Verjaring van executie van een rechterlijke uitspraak

Een rechterlijke uitspraak, zoals een vonnis of arrest, is niet eeuwig geldig. Na verloop van tijd verjaart de bevoegdheid om de rechterlijke uitspraak ten uitvoer te leggen c.q. te executeren. Maar je kan voorkomen dat het vonnis nutteloos wordt.

Dit is een ander type verjaring dan de verjaring waarover ik eerder blogde. In mijn eerdere blogs ging het over de verjaring van rechtsvorderingen.[1]

Hoofdregel

Een rechterlijke (of arbitrale) uitspraak verjaart na verloop van 20 jaar. Dit betekent dat de uitspraak na 20 jaar niet meer kan worden ten uitvoer gelegd, door bijvoorbeeld het leggen van bankbeslag op beslag op een pand.

Uitzondering

Op deze 20-jaarstermijn geldt een uitzondering als het in de rechterlijke uitspraak staat dat het om bedragen gaat die per jaar of kortere termijn moeten worden betaald. Hierbij kan je denken aan de gevorderde wettelijke rente die wordt toegewezen. In die gevallen geldt een korte verjaringstermijn van vijf jaar.

Aanvang termijn

De 20- of 5-jaarstermijn begint te lopen op de dag na uitspraak. Is in de uitspraak een bepaalde termijn of een voorwaarde opgenomen die moet zijn vervuld, dan begint de verjaring te lopen de dag na afloop van deze termijn of de dag nadat aan deze voorwaarde is voldaan.

Stuiting

Dit betekent niet dat je na 20 of vijf jaar niets meer aan de uitspraak hebt. De verjaring kan worden gestuit. Daarmee verleng je de periode waarbinnen je de rechterlijke uitspraak ten uitvoer kan leggen. De verjaring wordt gestuit door:

  1. betekening van de uitspraak of schriftelijke aanmaning;
  2. erkenning van de in de uitspraak vastgestelde verplichting;
  3. iedere daad van tenuitvoerlegging, mits daarvan binnen de door de wet voorgeschreven tijd of, bij gebreke van zodanig voorschrift, met bekwame spoed mededeling aan de wederpartij wordt gedaan.

Wordt de verjaring tijdig en op de juiste wijze gestuit, dan begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen. Maar let op, deze termijn is maximaal vijf jaar.

=====

[1] Zie mijn blogs Verjaring van rechtsvordering, Financiering bij consumentenkoop: korte verjaringstermijn! en Het belang van een goede sommatiebrief.

Het belang van een goede sommatiebrief

Het belang van een goede sommatiebrief

Uit een recente uitspraak van de rechtbank Arnhem blijkt maar weer eens dat het goed is om je sommatiebrief goed in te richten.

Doe je dat niet dan kunnen de gevolgen verstrekkend zijn.

Waar ging het over?

In deze kwestie ging de discussie over de vraag of de vordering van de eisende partij is verjaard. Verjaring houdt in dat je je vordering niet meer via de rechter kan afdwingen. Je vordering vervalt dus niet, maar je bent overgeleverd aan de goedheid van je debiteur en daar is – zeker in de huidige tijd – vaak wel wat op aan te merken.

De verjaringstermijn van een vordering tot betaling van een geldsom is vijf jaar. Deze termijn kan onder andere worden gestopt door een goede sommatiebrief. Als de termijn wordt gestuit, begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen. Meer informatie over verjaring vind je hier.

Een sommatiebrief moet niet alleen de mededeling bevatten dat je een vordering op je debiteur hebt. Je moet ondubbelzinnig duidelijk maken dat je ook na verloop van de verjaringstermijn van vijf jaar je recht op betaling nog geldend wil kunnen maken. De ratio hiervan is dat de schuldenaar voldoende is gewaarschuwd dat hij er ook na het verstrijken van de verjaringstermijn rekening mee moet houden dat hij de beschikking behoudt over zijn gegevens en bewijsmateriaal, zodat hij zich tegen een dan mogelijk alsnog door de schuldeiser ingestelde vordering behoorlijk kan verweren.

In de kwestie waarover de Arnhemse rechtbank moest oordelen stond in een sommatiebrief:

“Ik verzoek en zonodig sommeer ik u dan ook over te gaan tot betaling van het verschuldigde bedrag per 31 december 2007 (…). Bij gebreke van een inhoudelijke reactie uwerzijds binnen veertien dagen zal ik genoodzaakt zijn u in rechte te betrekken teneinde het verschuldigde bedrag inclusief kosten en rente alsnog op u te verhalen.”

De rechter oordeelde deze brief niet te zien als het verrichten van handelingen waarin eiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Het gevolg was dat de verjaring niet was gestuit (en daarmee verjaard is) en dus werd de vordering afgewezen.

Conclusie

Gezien de verregaande gevolgen is het raadzaam om stil te staan bij de inhoud van je sommatiebrief, met name als het einde van de verjaringstermijn nadert. Neem in dat geval uitdrukkelijk op dat de brief op dat deze – eventueel naast het sommeren tot betaling – tot doel heeft om de verjaring te stuiten.

%d bloggers liken dit: