door Jeroen Veldhuis | 22 feb 2018 | Advocatuur, Gedragsrecht
Iets later dan aangekondigd, zijn vanochtend dan eindelijk de Gedragsregels 2018 gepubliceerd.
Er is het nodige veranderd aan de gedragsregels en de toelichting daarop. Onder andere is het aantal gedragsregels is afgenomen van 39 naar 29. De opvallendste wijzigingen zijn op het eerste gezicht het afschaffen van de confraternele correspondentie en de mogelijkheid om nieuwe cliënten te werven via koppelsites.
In plaats van een statische toelichting, is dit keer gekozen voor een ‘levende toelichting’. Dit betekent dat de toelichting op de gedragsregels – dus niet de gedragsregels zelf! – kunnen worden aangepast als daar aanleiding toe bestaat.
De Gedragsregels 2018 gelden per direct en de Gedragsregels 1992 kunnen de prullenbak in.
De Gedragsregels 2018 met toelichting lees je hieronder, maar je kan ze ook downloaden om op een later moment rustig te lezen.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 15 feb 2017 | Procesrecht, Programma KEI
De eerste officiële stap van het digitaal procederen in civiele zaken is de pilot voor vorderingen met verplichte procesvertegenwoordiging (vorderingen van meer dan € 25.000) bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland.
Eerder werd de invoering al uitgesteld van 1 februari 2017 naar 1 april 2017, maar ook deze datum is niet haalbaar. Dit was in de wandelgangen al langer bekend, maar vandaag bevestigt de Rechtspraak dit in een interview met Monique Commelin, directeur Programma KEI.[1]
Redenen uitstel
Commelin geeft aan dat pas wordt gestart “als de techniek zich heeft bewezen”. Dat blijkt nog niet het geval te zijn. Men wacht op de uitslagen van een aantal tests, maar met name de snelheid van de digitale werkomgeving voor de medewerkers van de Rechtspraak blijkt een probleem te zijn.
Voordat de eerste officiële pilot kan beginnen, moet een Koninklijk Besluit worden aangevraagd. Dat wordt volgens Commelin pas gedaan als de hiervoor genoemde tests een positief resultaat hebben. Na de aanvraag duurt het nog minimaal twee maanden voordat de eerste officiële pilot van start kan gaan. Commelin hoopt dat het Koninklijk Besluit voor de zomer kan worden aangevraagd.
Vrijwillig digitaal procederen
Advocaten kunnen al wel vrijwillig digitaal procederen in vorderingszaken van meer dan € 25.000 (de prepilot), maar dit is vooralsnog niet populair. Tot op heden zijn er slechts drie digitale procedures gevoerd.
Als redenen hiervoor voert Commelin aan dat de drempel hoog is, omdat de digitale werkwijze nieuw is, het nieuwe procesrecht onbekend is en beide partijen in een procedure akkoord moeten gaan. Ook zal niet meehelpen dat de advocatuur niet de meest vooruitstrevende beroepsgroep is.
Opvallend
Commelin zegt over het ervaring opdoen in de prepilot: “Wat civiele zaken betreft is het dus echt wachten op de verplichte fase om meer ervaring op te kunnen doen.”
Dit is opvallend, omdat het gebrek aan animo voor het vrijwillig digitaal procederen (de prepilot) de reden was van het vorige uitstel. De Nederlandse Orde van Advocaten en de Rechtspraak durfden het niet aan om de eerste officiële pilot te starten zonder voldoende ervaringen te hebben opgedaan in de prepilot. Advocaten werden daarom opgeroepen mee te doen met de prepilot. Mochten er desondanks toch niet voldoende zaken worden aangemeld, dan wordt bezien in hoeverre de eerste pilot van start kan gaan.[2]
Dit strookt niet met de hiervoor geciteerde opmerking van Commelin. Of men moet hebben besloten dat ervaringen met de prepilot niet meer relevant zijn voor het starten van de officiële pilot. Maar dat lijkt me, gezien het vorenstaande, sterk en daarover vind ik niets terug op de websites van de Nederlandse Orde van Advocaten, de Rechtspraak en de Tweede Kamer.
Nieuw procesrecht
Behalve de manier van procederen, verandert ook de civiele procedure zelf. Meer informatie over de nieuwe civiele procedure lees je in mijn artikel Programma KEI: de nieuwe basisprocedure onder de loep en in mijn blogs KEI: oproepen verweerder en Termen in het nieuwe burgerlijk procesrecht.
=====
[1] ‘Pas verplicht digitaal procederen als we helemaal zeker zijn’, Rechtspraak.nl 15 februari 2017.
[2] Kamerstukken I 2016/17, 34059, L, p. 4 en 5.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 5 aug 2016 | Advocatuur
Om als advocaat te worden beëdigd, moet je aan verschillende voorwaarden voldoen. De meest voor de hand liggende is dat je meester in de rechten moet zijn. Dit betekent dat je met succes een rechtenstudie aan een universiteit in de EU hebt afgerond.
Rondde je met succes een rechtenstudie af aan een universiteit buiten de EU, dan moet je eerst een bachelor en master halen aan een Nederlandse universiteit. Ook moet je diploma voldoen aan het Besluit beroepsvereisten advocatuur (civiel effect).
Verzoekschrift
Voordat de beëdiging plaats kan vinden, moet je een verzoekschrift indienen bij de Raad van de Orde van Advocaten (‘Raad’) in het arrondissement waar de advocaat kantoor wil gaan houden. Als alle benodigde stukken zijn ingediend, zal de Raad het verzoek doorsturen aan de rechtbank. In het verzoekschrift verzoek je de rechtbank om je te beëdigen als advocaat. Voldoe je aan alle eisen, dan wordt je uitgenodigd voor de beëdigingszitting.
De advocateneed
Tijdens de beëdigingszitting draag je als toekomstig advocaat een toga met bef. De officier van justitie draagt je tijdens de zitting formeel voor om te worden beëdigd. Aansluitend leg je de advocateneed af. De eed (belofte) luidt:
“Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet, eerbied voor de rechterlijke autoriteiten, en dat ik geen zaak zal aanraden of verdedigen, die ik in gemoede niet gelove rechtvaardig te zijn.”
Het is ook mogelijk om de eed (belofte) in het Fries af te leggen, omdat het Fries een officiële taal is:
“Ik swar (ûnthjit) trou oan de Kening, it neilibjen fan ’e Grûnwet, earbied foar de rjochterlike autoriteiten, en dat ik gjin saak oanrikkemandearje of ferdigenje sil, dêr’t ik ynderlik fan oertsjûge bin dat dy net rjochtfeardich is.”
Deze eed is gebaseerd op de bij keizerlijk decreet uit 1810 door Napoleon voorgeschreven advocateneed.
Ben je christen, dan kan je de eed afleggen en ben je geen christen dan leg je de belofte af. Je staat op, steekt de wijs- en middelvinger van je rechterhand op en zegt “zo waarlijk helpe mij God almachtig” of je zegt “dat beloof ik”.
In de praktijk vinden vaak beëdigingen tegelijkertijd plaats. In dat geval leest de rechter de eed/belofte voor en vraagt vervolgens of je de eed of de belofte af wilt leggen. In augustus worden traditioneel veel advocaten beëdigd.
En dan ben je advocaat.
En nu?
Ben je eenmaal beëdigd, dan wordt je ingeschreven op het tableau. Je bent volwaardig advocaat, maar gedurende je advocaatstage – in principe drie jaar – onder supervisie van een patroon. Een patroon is een ervaren advocaat die je begeleidt. Dit kan aan de hand van een door de Orde opgestelde checklist best practice patroons en het door de orde uitgegeven portfolio.
Ook moet je de beroepsopleiding advocaten volgen. Op de website van de beroepsopleiding advocaten vind je praktische informatie over de beroepsopleiding, maar ook blogs van advocaat-stagiaires die de beroepsopleiding volgen. De beroepsopleiding is ook actief op Twitter.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 24 mrt 2016 | Advocatuur
Het zijn roerige tijden voor de stichting derdengelden. Sinds 1 januari 2016 zijn de beperkingen om bestuurder te worden van de stichting derdengelden uitgebreid (zie mijn vorige blog) en nu is sprake van mogelijke alternatieve opzet van de regeling voor de stichting derdengelden.
NOvA toch te streng?
Kort gezegd kan je per 1 januari 2016 geen bestuurder worden als je een advocaat in loondienst bent.[1] De reden hiervan is:
“Er is dan namelijk sprake van een gezagsverhouding met de werkgever, wat maakt dat de advocaat mogelijk niet volledig vrij en onafhankelijk kan opereren.” [2]
Persoonlijk vind ik dit te ver gaan. Je bent als natuurlijke persoon en niet als advocaat bestuurder van de stichting. Er is dus helemaal geen sprake van een gezagsverhouding. Je werkgever heeft ook geen inzage c.q. invloed op je werkzaamheden als bestuurder.
Uit de Rapportage resultaten enquête project derdengelden uit november 2015 – dus vóór de inwerkingtreding van het verbod voor advocaten in loondienst – blijkt dat het voor advocaten van eenmanskantoren lastig is om een medebestuurder te vinden die aan de eisen voldoet.[3] Toch heeft men gemeend deze beperking door te moeten voeren. Waarom is onbekend.
Verder geldt dat dit verbod enkel advocaten treft en niet andere personen die bestuurder willen worden. Hierbij moet je denken aan accountants of andere vrije beroepsbeoefenaren.[4] Terwijl in die gevallen ook sprake is van een gezagsverhouding. Onduidelijk is waarom dit onderscheid is gemaakt.
De NOvA heeft toegezegd dit punt van kritiek zal worden meegenomen in het kader van het Project Derdengelden (zie hierna).
Project derdengelden
Het project derdengelden heeft als insteek het verlichten van de (administratieve) lasten voor de advocaat, zonder dat het ten koste gaat van de bescherming van derdengelden.[5] In dit kader onderzoekt de algemene raad van de NOvA of er alternatieven denkbaar zijn voor het huidige derdengeldensysteem.
Vandaag maakte de NOvA in haar maandelijkse Ordebericht bekend:
“Afschaffing verplichte stichting derdengelden
De verplichting om over een stichting derdengelden te beschikken is sinds de introductie in 1998 een terugkerend onderwerp van discussie. Mede op grond van geluiden vanuit de balie en de resultaten van de NOvA-enquête vindt de algemene raad een hervorming van het huidige derdengeldensysteem gerechtvaardigd.
Na bestudering van vier alternatieve systemen heeft de algemene raad besloten de constructie van de stichting derdengelden te behouden, maar te onderzoeken of deze verplichting voor advocaten die geen derdengelden ontvangen kan worden afgeschaft. Voor advocaten die toch onverwacht met derdengelden worden geconfronteerd zal in dat systeem een centrale vangnetstichting worden opgericht. Daarnaast onderzoekt de algemene raad de mogelijkheden van een wettelijke kwaliteitsrekening.
De lokale dekens en het college van afgevaardigden hebben zich positief uitgesproken over deze ontwikkeling. De algemene raad beraadt zich momenteel op de inrichting van het nieuwe systeem aan de hand van de genoemde uitgangspunten.”
Naast deze mogelijk om ontheffing te krijgen, komen onderwerpen aan de orde als het tweehandtekeningenvereiste[6] en de eisen die aan de bestuurders van de stichting worden gesteld, waaronder dus het ‘loondienstverbod’ voor advocaten.
Wordt vervolgd…
=====
[1] Artikel 6.22 lid 6 Voda.
[2] Zie reactie op mijn blog Stichting derdengelden: de NOvA is te streng!
[3] Rapportage resultaten enquête project derdengelden, november 2015, p. 10.
[4] Artikel 6.22 lid 5 Voda.
[5] Rapportage resultaten enquête project derdengelden, november 2015, p. 2.
[6] Artikel 6.22 lid 8 Voda.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 4 jan 2016 | Advocatuur, Tuchtrecht
Toen op 1 januari 2015 de vernieuwde Advocatenwet in werking trad, kreeg de secretaris van de Algemene Raad de verplichting om een lijst met geschorste en geschrapte advocaten openbaar te maken.
In dit blog zet ik uiteen onder welke voorwaarden een advocaat op deze lijst terecht komt.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Recente reacties