Programma KEI: de planning

Programma KEI: de planning

In juli 2016 ging de Eerste Kamer akkoord met de vier wetsvoorstellen van Programma KEI en werden deze wetsvoorstellen in de Staatscourant gepubliceerd. Kortom, het digitale procederen gaat er echt komen! Maar niet in één keer, zoals ik al eerder meldde.

Voor de procedures bij de civiele rechter is de invoering van het digitaal procederen opgedeeld in vijf etappes.

Civiel 1.0

In februari 2017 begint de pilot voor vorderingen met verplichte procesvertegenwoordiging bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland. Als de pilot naar wens verloopt, zal in deze zaken het landelijk procederen in juli 2017 landelijk worden ingevoerd.

Voorafgaand aan de pilot start op 1 september a.s. een proeffase bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarbij een klein aantal advocatenkantoren al kan experimenteren met het digitaal procederen.

Civiel 2.0

Civiel 2.0 ziet op het hoger beroep in vorderingszaken en de pilot begint op het moment dat civiel 1.0 landelijk wordt ingevoerd: juli 2017. Verwacht wordt dat het digitaal procederen in hoger beroepzaken in december 2017 landelijk zal worden ingevoerd.

Civiel 3.0

De volgende etappe is het digitaal procederen in vorderingszaken zonder verplichte procesvertegenwoordiging (kantonzaken). De pilot zal lopen van juni 2018 tot en met oktober 2018. Dit betekent dat er een uitloopmogelijkheid is van vijf maanden voor civiel 1.0 en 2.0.

In november 2018 wordt digitaal procederen in deze zaken landelijk verplicht gesteld. Een uitzondering geldt voor natuurlijke personen die zonder vertegenwoordiging procederen. Zij kunnen, als ze dat willen, op papier blijven procederen.

Civiel 4.0 en 5.0

Civiel 4.0 ziet op verzoekprocedures (de huidige verzoekschriftprocedure) civiel 5.0 is de kort geding procedure.

De pilot in loopt in zowel civiel 4.0 als civiel 5.0 van februari 2019 tot en met juni 2019. In juli 2019 wordt verplicht digitaal procederen in verzoekprocedures en in kort geding landelijk ingevoerd.

Niet alleen moeten we verplicht digitaal gaan procederen, maar ook de civiele procedure zelf verandert. Hoe de veranderde procedure er uit komt te zien, lees je in mijn artikel Programma KEI: de nieuwe basisprocedure onder de loep.

 

Tijdlijn-KEI juli 2016.pdf

 

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Programma KEI: de planning

Programma KEI: the day after

Gisteren vond (eindelijk) de plenaire behandeling van de vier wetsvoorstellen van het Programma KEI plaats in de Eerste Kamer. Deze wetsvoorstellen zien op het aanpassen van het burgerlijk procesrecht en maken mogelijk dat we in de toekomst digitaal kunnen procederen.

De vragen van de diverse senatoren gingen over onder andere de financiën van KEI, hoever reikt de bewijsplicht als een procespartij een termijn mist als gevolg van een technische storing, het spanningsveld tussen de toenemende druk voor de rechtspraak om productie te draaien en kwaliteit, de duur van de testperiode (langer?), de mondelinge uitspraak en de beveiliging van databestanden. Niet alleen minister Van der Steur, maar ook regeringscommissarissen Hammerstein (burgerlijk procesrecht) en Scheltema (algemene regels bestuursrecht) beantwoordden de vragen.

Duidelijk werd dat de minister het niet nodig vindt om een Tijdelijke Commissie KEI – waarin meerdere partners uit de rechtsketen, zoals advocaten en deurwaarders, zitting nemen – om de implementatie van KEI te begeleiden, in te stellen.

Bij digitale dossiers hoeven dossiers niet meer fysiek heen en weer gesleept te worden en hoeven dossiers niet meer op compleetheid te worden gecontroleerd. Dit leidt er volgens de minister toe dat “de rechter veel meer tijd zal overhouden om zijn autonome rol veel beter te kunnen vervullen.” Zelfs zoveel tijd dat in een procedure indien gewenst een extra tussenstap in de procedure kan worden ingelast. Doen rechters deze handelingen zelf of doet het ondersteunend personeel dit? Als dit daadwerkelijk het geval zou zijn, dan zijn de rechters daar nu wel heel veel tijd mee kwijt. Ik ben benieuwd hoe de rechters dit zien…

Voor meer informatie verwijs ik naar het beknopte of uitgebreide verslag van de plenaire behandeling van het programma KEI.

Op 12 juli a.s. stemt de Eerste Kamer over de wetsvoorstellen KEI. Dit betekent dat de invoering wederom vertraging zal oplopen. Er moet namelijk een termijn van (minimaal) zes maanden liggen tussen de publicatie van de wetsvoorstellen in het Staatsblad en de eerste fase van de inwerkingtreding.

Overigens mogen twee rechtbanken, vanaf de publicatie in de Staatscourant, vrijwillige experimenten optuigen om ervaring op te doen (artikel CIXa Invoeringswet). Deze mogelijkheid geldt enkel voor vorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging.

Wordt vervolgd…

Programma KEI: de planning

KEI: weer uitstel!

Het is weer niet gelukt om een deadline te halen met als gevolg een verder uitstel van KEI. Afgelopen februari publiceerde de Rechtspraak een aangepaste tijdlijn KEI met als uitgangspunt dat de nieuwe wetgeving voor 1 april 2016 in het Staatsblad zou worden gepubliceerd. Dit had dus uiterlijk gisteren (31 maart 2016) moet gebeuren.

Gezien de vragen die in de Eerste Kamer zijn gesteld, is het misschien niet verwonderlijk dat deze deadline niet is gehaald. Maar het is wel opvallend dat ook in dit grote IT-project bij de overheid de planning telkens weer te ambitieus blijkt en de invoering telkens wordt uitgesteld. Het is nu wachten op een nieuwe planning en een nieuwe tijdlijn KEI.

Voor de actuele stand van zaken van het wetsvoorstellen KEI verwijs ik naar de website van de Eerste Kamer.

 

 

%d bloggers liken dit: