De kernwaarde onafhankelijkheid

De kernwaarde onafhankelijkheid

Sinds 1 januari 2015 zijn in de Advocatenwet de vijf kernwaarden van de advocatuur opgenomen.[1] In dit blog bespreek ik wat kernwaarden zijn en besteed ik extra aandacht aan de kernwaarde onafhankelijkheid.

Wat zijn kernwaarden?

De kernwaarden waren in 2015 geen nieuw fenomeen. In de Advocatenwet is slechts opgeschreven wat al bestaande waarden en normen waren. Het formuleren van de kernwaarden is dan ook wel omschreven als “goeddeels oude wijn in nieuwe zakken”.[2]

De Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel omschrijft de kernwaarden als volgt:

“Zij zijn de professionele standaard, vormen richtlijnen bij het optreden van de advocaat en zijn een toetssteen voor de tuchtrechter.”[3]

De kernwaarden vormen dus het uitgangspunt van de manier waarop een advocaat zich gedraagt en zijn werkzaamheden verricht. Dit is ook de reden dat je de kernwaarden terug vindt in de Gedragsregels voor advocaten.

De vijf kernwaarden voor de advocatuur zijn:

  • onafhankelijkheid
  • partijdigheid
  • deskundigheid
  • integriteit
  • vertrouwelijkheid

Hierna zal ik de eerste kernwaarde bespreken. De andere vier kernwaarden zal ik in toekomstige blogs bespreken.

Kernwaarde onafhankelijkheid

Zoals gezegd, komen de kernwaarden ook voor in de Gedragsregels 2018. De kernwaarde onafhankelijkheid vind je in regel 2 lid 1:

“De advocaat vermijdt dat zijn onafhankelijkheid in de uitoefening van zijn beroep in gevaar zou kunnen komen.”

Gedragsregel 2 staat onder het kopje “De maatschappelijke rol van de advocaat” en dat geeft het belang van deze regel en kernwaarde onafhankelijkheid weer. Het beschikbaar zijn van onafhankelijke, partijdige, deskundige, integere en vertrouwelijke rechtsbijstand is noodzakelijk voor het goede functioneren van de rechtsbedeling.[4]

Een advocaat moet namelijk onafhankelijk zijn ten opzichte van alles en iedereen.

De kernwaarde onafhankelijkheid wordt wel gezien als de belangrijkste kernwaarde. Onafhankelijkheid is een wezenskenmerk van de advocatuur en een essentiële voorwaarde voor een behoorlijke beroepsuitoefening. Een advocaat moet namelijk onafhankelijk zijn ten opzichte van alles en iedereen. Dit betekent onafhankelijk ten opzichte van de wederpartij, de overheid, de rechterlijke macht en de cliënt.[5] Men zegt ook wel dat de advocaat dominus litis (meester van het proces) is.

De onafhankelijkheid ten opzichte van de cliënt brengt ook mee dat een advocaat de zaak van de cliënt met enige afstand benadert. Als tussen advocaat en cliënt een onoverkoombaar verschil van inzicht is over de behandeling van de zaak, dan zal de advocaat zijn werk moeten neerleggen.[6]

Geld lenen

Twee voorbeelden uit de praktijk waaruit blijkt dat het lenen van geld van of aan de cliënt de onafhankelijkheid in het nauw brengt.

Geld lenen aan cliënt

Het eerste voorbeeld gaat over een kwestie waarin Hof van Discipline – de hoogste tuchtrechter – oordeelt over de situatie dat een advocaat geldt leent aan zijn cliënt. De advocaat werd dus de schuldeiser van de cliënt.[7]

“Het hof stelt voorop dat het in beginsel ontoelaatbaar is dat een advocaat aan een cliënt voor wie hij zaken in behandeling heeft, een (aanzienlijk) geldbedrag leent. Een dergelijke handelwijze kan er immers toe leiden dat tussen de advocaat en zijn cliënt belangentegenstellingen ontstaan, die afbreuk doen aan de voor een behoorlijke beroepsuitoefening tussen hen noodzakelijke vertrouwensbasis. Door zich ten opzichte van een cliënt in de positie van schuldeiser te plaatsen tast dit ook de vereiste onafhankelijkheid van de advocaat aan. Dit is in Gedragsregel 2 lid 1 tot uitdrukking gebracht.”

In deze zaak had de advocaat zekerheid voor de terugbetaling van de lening bedongen in de vorm van een recht van hypotheek op de woning van de cliënt en de advocaat behandelde een procedure die ging over deze woning. Het Hof van Discipline oordeelde:

“Het effect van een dergelijke belangenverstrengeling wordt nog versterkt indien de advocaat bovendien zekerheid bedingt op de onroerende zaak die voorwerp is van de procedure die hij voor zijn cliënt behandelt, zoals in het geval van verweerder en de door hypotheek verzekerde lening aan zijn cliënt P.”

Geld lenen van cliënt

In het tweede voorbeeld leende de advocaat in totaal € 183.000 van cliënten met wie de advocaat ook bevriend was. Het Hof van Discipline vond dat dit niet door de beugel kon:

“ Vaststaat dat verweerder geldleningen is aangegaan met cliënten, met wie hij tevens bevriend was. Het verweer dat het om vrienden ging en dat er daarom geen afhankelijkheidsrelatie in de zakelijke sfeer zou ontstaan, verwerpt de raad. Ook het argument dat het geen privé-leningen van vrienden betrof maar leningen, die via vennootschappen van vrienden liepen, maakt dit niet anders. Verweerder heeft zich door deze leningen in een afhankelijke positie gemanoeuvreerd waardoor een behoorlijke beroepsuitoefening in gevaar is gekomen.”[8]

Persoonlijke relatie

Tot slot een voorbeeld uit de relationele sfeer. Een advocaat treedt namens zijn zoon op tegen zijn voormalige ‘schoondochter’.[9]

Na een relatie van zes jaar gaan de zoon en de vriendin uit elkaar. De vader van de zoon legt onder andere beslag en start een gerechtelijke procedure. In de procedure vliegen de verwijten en beschuldigingen over en weer. De zoon wordt er onder andere van beschuldigd van vreemd gaan, hij zou verslaafd zijn aan wiet, hij zou een narcistische persoonlijkheidsstoornis hebben en hij zou zijn ex-vriendin ’s nachts lastig vallen met telefoontjes en sms-berichten. De ex-vriendin wordt neergezet als iemand die de ene dag heel lief voor de zoon was en de volgende dag zeer agressief kon doen tegen de zoon. Ook zou de ex-vriendin – zonder met de zoon te overleggen – een abortus hebben laten plegen om wraak te nemen voor het beëindigen van de relatie. Kortom, er wordt over en weer met modder gegooid.

Het Hof van Discipline overweegt dat een advocaat in zaken die samenhangen met een (verbroken) relatie ervoor moeten waken dat het niet escaleert. Hierbij hoort onder andere het zich onthouden van uitlatingen die de wederpartij naar redelijke verwachting als kwetsend zou ervaren.

Daarnaast kan een persoonlijke relatie met de cliënt de onafhankelijkheid van de advocaat in gevaar brengen. Dat was hier het geval:

“Uit de hierboven weergegeven feiten en omstandigheden blijkt in meer algemene zin dat de rechtsstrijd tussen partijen in hoge mate werd gekleurd door emoties, waarbij verweerder niet alleen werd gezien in de rol van advocaat, maar ook in die van vader van zijn zoon. […] Verweerder had in de omstandigheden van dit geval direct noch indirect de behartiging van de belangen van zijn zoon op zich moeten nemen.”


[1] Artikel 10a Advocatenwet.

[2] N.A.M.E.C. Fanoy, ‘De kernwaarden van Floris Bannier’, in: Stof tot overpeinzing, Liber amicorum voor Floris Bannier, Den Haag: Sdu 2011, p. 49.

[3] Kamerstukken II 2009-2010, 32 382, nr. 3, p. 7.

[4] Kamerstukken II 2009-2010, 32 382, nr. 3, p. 7.

[5] Kamerstukken II 2009-2010, 32 382, nr. 3, p. 8.

[6] Regel 14 lid 2 Gedragsregels 2018.

[7] Hof van Discipline 10 april 2015, ECLI:NL:TAHVD:2015:115.

[8] Hof van Discipline 21 maart 2016, ECLI:NL:TAHVD:2016:54.

[9] Hof van Discipline 27 november 2017, ECLI:NL:TAHVD:2017:233.

De kernwaarde onafhankelijkheid

Geheimhoudingsplicht voor advocaten

De geheimhoudingsplicht is één van de fundamentele beginselen voor het uitoefenen van het beroep van advocaat. Het is van het grootste belang dat een cliënt er onvoorwaardelijk op kan vertrouwen dat wat hij z’n advocaat vertelt tussen hen blijft.

In 2013 schreef ik al een blog over dit onderwerp, maar die is inmiddels wat achterhaald met de aanpassing van de Advocatenwet per 1 januari 2015 en de invoering van de Gedragsregels 2018. Alle reden om de geheimhoudingsplicht weer onder de loep te nemen.

Wettelijke basis

Sinds 1 januari 2015 is de geheimhoudingsplicht vastgelegd in de Advocatenwet en het is onderdeel van de kernwaarde vertrouwelijkheid (artikel 10a Advocatenwet):

In het belang van een goede rechtsbedeling draagt de advocaat zorg voor de rechtsbescherming van zijn cliënt. Daartoe is de advocaat bij de uitoefening van zijn beroep:

[…]

e. vertrouwenspersoon en neemt hij geheimhouding in acht binnen de door de wet en het recht gestelde grenzen.

Hoe ver gaat de geheimhoudingsplicht?

In principe is een advocaat ten aanzien van alles waarvan hij uit hoofde van zijn beroepsuitoefening kennis neemt tot geheimhouding verplicht. Meer specifiek betekent dit dat een advocaat moet zwijgen over:

  • bijzonderheden van door hem behandelde zaken,
  • de persoon van zijn cliënt en
  • de aard en omvang van de belangen van de cliënt.

Niet alleen geldt dit tijdens de duur van de zaak, maar ook nadat de zaak is afgehandeld.

Naast de advocaat zijn medewerkers en personeel van de advocaat en andere personen die betrokken zijn bij de beroepsuitoefening gebonden aan de geheimhoudingsplicht.

Ook als de advocaat de advocatuur vaarwel zegt of in dienst treedt bij een ander advocatenkantoor, blijft hij gebonden aan de geheimhoudingsplicht.

Uitzonderingen

De geheimhoudingsplicht is niet absoluut. Uitzonderingen zijn mogelijk.

Een eerste uitzondering is dat een advocaat vertrouwelijk verkregen kennis naar buiten toe mag gebruiken, maar alleen als is voldaan aan de volgende drie voorwaarden:

  1. een juiste uitvoering van de aan de advocaat opgedragen taak rechtvaardigt dit; en
  2. de cliënt heeft daartegen desgevraagd geen bezwaar; en
  3. het is in overeenstemming met de goede beroepsuitoefening.

De tweede uitzondering is dat de geheimhoudingsplicht niet geldt als een (voormalig) cliënt een procedure tegen de advocaat instelt. De advocaat moet zich namelijk wel kunnen verweren in een procedure. Hierbij geldt wel dat de advocaat de belangen van de (voormalig) cliënt niet onnodig of onevenredig mag schaden.

Gedragsregels 2018 gepubliceerd!

Gedragsregels 2018 gepubliceerd!

Iets later dan aangekondigd, zijn vanochtend dan eindelijk de Gedragsregels 2018 gepubliceerd.

Er is het nodige veranderd aan de gedragsregels en de toelichting daarop. Onder andere is het aantal gedragsregels is afgenomen van 39 naar 29. De opvallendste wijzigingen zijn op het eerste gezicht het afschaffen van de confraternele correspondentie en de mogelijkheid om nieuwe cliënten te werven via koppelsites.

In plaats van een statische toelichting, is dit keer gekozen voor een ‘levende toelichting’. Dit betekent dat de toelichting op de gedragsregels – dus niet de gedragsregels zelf! – kunnen worden aangepast als daar aanleiding toe bestaat.

De Gedragsregels 2018 gelden per direct en de Gedragsregels 1992 kunnen de prullenbak in.

De Gedragsregels 2018 met toelichting lees je hieronder, maar je kan ze ook downloaden om op een later moment rustig te lezen.

 

Lader Bezig met laden...
EAD logo Duurt het te lang?

Opnieuw laden Laad het document opnieuw
| Open Openen in nieuwe tab

Downloaden

 

Gedragsregels 2018 gepubliceerd!

Nieuwe gedragsregels advocatuur vastgesteld

Ladies and gentlemen, we got them: nieuwe gedragsregels!

Op valentijnsdag stelde de commissie Loorbach, na enig uitstel, de nieuwe gedragsregels voor de advocatuur (‘Gedragsregels 2018’) vast.

Je zou verwachten dat de Nederlandse Orde van Advocaten de Gedragsregels 2018 met trots ronddeelt en meteen op haar website zet. Maar nee, tot op heden staan enkel nog de oude regels online:

gedragsregels advocaten advocatuur

Volgens een nieuwsbericht van het Advocatenblad worden de Gedragsregels 2018 pas komende maandag 19 februari a.s. gepubliceerd. Wel gelden ze vanaf 14 februari. Later deze maand verschijnen de gedragsregels ook in het Advocatenblad.

Opvallend is dat, voor wat betreft de toelichting op de gedragsregels, wordt gekozen voor een ‘levende toelichting’ (wie heeft die term bedacht?). Dit betekent dat de toelichting – dus niet de gedragsregels – tussentijds kan worden aangepast naar de gewijzigde opvattingen of naar aanleiding van tuchtrechtelijke uitspraken die verduidelijken wat de strekking is van een bepaalde gedragsregel.

Het is dus nog even afwachten hoe de precieze gedragsregels luiden. Wordt vervolgd.

%d bloggers liken dit: