door Jeroen Veldhuis | 13 okt 2017 | Consument
Voordat een negatieve registratie bij het BKR mag worden gedaan, moet eerst een zogenoemde vooraankondiging worden verzonden. Dit is een bericht van de kredietverstrekker aan de consument met de mededeling dat een negatieve registratie zal worden gedaan, als de achterstand niet binnen een bepaalde termijn alsnog betaald wordt.
Doel
De vooraankondiging geeft de consument de kans om de negatieve registratie te voorkomen. Het is dus een laatste waarschuwing.
Wanneer
Elk type krediet kent een eigen regeling met betrekking tot het moment dat een negatieve registratie mag worden gedaan. Bij een hypotheek geldt bijvoorbeeld dat een negatieve registratie pas mag worden gedaan bij een achterstand van drie volledige maandtermijnen.
Vorm
De vraag is op welke manier de vooraankondiging moet worden vormgegeven. Meestal zal de vooraankondiging in een sommatiebrief staan. Eerder dit jaar oordeelde de Geschillencommissie BKR over een zaak waarin op de acceptgiro die aan de sommatiebrief is gehecht, staat dat dat betalingsachterstanden van drie maanden worden gemeld bij het BKR.[1]
De Geschillencommissie oordeelde dat dit niet is toegestaan:
“De Commissie merkt voorts op dat de mededeling in kleine letters op de acceptgiro niet kwalificeert als een vooraankondiging zoals bepaald in artikel 29 lid 3 Algemeen Reglement BKR (versie april 2013). Dit artikel heeft de bedoeling dat het een consument volkomen duidelijk moet zijn binnen welke termijn hij zijn schuld moet betalen om registratie van een achterstand te voorkomen. De Commissie acht het aannemelijk dat consumenten de belangrijke mededeling van ingebrekestelling, opeising en achterstandsmelding op deze wijze over het hoofd zien.”
Eigenlijk zegt de Geschillencommissie dat er geen vooraankondiging is verzonden als het voor de consument niet duidelijk is dat het één minuut voor twaalf is voor wat betreft de naderende negatieve registratie.
Het vermelden van de vooraankondiging in algemene voorwaarden is dus ook niet voldoende. Ook dan is het voor de consument niet duidelijk (genoeg) dat een negatieve registratie zal volgen als er niet alsnog betaald wordt binnen de gestelde termijn.
Geen (correcte) vooraankondiging
Wordt geen (correcte) vooraankondiging verzonden, dan moet de achterstandsregistratie (code A) worden verwijderd. Hetzelfde geldt als de achterstandscode te vroeg wordt geregistreerd, bijvoorbeeld bij een achterstand van twee i.p.v. drie maandtermijnen van de hypotheek.
Bijzonderheidscode 2
Vaak volgt na de achterstandsmelding (code A) ook nog een bijzonderheidscode 2, wat betekent dat het krediet is opgeëist en je de (restant)schuld in één keer moet betalen.
Is de achterstand te vroeg geregistreerd, dan is de achterstandscode ten onrechte geregistreerd en moet deze worden verwijderd. Bijzonderheidscode 2 moet in dat geval ook worden verwijderd. Dit omdat bijzonderheidscode 2 aangeeft dat er een registreerbare achterstand zou zijn geweest, terwijl dat niet het geval is.[2]
[UPDATE] Per 1 oktober 2021 is de Geschillencommissie BKR ondergebracht bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid).
—–
[1] Geschillencommissie BKR 13 april 2017, nr. 17.07.
[2] Geschillencommissie BKR 13 april 2017, nr. 17.07.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 21 feb 2017 | Consument
Stel, je sluit een lening af om een nieuwe sportauto te kunnen kopen en je betaalt de aflossing of rente niet, dan is de kredietverstrekker wettelijk verplicht dit te melden bij het Bureau Kredietregistratie te Tiel. Wat gebeurt er als de vordering verjaart?
Verjaring
Als de kredietverstrekker (schuldeiser) geen aanmaningen stuurt, dan zal zijn vordering op een gegeven moment verjaren. Is een vordering verjaard, dan wordt de verbintenis omgezet in een natuurlijke verbintenis. Dit betekent dat de kredietverstrekker weliswaar nog steeds een vordering heeft, maar deze kan hij niet meer bij de rechter afdwingen.
Er zijn meerdere verjaringstermijnen. Voor geldvorderingen bedraagt de verjaringstermijn over het algemeen vijf jaar. Maar let op, als de financiering is aangegaan in verband met een consumentenkoop, zoals in ons voorbeeld, dan is de verjaringstermijn mogelijk slechts twee jaar. Meer informatie over deze laatste situatie lees je in mijn blog Financiering bij consumentenkoop: korte verjaringstermijn!
Gevolgen voor negatieve registratie?
Is een vordering waarvoor een negatieve registratie bestaat bij het BKR verjaard, dan moet de kredietverstrekker dit melden bij het BKR.
Op het moment van verjaring moet de kredietverstrekker de werkelijke einddatum registreren. De werkelijke einddatum is het startpunt van de vijfjaarstermijn waarin de negatieve registratie nog zichtbaar is.
Wordt op een later moment vastgesteld dat de vordering verjaard is, dan moet de werkelijke einddatum alsnog met terugwerkende kracht worden geregistreerd.
Weigering
Dit staat in de handleiding voor kredietverstrekkers, dus ze weten wat ze moeten doen. Toch komt het geregeld voor dat de vordering is verjaard, maar dat de kredietverstrekker geen actie onderneemt.
Wil de kredietverstrekker ondanks verzoeken daartoe niet meewerken, dan kan je je wenden tot de rechter of de Geschillencommissie BKR.
[UPDATE] Per 1 oktober 2021 is de Geschillencommissie BKR ondergebracht bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid).
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 19 feb 2016 | Consument, Procesrecht
Heb je een lening en betaal je je aflossing of rente niet, dan is de kredietverstrekker wettelijk verplicht dit te melden bij het Bureau Kredietregistratie te Tiel. In dit blog leg ik uit welke stappen je kan ondernemen om die negatieve registratie door te laten halen.
In een eerder blog schreef ik al over het doel en nut van het BKR en welke soorten negatieve registraties er zijn. Dit blog lees je hier.
Een negatieve registratie kan er bijvoorbeeld toe leiden dat je aanvraag voor een persoonlijke lening of een hypotheek wordt afgewezen. Vaak zal dat terecht zijn, maar in sommige gevallen ook niet. Meen je dat de negatieve registratie je onevenredig zwaar treft, dan kan je je kredietverstrekker verzoeken om deze te verwijderen. Je zal daarbij wel gemotiveerd moeten aangeven waarom je van mening bent dat in jouw geval de registratie onredelijk is en dat deze moet worden doorgehaald.
Kom je er niet uit met je kredietverstrekker, dan kan je je verzoek aan de rechter voorleggen. Hiervoor bestaat een speciale procedure staat in artikel 46 van de Wet bescherming persoonsgegevens (‘Wbp’).
De procedure
Deze procedure begint met het indienen van een verzoekschrift. Hierin geef je aan om welke negatieve registratie(s) het gaat, waarom je deze verwijderd wil hebben en waarom de kredietverstrekker je verzoek heeft afgewezen.
Let op, het verzoekschrift moet binnen zes weken na ontvangst van de afwijzing door de kredietverstrekker zijn ontvangen door de rechtbank. Van deze termijn kan je geen uitstel krijgen en kan ook niet ‘verlengd’ worden door bij de kredietverstrekker opnieuw een verzoek tot verwijdering in te dienen. Bij deze procedure hoeft je je niet verplicht bij te laten staan door een advocaat. Al is dat vaak wel verstandig.
Na ontvangst van het verzoekschrift zal de rechtbank deze aan de kredietverstrekker toesturen en een datum voor de mondelinge behandeling bepalen. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling kan de kredietverstrekker een verweerschrift indienen, waarin zij aangeeft waarom de negatieve registratie niet moet worden verwijderd.
Tijdens de mondelinge behandeling mogen partijen hun standpunten bepleiten en is er ruimte voor discussie. Nadat de rechter de mondelinge behandeling heeft gesloten zal hij – over het algemeen – binnen zes weken uitspraak doen.
De beoordeling
In de zaak Santander oordeelde de Hoge Raad dat de rechter niet alleen moet kijken of de kredietverstrekker de regels voor registratie keurig gevolgd heeft, maar dat ook een belangenafweging moet worden gemaakt.
De belangenafweging ziet op de belangen van enerzijds de consument (jij dus) en anderzijds een goed werkend BKR-systeem, te weten (i) het behoeden van consumenten voor overkreditering en andere financiële problemen en (ii) het beperken van financiële risico’s voor kredietverstrekkers bij kredietverlening en het bestrijden van misbruik en fraude.
Bij de belangenafweging moeten alle relevante feiten en omstandigheden die partijen hebben aangedragen, worden meegewogen. Een voorbeeld: was er sprake van een kleine achterstand die snel werd betaald, dan is de kans groter dat het verzoek wordt toegewezen dan als sprake is van een langdurig incassotraject voor een groot bedrag, waarbij meerdere regelingen niet zijn nagekomen.
Hoger beroep
Ben je het niet eens met het oordeel van de rechter, dan kan je in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. Dit moet binnen drie maanden na de datum van de uitspraak (‘beschikking’) van de rechter.
Ook in hoger beroep hoef je je niet verplicht laten bijstaan door een advocaat, aldus het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.
Spoedeisend belang
Soms is het van het grootste belang om op korte termijn een uitspraak te krijgen van de rechter. Hierbij kan je denken aan de volgende situatie:
Je hebt een voorlopig koopcontract voor een woning getekend, maar vanwege negatieve BKR-registraties kan je geen hypotheek krijgen. Als je niet binnen twee weken de financiering rond hebt, ben je een boete verschuldigd van € 25.000.
In dit geval is de verzoekschriftprocedure van artikel 46 Wbp niet geschikt, omdat je dan nooit op tijd een beschikking hebt. De verzoekschriftprocedure kent geen snelle variant. Waarschijnlijk heeft de mondelinge behandeling nog niet eens plaatsgevonden op het moment dat de boete verschuldigd is.
Je hebt in ons voorbeeld een spoedeisend belang en dat betekent dat een kort gedingprocedure – die begint met een dagvaarding en waarbij verplichte advocaatvertegenwoordiging geldt voor de eiser – de aangewezen weg is.
Alternatief
Een alternatief voor de verzoekschriftprocedure is de procedure bij Geschillencommissie BKR. De regels voor die procedure vind je in het Algemeen Reglement Geschillencommissie.
Twee van de voorwaarden waaraan je moet voldoen, zijn:
- binnen 12 maanden nadat je weet of had kunnen weten dat je wordt benadeeld door de negatieve registratie(s) moet je aan de bel hebben getrokken bij je kredietverstrekker of het BKR;
- binnen twee maanden na het afwijzen van je verzoek tot verwijdering moet je de procedure bij de Geschillencommisie BKR aanhangig hebben gemaakt. In vergelijking tot de verzoekschriftprocedure van artikel 46 Wbp heb je dus twee weken langer de tijd.
[UPDATE] Per 1 oktober 2021 is de Geschillencommissie BKR ondergebracht bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid).
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Recente reacties