog niet bekend in welk volgorde en wanneer dit gaat plaatsvinden.

Momenteel loopt er een pilot voor handelsvorderingen (vorderingen van meer dan € 25.000) bij de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland. Komende zomer wordt een besluit genomen over de landelijk invoering van het digitaal procederen in handelsvorderingen. De Rechtspraak verwacht dat dit uiteindelijk wel landelijk zal worden ingevoerd.

 

Burgers

Burgers konden zelf digitaal procederen bij de eKantonrechter, maar dat kan nu niet meer. Er was zeer weinig animo voor deze digitale procedure en het past ook niet in het voornemen om te vereenvoudigen. Lees voor meer informatie mijn blog de eKantonrechter vertrekt met stille trom.

 

Veel bedrijven

Het Programma KEI ontwikkelt zich langzamerhand in een drama met veel bedrijven en ik betwijfel dat dit het laatste bedrijf is. Komende zomer wordt besloten of het digitaal procederen in handelsvorderingen landelijk wordt ingevoerd en dan wordt duidelijk of een volgend bedrijf aan dit drama wordt toegevoegd. Kortom, wordt vervolgd.

 

UPDATE 14 april 2018: Minister Dekker heeft gereageerd op de brief van de Raad voor de Rechtspraak.

 

=====

[1] Brief van de Raad voor de Rechtspraak aan minister Dekker (Rechtsbescherming) d.d. 10 april 2018.

[2] Brief Raad van State d.d. 14 januari 2014.

 

BREKEND: rechtspraak wil af van het nieuwe procesrecht!

Griffierechten 2018: wat kost de toegang tot de rechter?

De griffierechten in burgerlijke zaken worden jaarlijks geïndexeerd. De indexatie is gekoppeld aan de consumentenprijsindex en deze is in de periode 31 juli 2016 tot en met 31 juli 2017 gestegen met 1,34%. Dit betekent dat de griffierechten per 1 januari 2018 zullen stijgen.

De hoogte van het te betalen griffierecht is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de aard van de zaak, de hoogte van de vordering en of je als natuurlijke persoon of als bedrijf procedeert.

Overzicht griffierechten 2018

Hieronder een overzicht van de griffierechten voor burgerlijke zaken per 1 januari 2018:

Downloaden (PDF, Onbekend)

bron: Staatscourant 12 december 2017, nr. 71078.
Overgangsrecht

Niet iedereen is per 1 januari 2018 de nieuwe griffierechten verschuldigd. In de hierna te bespreken gevallen ben je de lagere tarieven van 2017 verschuldigd.

Alle procedures

Voor eisers en verzoekers die het griffierecht voor 1 januari 2018 verschuldigd zijn geworden.

Dagvaardingsprocedure

In dagvaardingsprocedures is het tarief van 2017 verschuldigd als (i) de dagvaarding is betekend in 2017 en (ii) als in de dagvaarding een rechtsgeldige mededeling als bedoeld in artikel 111 lid 2 sub k Rv is gedaan. Dit geldt voor procedures in eerste aanleg en voor procedures in hoger beroep.

Verzoekschriftprocedure

In verzoekschriftprocedures is bepalend de dag waarop waarop de rechtbank de oproeping aan de belanghebbende heeft gedateerd en het verzoekschrift moet een rechtsgeldige mededeling als bedoeld in artikel 276 lid 2 Rv bevatten. Ligt deze datum voor 1 januari 2018 dan gelden de oude tarieven;

Vorderingsprocedure onder KEI

In de vorderingsprocedure van het Programma KEI moet een onderscheid worden gemaakt aan de hand van de manier waarop de verweerder is opgeroepen.

Is begonnen met de indiening van een procesinleiding bij de rechtbank (art. 111 Rv nieuw), dan zal de griffier een oproepingsbericht opstellen en de datum van het oproepingsbericht is bepalend.

Wordt gekozen voor het zelf opstellen van de procesinleiding met oproepingsbericht en worden deze vervolgens direct betekend aan de verweerder (art. 112 Rv nieuw), dan is de datum van betekening beslissend.

In beide gevallen gelden de oude tarieven als de bedoelde datum ligt vóór 1 januari 2018. Zo niet, dan gelden de nieuwe tarieven.

KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

Landelijke invoering digitaal procederen vertraagd

Afgelopen 1 september startte de eerste pilotfase van het digitaal procederen en het nieuwe procesrecht (civiel 1.0). De pilot loopt alleen bij de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland en geldt alleen voor schuldvorderingen van meer dan € 25.000.

Streven

Het streven was dat de pilot vanaf december zou worden geëvalueerd en dat het digitaal procederen voor deze vorderingen in het voorjaar van 2018 landelijk zou worden ingevoerd. Dit lijkt niet te gaan lukken, zo bericht het Advocatenblad.

De Nederlandse Orde van Advocaten (‘NOvA’) vindt dat er meer tijd moet worden vrijgemaakt voor de evaluatie van de pilot Civiel 1.0 en de Rechtspraak zou daarvoor open staan. Meer concreet zouden er eerst een aantal procedures volledig moet zijn doorlopen voordat er wordt geëvalueerd.

Hoeveel vertraging wordt opgelopen, is mij niet bekend.

Een beetje vreemd…

Dit uitstel krap drie weken na de start van de eerste pilot bevreemdt mij wel een beetje, omdat dit ook van tevoren kon worden bedacht en de NOvA steeds nauw betrokken is bij het programma KEI, de wijze van invoering en de planning.

Fases

De andere fases van het Programma KEI zijn voor wat betreft de civiele procedures:

 

Civiel 2.0 vorderingszaken in hoger beroep

Civiel 3.0 vorderingszaken zonder verplichte procesvertegenwoordiging (kantonzaken)

Civiel 4.0 verzoekprocedures in alle instanties

Civiel 5.0 kort gedingzaken

Als een pilot naar behoren werkt, dan wordt die fase landelijk ingevoerd. Vervolgens wordt gestart met de pilot van de volgende fase.
KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

KEI: een overzicht van nuttige blogs

Op 1 september jl. ging de pilot civiel 1.0 van het digitaal procederen (‘KEI’) van start. Alle reden voor een overzicht van mijn meest relevante blogs over KEI.

Fases
De fase civiel 1.0 is de eerste fase die wordt uitgerold. Lees hier wat de andere fases zijn en wat de planning is.

Klaar voor KEI. Toch?
Het is natuurlijk goed dat we in Nederland eindelijk digitaal gaan procederen, maar zijn we er eigenlijk wel klaar voor? In deze column ga ik hier nader op in.

De basisprocedure
Niet alleen moeten we digitaal gaan procederen, maar het burgerlijk procesrecht is ook vernieuwd. Over de nieuwe basisprocedure schreef ik een artikel voor het Advocatenblad.

Termen nieuw procesrecht
In de nieuwe basisprocedure (zie hiervoor) worden ook veel nieuwe termen gebruikt. Ik blogde over deze nieuwe termen.

Oproepen verweerder
Je wederpartij oproepen, kan in het nieuwe burgerlijk procesrecht op drie verschillende manieren.

 

[Column] Klaar voor KEI. Toch?

[Column] Klaar voor KEI. Toch?

In het meest recente nummer van het Tijdschrift voor beslag en executie & rechtsvordering in de praktijk (BER), kijk ik in mijn column terug op het afgelegde digitaliseringstraject van de civiele procedure en kijk ik naar de toekomst.

Is de Rechtspraak wel klaar voor digitaal procederen?

Citeertitel: J.M. Veldhuis, Klaar voor KEI. Toch?, BER 2017-3, p. 36-37.

KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

De fases van KEI

Eerder berichtte ik dat er op 1 september 2017 (eindelijk) begonnen gaat worden met de eerste civiele pilotfase van het Programma KEI[1] (de fase civiel 1.0). Het is een pilot en dit betekent dat bij de geselecteerde rechtbanken in civiele zaken digitaal geprocedeerd gaat worden volgens het nieuwe burgerlijk procesrecht (de zgn. basisprocedure).

 

Fases van KEI

Het Programma KEI kent vijf fases voor wat betreft de civiele procedures:

 

Civiel 1.0 vorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat (handelszaken)

Civiel 2.0 vorderingszaken in hoger beroep

Civiel 3.0 vorderingszaken zonder verplichte procesvertegenwoordiging (kantonzaken)

Civiel 4.0 verzoekprocedures in alle instanties

Civiel 5.0 kort gedingzaken

 

Invoering

Als een pilot naar behoren werkt, dan wordt die fase landelijk ingevoerd. Vervolgens wordt gestart met de pilot van de volgende fase.

 

Cassatie

Cassatiezaken bij de Hoge Raad vallen niet onder het Programma KEI. De Hoge Raad is per 1 maart 2017 begonnen met digitaal procederen.

 

=====

[1] KEI staat voor het Programma Kwaliteit en Innovatie van de Rechtspraak.

Animatie digitale procedure

Binnenkort start de eerste pilot waarbij partijen verplicht digitaal moeten procederen. Deze pilot vindt plaats bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland en duurt (minimaal) vijf maanden. De pilot geldt enkel voor zaken waarvoor je een advocaat moet inschakelen (kort gezegd: vorderingen van meer dan € 25.000).

De Rechtspraak heeft een animatiefilmpje op haar website gezet waarin het verloop van de procedure wordt uitgelegd. Het is een aardig filmpje, maar het gaat wel uit van een eenvoudige procedure waarin alles op de zitting helder is en de rechter doet direct mondeling uitspraak. Dit laatste is straks inderdaad mogelijk, maar ik denk niet dat dit de standaard zal worden. Andere kanttekening is dat zaken voor de kantonrechter, zoals in de animatie, niet voor de zomer van 2018 digitaal gevoerd zullen worden.

Het animatiefilmpje zie je hier.

KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

Startschot digitaal procederen gegeven!

Eerder berichtte ik al dat het voornemen was om op 1 september 2017 te starten met digitaal procederen in civiele zaken. Vandaag is het Staatsblad gepubliceerd met het als inhoud het Koninklijk besluit van 24 april 2017, waarin wordt bepaald dat de eerste pilot van het Programma KEI (civiel 1.0) start op 1 september 2017.[1] Het is dus officieel!

Civiel 1.0

De pilot civiel 1.0 ziet op op vorderingszaken waarbij partijen verplicht zijn zich bij te laten staan door een advocaat. De pilot civiel 1.0 zal lopen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland. Er wordt dan niet alleen digitaal geprocedeerd, maar ook moet er volgens het nieuwe burgerlijk procesrecht geprocedeerd worden. Hoe de basisprocedure verloopt, lees je hier.

Digitaal procederen wordt verplicht invorderingszaken met advocaat die op of na 1 september 2017 bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland aanhangig worden gemaakt. Het moment van aanhangig maken van de zaak is dus beslissend.

Fases

Voor het civiel recht wordt het verplichte digitaal procederen en het nieuwe procesrecht in vijf etappes ingevoerd:

  • Civiel 1.0: vorderingen met verplichte procesvertegenwoordiging in eerste aanleg (de handelszaken);
  • Civiel 2.0: vorderingen in hoger beroep;
  • Civiel 3.0: vorderingen zonder verplichte procesvertegenwoordiging (de kantonzaken);
  • Civiel 4.0: verzoekzaken in alle instanties;
  • Civiel 5.0: kort geding zaken.
Landelijke invoering

Als de evaluatie van de pilot civiel 1.0 positief is, wordt het landelijk ingevoerd. De verwachting is dat dit in het voorjaar van 2018 zal zijn.[2] Vervolgens zal de pilot voor de fase civiel 2.0 starten. Bij een positieve evaluatie wordt civiel 2.0 landelijk ingevoerd, waarna civiel 3.0 zal starten, etc.

=====

[1] Stb. 2017, 174.

[2] Stb. 2017, 174, p. 8.

KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

Digitaal procederen: de planning

In mijn vorige blog vertelde ik dat komende september wordt begonnen met de eerste pilot van het digitaal procederen in civiele zaken.

Komend najaar zou meer informatie worden bekend gemaakt over de verdere tijdsplanning, maar inmiddels heeft de Rechtspraak een geactualiseerd overzicht van de invoering van de diverse fases gepubliceerd (zie hieronder). Het is de verwachting dat deze planning nog zal wijzigen.

 

KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

Digitaal procederen in civiele zaken per 1 september 2017

De Rechtspraak hoopt op 1 september 2017 te starten met verplicht digitaal procederen in civiele handelsvorderingszaken van meer dan € 25.000. Dit is de pilot civiel 1.0 die gaat lopen bij twee rechtbanken, te weten de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland. Hiervoor is inmiddels het verplichte Koninklijk besluit aangevraagd.

De Nederlandse Orde van Advocaten (‘NOvA’) adviseert positief over deze stap en algemeen deken mr. Bart van Tongeren zegt dat vanwege de gemaakte vorderingen “heeft de NOvA vertrouwen dat gestart kan worden met de uitrol van de eerste verplichte fase voor civiel en bestuur.” [1]

Momenteel is digitaal procederen in civiele zaken nog vrijwillig bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland (de zgn. ‘prepilot’). In de prepilot zijn slechts drie zaken ingediend. Als redenen hiervoor wordt aangegeven dat behalve de nieuwe wijze van indiening van stukken ook geprocedeerd moet worden volgens het procesrecht. Daarbij komt dat beide partijen akkoord moeten gaan met digitaal procederen volgens het nieuwe procesrecht. Voor het digitaal procederen in hoger beroep loopt bij het gerechtshof Amsterdam inmiddels ook een prepilot.

Het gebrek aan animo was eerder al reden om voor civiele zaken af te zien van de eis dat pas gestart wordt met de pilot civiel 1.0 als voldoende ervaring is opgedaan in de prepilot. Zie mijn blog “Digitaal procederen wederom uitgesteld” en de reactie van De Rechtspraak onder dit blog.

De Rechtspraak verwacht dat de pilot civiel 1.0 tot het voorjaar van 2018 zal duren en dat dan het digitaal procederen dan ook bij de overige negen rechtbanken verplicht wordt voor handelszaken van meer dan € 25.000.

Komend najaar zal de Rechtspraak meer informatie over de planning voor de langere termijn bekend maken.

—–

[1] Bronnen: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Raad-voor-de-rechtspraak/Nieuws/Paginas/Verplicht-digitaal-procederen-van-start.aspx en https://www.advocatenorde.nl/nieuws/positief-advies-nova-op-volgende-fase-kei.

Digitaal procederen wederom uitgesteld

Digitaal procederen wederom uitgesteld

De eerste officiële stap van het digitaal procederen in civiele zaken is de pilot voor vorderingen met verplichte procesvertegenwoordiging (vorderingen van meer dan € 25.000) bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland.

Eerder werd de invoering al uitgesteld van 1 februari 2017 naar 1 april 2017, maar ook deze datum is niet haalbaar. Dit was in de wandelgangen al langer bekend, maar vandaag bevestigt de Rechtspraak dit in een interview met Monique Commelin, directeur Programma KEI.[1]

Redenen uitstel

Commelin geeft aan dat pas wordt gestart “als de techniek zich heeft bewezen”. Dat blijkt nog niet het geval te zijn. Men wacht op de uitslagen van een aantal tests, maar met name de snelheid van de digitale werkomgeving voor de medewerkers van de Rechtspraak blijkt een probleem te zijn.

Voordat de eerste officiële pilot kan beginnen, moet een Koninklijk Besluit worden aangevraagd. Dat wordt volgens Commelin pas gedaan als de hiervoor genoemde tests een positief resultaat hebben. Na de aanvraag duurt het nog minimaal twee maanden voordat de eerste officiële pilot van start kan gaan. Commelin hoopt dat het Koninklijk Besluit voor de zomer kan worden aangevraagd.

Vrijwillig digitaal procederen

Advocaten kunnen al wel vrijwillig digitaal procederen in vorderingszaken van meer dan € 25.000 (de prepilot), maar dit is vooralsnog niet populair. Tot op heden zijn er slechts drie digitale procedures gevoerd.

Als redenen hiervoor voert Commelin aan dat de drempel hoog is, omdat de digitale werkwijze nieuw is, het nieuwe procesrecht onbekend is en beide partijen in een procedure akkoord moeten gaan. Ook zal niet meehelpen dat de advocatuur niet de meest vooruitstrevende beroepsgroep is.

Opvallend

Commelin zegt over het ervaring opdoen in de prepilot: “Wat civiele zaken betreft is het dus echt wachten op de verplichte fase om meer ervaring op te kunnen doen.”

Dit is opvallend, omdat het gebrek aan animo voor het vrijwillig digitaal procederen (de prepilot) de reden was van het vorige uitstel. De Nederlandse Orde van Advocaten en de Rechtspraak durfden het niet aan om de eerste officiële pilot te starten zonder voldoende ervaringen te hebben opgedaan in de prepilot. Advocaten werden daarom opgeroepen mee te doen met de prepilot. Mochten er desondanks toch niet voldoende zaken worden aangemeld, dan wordt bezien in hoeverre de eerste pilot van start kan gaan.[2]

Dit strookt niet met de hiervoor geciteerde opmerking van Commelin. Of men moet hebben besloten dat ervaringen met de prepilot niet meer relevant zijn voor het starten van de officiële pilot. Maar dat lijkt me, gezien het vorenstaande, sterk en daarover vind ik niets terug op de websites van de Nederlandse Orde van Advocaten, de Rechtspraak en de Tweede Kamer.

Nieuw procesrecht

Behalve de manier van procederen, verandert ook de civiele procedure zelf. Meer informatie over de nieuwe civiele procedure lees je in mijn artikel Programma KEI: de nieuwe basisprocedure onder de loep en in mijn blogs KEI: oproepen verweerder en Termen in het nieuwe burgerlijk procesrecht.

=====

[1] ‘Pas verplicht digitaal procederen als we helemaal zeker zijn’, Rechtspraak.nl 15 februari 2017.

[2] Kamerstukken I 2016/17, 34059, L, p. 4 en 5.

Digitaal procederen wederom uitgesteld

Gerechtshof Amsterdam start prepilot KEI

Naast de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland is ook het gerechtshof Amsterdam, afdeling civiel recht en belastingrecht begonnen met een prepilot digitaal procederen. Dit om ervaring op te doen met het digitaal procederen.

De pilot voor digitaal procederen in hoger beroep (de fase civiel 2.0) staat momenteel gepland voor komend najaar (zie tijdlijn versie november 2016).

De prepilot heeft een beperkte omvang. Er zullen slechts enkele zaken worden geselecteerd voor digitaal procederen. De behandelend advocaten van die zaken zullen een verzoek krijgen van het gerechtshof om mee te werken aan het digitaal procederen. Deelname is aan deze prepilot geschiedt op vrijwillige basis. Bij de start van de pilot (najaar 2017) is digitaal procederen wel verplicht.

Het digitaal procederen ziet niet alleen op het digitaal indienen van de processtukken, maar de procedure volgt de regels van het nieuwe procesrecht. Dit betekent onder andere dat er andere (strengere) termijnen gelden. Voor deze zaken geldt het Landelijk procesreglement civiele zaken rechtbanken en gerechtshoven KEI.

Digitaal procederen wederom uitgesteld

Invoering digitaal procederen wederom vertraagd

Het plan was om in februari 2017 te starten met de pilot voor vorderingen met verplichte procesvertegenwoordiging bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland (fase Civiel 1.0). Maar er blijkt niet voldoende te zijn getest en daarom wordt de pilot uitgesteld tot april 2017. Een vertraging dus van twee maanden.

Mocht de komende periode toch niet voldoende getest worden en niet alle kinderziektes worden verholpen, dan ligt een verder uitstel voor de hand. De huidige planning ziet er als volgt uit:

KEI digitaal procederen rechtspraak

In dit kader is het misschien veelzeggend dat de nieuwe planning van Civiel 1.0 (zie hieronder) niet meer rept over specifieke maanden, maar over “voorjaar 2017”  en “zomer 2017”. Bij de onderdelen Civiel 2.0 t/m civiel 5.0 staat al helemaal geen startdatum pilot en landelijke invoeringsdatum meer vermeld. De vorige planning c.q. tijdlijn vind je hier.

Niet alleen moeten we verplicht digitaal gaan procederen, maar ook de civiele procedure zelf verandert. Hoe de veranderde procedure er uit komt te zien, lees je in mijn artikel Programma KEI: de nieuwe basisprocedure onder de loep en mijn blogs KEI: oproepen verweerder en Termen in het nieuwe burgerlijk procesrecht.

KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

Termen in het nieuwe burgerlijk procesrecht

Het Programma KEI introduceert niet alleen het digitaal procederen, maar er komt ook een nieuw burgerlijk procesrecht. In het nieuwe procesrecht zullen sommige termen verdwijnen en sommige worden vervangen door andere, nieuwe termen. In het artikel Programma KEI: de nieuwe basisprocedure onder de loep stipte ik al enkele nieuwe termen aan, zoals de procesinleiding die de dagvaarding gaat vervangen.

Huidig procesrecht Nieuw procesrecht
dagvaarding procesinleiding
dagvaardingsprocedure vorderingsprocedure
verzoekschriftprocedure verzoekprocedure
verzoekschrift procesinleiding
gedaagde verweerder
conclusie van antwoord verweerschrift
comparitie na antwoord mondelinge behandeling
zich stellen verschijnen
verzetdagvaarding exploot van verzet
eis in reconventie tegenvordering / tegenverzoek
terechtzitting zitting
comparitie mondelinge behandeling
hoger beroep dagvaarding procesinleiding in hoger beroep
comparitie na aanbrengen mondelinge behandeling
memorie van grieven gronden van het hoger beroep
memorie van antwoord verweerschrift

 

Sommige termen veranderen niet, zoals “eiser” in de vorderingsprocedure en “verweerder” in een verzoekprocedure.

De rol verdwijnt in het nieuwe burgerlijk procesrecht en daarmee verdwijnt ook de rolzitting en de rolbeslissing. Ook het pleidooi (artikel 134 Rv) vervalt in het nieuwe procesrecht.

Mochten er nog andere termen zijn die veranderen, dan hoor ik dat graag zodat ik de lijst kan aanvullen.

KEI: pilot handelszaken niet landelijk uitgerold

KEI: oproepen verweerder

Begin 2017 treedt het nieuwe burgerlijk procesrecht en het digitaal procederen (Programma KEI) stapsgewijs in werking. Dit is reden voor een serie van blogs over verschillende onderdelen van het procederen in de civiele procedure. In dit blog bespreek ik de verschillende manieren waarop de verweerder kan worden opgeroepen.

Eén van de dingen die verandert, is de dagvaardingsprocedure. Deze wordt onder Programma KEI vervangen door de basisprocedure en de dagvaarding wordt vervangen door de procesinleiding en een oproepingsbericht. Onder het huidige procesrecht wordt een gedaagde door de deurwaarder opgeroepen door middel van het betekenen van de dagvaarding. Het procesrecht onder KEI kent niet de verplichting dat de deurwaarder de procesinleiding eerst aan de wederpartij betekent. Wel moet de verweerder bekend worden met de vordering, zodat hij zich kan verweren. Er komen drie manieren waarop de verweerder kan worden opgeroepen:

  1. informele oproeping na indienen procesinleiding;
  2. oproeping bij exploot na indienen procesinleiding;
  3. oproeping bij exploot voor indienen procesinleiding.

Ad 1. Informele oproeping na indienen procesinleiding

Eiser of zijn advocaat of gemachtigde stelt een procesinleiding op met daarin de vordering met onderbouwing en de bewijsstukken, zoals een kopie van de overeenkomst waar hij zich op beroept. De (advocaat of gemachtigde van) eiser dient de procesinleiding in bij de rechtbank. De rechtbank verstrekt (digitaal of per post) een oproepingsbericht, waarin staat wanneer en op welke wijze de verweerder uiterlijk moet verschijnen. De procesinleiding maakt onderdeel uit van het oproepingsbericht.

Informele oproeping houdt in dat de eiser de verweerder op een door hem te kiezen wijze oproept. Bijvoorbeeld door het oproepingsbericht per e-mail aan de verweerder toe te sturen of persoonlijk aan hem te overhandigen.

De eiser heeft niet de plicht aan de rechtbank mee te delen op welke wijze hij de verweerder heeft opgeroepen. Dit zal ermee te maken hebben dat de rechter, als de verweerder niet verschijnt, geen verstek kan verlenen. Dit kan namelijk alleen als het oproepingsbericht door een deurwaarder is betekend. Wat dan te doen? Het oproepingsbericht moet dan alsnog door een deurwaarder aan verweerder worden betekend. Dit moet uiterlijk twee weken na de laatste dag waarin de verweerder in het geding kon verschijnen. Doet de eiser dit niet (tijdig), dan wordt hij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.

Ad. 2 Formele oproeping na indienen procesinleiding

Een andere mogelijkheid is om, na ontvangst van het oproepingbericht, dit oproepingsbericht meteen door een deurwaarder te laten betekenen. Het voordeel hiervan is dat de rechter wel meteen verstek kan verlenen als de verweerder niet verschijnt. Het betekeningsexploot moet uiterlijk de dag voor de dag waarop verweerder ten laatste kan verschijnen, zijn ingediend bij de rechtbank.

Ad. 3 Oproeping voor indienen procesinleiding

De derde mogelijkheid is dat de eiser de procesinleiding niet eerst indient bij de rechtbank, maar de deurwaarder een oproepingsbericht laat opstellen en deze aan verweerder laat betekenen. Deze manier is vergelijkbaar met de huidige dagvaardingspraktijk. De (advocaat of gemachtigde van) eiser dient het betekeningsexploot (met oproepingsbericht incl. procesinleiding) vervolgens binnen vijf werkdagen na betekening in bij de rechtbank. Deze termijn is kort en deurwaarders zullen hier rekening mee moeten houden met het verwerken van de exploten.

 

Digitaal procederen wederom uitgesteld

Programma KEI: de planning

In juli 2016 ging de Eerste Kamer akkoord met de vier wetsvoorstellen van Programma KEI en werden deze wetsvoorstellen in de Staatscourant gepubliceerd. Kortom, het digitale procederen gaat er echt komen! Maar niet in één keer, zoals ik al eerder meldde.

Voor de procedures bij de civiele rechter is de invoering van het digitaal procederen opgedeeld in vijf etappes.

Civiel 1.0

In februari 2017 begint de pilot voor vorderingen met verplichte procesvertegenwoordiging bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland. Als de pilot naar wens verloopt, zal in deze zaken het landelijk procederen in juli 2017 landelijk worden ingevoerd.

Voorafgaand aan de pilot start op 1 september a.s. een proeffase bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarbij een klein aantal advocatenkantoren al kan experimenteren met het digitaal procederen.

Civiel 2.0

Civiel 2.0 ziet op het hoger beroep in vorderingszaken en de pilot begint op het moment dat civiel 1.0 landelijk wordt ingevoerd: juli 2017. Verwacht wordt dat het digitaal procederen in hoger beroepzaken in december 2017 landelijk zal worden ingevoerd.

Civiel 3.0

De volgende etappe is het digitaal procederen in vorderingszaken zonder verplichte procesvertegenwoordiging (kantonzaken). De pilot zal lopen van juni 2018 tot en met oktober 2018. Dit betekent dat er een uitloopmogelijkheid is van vijf maanden voor civiel 1.0 en 2.0.

In november 2018 wordt digitaal procederen in deze zaken landelijk verplicht gesteld. Een uitzondering geldt voor natuurlijke personen die zonder vertegenwoordiging procederen. Zij kunnen, als ze dat willen, op papier blijven procederen.

Civiel 4.0 en 5.0

Civiel 4.0 ziet op verzoekprocedures (de huidige verzoekschriftprocedure) civiel 5.0 is de kort geding procedure.

De pilot in loopt in zowel civiel 4.0 als civiel 5.0 van februari 2019 tot en met juni 2019. In juli 2019 wordt verplicht digitaal procederen in verzoekprocedures en in kort geding landelijk ingevoerd.

Niet alleen moeten we verplicht digitaal gaan procederen, maar ook de civiele procedure zelf verandert. Hoe de veranderde procedure er uit komt te zien, lees je in mijn artikel Programma KEI: de nieuwe basisprocedure onder de loep.

 

Tijdlijn-KEI juli 2016.pdf

 

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Digitaal procederen wederom uitgesteld

Programma KEI: the day after

Gisteren vond (eindelijk) de plenaire behandeling van de vier wetsvoorstellen van het Programma KEI plaats in de Eerste Kamer. Deze wetsvoorstellen zien op het aanpassen van het burgerlijk procesrecht en maken mogelijk dat we in de toekomst digitaal kunnen procederen.

De vragen van de diverse senatoren gingen over onder andere de financiën van KEI, hoever reikt de bewijsplicht als een procespartij een termijn mist als gevolg van een technische storing, het spanningsveld tussen de toenemende druk voor de rechtspraak om productie te draaien en kwaliteit, de duur van de testperiode (langer?), de mondelinge uitspraak en de beveiliging van databestanden. Niet alleen minister Van der Steur, maar ook regeringscommissarissen Hammerstein (burgerlijk procesrecht) en Scheltema (algemene regels bestuursrecht) beantwoordden de vragen.

Duidelijk werd dat de minister het niet nodig vindt om een Tijdelijke Commissie KEI – waarin meerdere partners uit de rechtsketen, zoals advocaten en deurwaarders, zitting nemen – om de implementatie van KEI te begeleiden, in te stellen.

Bij digitale dossiers hoeven dossiers niet meer fysiek heen en weer gesleept te worden en hoeven dossiers niet meer op compleetheid te worden gecontroleerd. Dit leidt er volgens de minister toe dat “de rechter veel meer tijd zal overhouden om zijn autonome rol veel beter te kunnen vervullen.” Zelfs zoveel tijd dat in een procedure indien gewenst een extra tussenstap in de procedure kan worden ingelast. Doen rechters deze handelingen zelf of doet het ondersteunend personeel dit? Als dit daadwerkelijk het geval zou zijn, dan zijn de rechters daar nu wel heel veel tijd mee kwijt. Ik ben benieuwd hoe de rechters dit zien…

Voor meer informatie verwijs ik naar het beknopte of uitgebreide verslag van de plenaire behandeling van het programma KEI.

Op 12 juli a.s. stemt de Eerste Kamer over de wetsvoorstellen KEI. Dit betekent dat de invoering wederom vertraging zal oplopen. Er moet namelijk een termijn van (minimaal) zes maanden liggen tussen de publicatie van de wetsvoorstellen in het Staatsblad en de eerste fase van de inwerkingtreding.

Overigens mogen twee rechtbanken, vanaf de publicatie in de Staatscourant, vrijwillige experimenten optuigen om ervaring op te doen (artikel CIXa Invoeringswet). Deze mogelijkheid geldt enkel voor vorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging.

Wordt vervolgd…

Digitaal procederen wederom uitgesteld

5 juli 2016: dag van de waarheid voor KEI

Op 22 juni jl. diende de minister een Nota naar aanleiding van het verslag in. Komende dinsdag 5 juli behandelt de Eerste Kamer tijdens een plenaire behandeling de vier wetsvoorstellen uit het Programma KEI. Dan zal duidelijk worden of de huidige planning (zie hieronder) wederom aangepast moet worden of dat we begin volgend jaar eindelijk een start gaan maken met digitaal procederen in civiele zaken.

Als alles goed verloopt, wordt in januari 2017 bij de rechtbanken Midden-Nederland en Gelderland begonnen met digitaal procederen in zaken met verplichte vertegenwoordiging door een advocaat. Dit geldt voor vorderingen van > € 25.000.

Niet alleen gaat er digitaal geprocedeerd worden, maar ook de procedure zelf verandert. Hoe de veranderde procedure er uit komt te zien, lees je in mijn artikel Programma KEI: de nieuwe basisprocedure onder de loep.

KEI tijdlijn mei 2016_large

Bewaren

Digitaal procederen wederom uitgesteld

KEI: weer uitstel!

Het is weer niet gelukt om een deadline te halen met als gevolg een verder uitstel van KEI. Afgelopen februari publiceerde de Rechtspraak een aangepaste tijdlijn KEI met als uitgangspunt dat de nieuwe wetgeving voor 1 april 2016 in het Staatsblad zou worden gepubliceerd. Dit had dus uiterlijk gisteren (31 maart 2016) moet gebeuren.

Gezien de vragen die in de Eerste Kamer zijn gesteld, is het misschien niet verwonderlijk dat deze deadline niet is gehaald. Maar het is wel opvallend dat ook in dit grote IT-project bij de overheid de planning telkens weer te ambitieus blijkt en de invoering telkens wordt uitgesteld. Het is nu wachten op een nieuwe planning en een nieuwe tijdlijn KEI.

Voor de actuele stand van zaken van het wetsvoorstellen KEI verwijs ik naar de website van de Eerste Kamer.

 

 

Digitaal procederen wederom uitgesteld

Programma KEI: de nieuwe basisprocedure onder de loep

Eerder schreef ik al dat de Nederlandse overheid internationaal toonaangevend wil blijven en dat zij daarom het Programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) in het leven heeft geroepen (zie hier). Het doel van het Programma KEI is het digitaliseren en vereenvoudigen van de procedures bij de burgerlijke rechter.

Het eerste deel van deze omvangrijke operatie is het aanpassen van de procedure in eerste aanleg bij de burgerlijke rechter. Meer specifiek zal een nieuwe basisprocedure in eerste aanleg worden ingevoerd.

(meer…)

Programma KEI: procederen in bits & bytes

Programma KEI: procederen in bits & bytes

In een eerder blog besteedde ik al aandacht aan de eKantonrechter, waarbij iedereen met een DigiD of e-Herkenning vanuit z’n luie stoel kan procederen.

Het digitaal procederen bij de eKantonrechter staat niet op zichzelf. De Nederlandse overheid wil internationaal mee blijven doen en heeft daarom het programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) in het leven geroepen.

(meer…)

%d bloggers liken dit: