Virtueel rondneuzen bij de Rechtspraak

Virtueel rondneuzen bij de Rechtspraak

Sinds vandaag is het mogelijk om digitaal rond te neuzen in rechtbanken, gerechtshoven, de Centrale Raad van beroep en het College van beroep voor het bedrijfsleven.

De zittingszalen zijn niet te bezichtigen, maar de ontvangsthal en wachtruimtes wel. Op verschillende locaties staat een informatiebalkje waar je op kan klikken voor meer informatie (zie foto hieronder). Op deze manier kunnen bezoekers van de gerechtsgebouwen en paleizen van justitie zich alvast oriënteren.

Hierdoor kan men zich beter voorbereiden op wat toch vaak een spannende dag is, aldus de Rechtspraak. Daarnaast is het natuurlijk ook leuk om eens rond te kijken bij het moderne gerechtshof Amsterdam of het klassieke paleis van justitie in Leeuwarden.

rechtbank koffie rechtspraak

Foto: in het gerechtsgebouw te Utrecht zijn de koffie en thee uit de koffieautomaat gratis.

 

Omdat de website van de Rechtspraak niet de meest gebruiksvriendelijke website is, hieronder een overzicht van de gebouwen waar je digitaal kan rondkijken.

 

 

 

 

Dit zijn niet alle gebouwen. De gerechtsgebouwen in Gouda en Leiden (beiden rechtbank Den Haag), Apeldoorn en Nijmegen (beiden rechtbank Gelderland) en Enschede (rechtbank Overijssel) kunnen niet virtueel worden bezocht. Het ligt ook niet in planning dat dit alsnog gaat gebeuren. De reden hiervan is dat deze locaties maar weinig bezoekers kennen.

De Hoge Raad gaat digitaal!

De Hoge Raad gaat digitaal!

Hoge Raad

De Hoge Raad is de hoogste Nederlandse rechter voor civiele, fiscale en strafzaken. De Hoge Raad is cassatie rechter en heeft tot doel het bevorderen van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling en rechtsbescherming. In cassatie komen alleen rechtsvragen aan de orde komen en er vindt dus geen onderzoek plaats naar de feiten.

Digitaal procederen

De Hoge Raad gaat per 1 maart a.s. in civiele vorderingszaken digitaal procederen. Dit is een uitvloeisel van het Programma KEI. Het doel van het programma KEI is enerzijds het vereenvoudigen van de gerechtelijke procedures bij de burgerlijke rechter en de bestuursrechter en anderzijds het zoveel mogelijk digitaliseren van deze procedures.

Voor dagvaardingszaken die zijn gestart voor 1 maart 2017 geldt de huidige ‘papieren’ procedure en dit geldt vooralsnog ook voor verzoekschriftzaken. In de toekomst zullen alle cassatiezaken digitaal gevoerd worden.

Nieuw procesrecht

Niet alleen zullen per 1 maart a.s. processtukken en correspondentie digitaal worden uitgewisseld, maar dan ook geldt het nieuwe burgerlijk procesrecht. Dit betekent onder andere dat cassatie wordt ingesteld door het indienen van een procesinleiding in het webportaal van de Hoge Raad (in plaats van het betekenen van de cassatiedagvaarding door een deurwaarder).

Om alles in goede banen te leiden, is er een nieuw procesreglement vastgesteld.

 

Vallen incassokosten onder de regeling van artikel 6:44 BW?

Vallen incassokosten onder de regeling van artikel 6:44 BW?

Wordt een vordering niet betaald, dan is de schuldenaar (vaak) ook rente en incassokosten verschuldigd. Als een vervolgens (deel)betaling wordt gedaan, dan strekt die betaling in eerste instantie in mindering op “de kosten”, vervolgens in mindering op de rente en tenslotte in mindering op de hoofdsom en de lopende rente. Dit is geregeld in artikel 6:44 BW en wordt de “imputatieregel” genoemd.

Lange tijd was er discussie over de vraag of de buitengerechtelijke incassokosten ook onder het begrip “de kosten” vallen. Rechtbanken en gerechtshoven oordeelden hier verschillend over. In haar arrest van 10 juli 2015 maakt de Hoge Raad een eind aan deze discussie.

(meer…)

Vallen incassokosten onder de regeling van artikel 6:44 BW?

Incassokosten: de veertiendagenbrief voldoende!

Afgelopen vrijdag, 13 juni 2014, maakte de Hoge Raad een einde aan de discussie of er na de veertiendagenbrief bij consumentenincasso’s nog een brief moet worden verzonden, voordat de consument incassokosten verschuldigd is.

In mijn blog van 13 maart 2014 schreef ik over de verwarring die het rapport BGK Integraal van 7 oktober 2013 met zich meebracht. In afwijking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 september 2013 vond ‘de Rechtspraak’ dat er na het versturen van de veertiendagenbrief minimaal nog één incassohandeling moet worden verricht. Dit was voor een Arnhemse kantonrechter aanleiding om de volgende prejudiciële vraag aan de Hoge Raad voor te leggen:

Dient art. 6:96 lid 6 BW aldus te worden uitgelegd dat na het verzenden van de daarin genoemde veertiendagenbrief vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is verschuldigd, dus zonder dat de crediteur na het verzenden van die (veertiendagen)brief nog een nadere incassohandeling verricht?

Afgelopen vrijdag beantwoordde de Hoge Raad deze vraag ontkennend:

beantwoordt de prejudiciële vraag aldus dat art. 6:96 lid 6 BW aldus moet worden uitgelegd dat, indien de schuldeiser in redelijkheid tot het verrichten van incassohandelingen is overgegaan en de daarin genoemde veertiendagenbrief aan de consument-schuldenaar heeft gestuurd, bij uitblijven van de betaling binnen de termijn van veertien dagen de in het Besluit genormeerde vergoeding voor buitengerechtelijke incassohandelingen door de consument-schuldenaar verschuldigd wordt, zonder dat de schuldeiser gehouden is daartoe nog nadere incassohandelingen te verrichten

Hiermee is er eindelijk duidelijkheid voor consumentenincasso’s: betaal je niet binnen de 14 dagen die je gegund worden dan ben je incassokosten verschuldigd.

De hoogte van de incassokosten is gekoppeld aan de hoogte van de onbetaald gelaten hoofdsom. In het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is de volgende rekenwijze opgenomen (zie tabel 1).

15% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de eerste € 2500 minimum € 40 maximum € 375
10% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 2500 maximum € 250
5% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 5000 maximum € 250
1% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 190.000 maximum € 1.900
0,5% over het meerdere van de hoofdsom maximale incassokosten € 6.775

Tabel 1

De minimumvergoeding bedraagt € 40. Dit betekent dat voor vorderingen tot € 266,67 er € 40 aan incassokosten in rekening mag worden gebracht.

Voor een vordering met een hoofdsom van € 25.000 kan derhalve maximaal € 1.025 aan buitengerechtelijke incassokosten in rekening worden gebracht. En voor een vordering met een hoofdsom van € 14.000 kan er maximaal € 915 aan incassokosten worden gerekend.

Het maximum aan incassokosten wordt bereikt bij een vordering van € 1 miljoen, waarvoor maximaal dan € 6.775 aan incassokosten mag worden berekend. Bedraagt de vordering bijvoorbeeld € 2 miljoen, dan blijven de maximale incassokosten € 6.775.

Wat veel mensen niet weten, is dat na afloop van een jaar (periode van 12 maanden) waarover de rente is berekend, je de rente van dat jaar bij de hoofdsom mag optellen. Dat betekent dat als de incasso langer dan één jaar duurt, je een hoger bedrag aan incassokosten in rekening mag brengen (tenzij je natuurlijk niet boven de € 266,67 uitkomt of aan het maximum zit).

%d bloggers liken dit: