door Jeroen Veldhuis | 31 jan 2017 | Programma KEI, Rechtspraak
Hoge Raad
De Hoge Raad is de hoogste Nederlandse rechter voor civiele, fiscale en strafzaken. De Hoge Raad is cassatie rechter en heeft tot doel het bevorderen van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling en rechtsbescherming. In cassatie komen alleen rechtsvragen aan de orde komen en er vindt dus geen onderzoek plaats naar de feiten.
Digitaal procederen
De Hoge Raad gaat per 1 maart a.s. in civiele vorderingszaken digitaal procederen. Dit is een uitvloeisel van het Programma KEI. Het doel van het programma KEI is enerzijds het vereenvoudigen van de gerechtelijke procedures bij de burgerlijke rechter en de bestuursrechter en anderzijds het zoveel mogelijk digitaliseren van deze procedures.
Voor dagvaardingszaken die zijn gestart voor 1 maart 2017 geldt de huidige ‘papieren’ procedure en dit geldt vooralsnog ook voor verzoekschriftzaken. In de toekomst zullen alle cassatiezaken digitaal gevoerd worden.
Nieuw procesrecht
Niet alleen zullen per 1 maart a.s. processtukken en correspondentie digitaal worden uitgewisseld, maar dan ook geldt het nieuwe burgerlijk procesrecht. Dit betekent onder andere dat cassatie wordt ingesteld door het indienen van een procesinleiding in het webportaal van de Hoge Raad (in plaats van het betekenen van de cassatiedagvaarding door een deurwaarder).
Om alles in goede banen te leiden, is er een nieuw procesreglement vastgesteld.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 11 nov 2016 | Rechtspraak
Dit is het tweede deel van het tweeluik over situaties waarin geen griffierecht verschuldigd is. In het eerste deel besprak ik welke procespartijen geen griffierecht verschuldigd zijn. Dit tweede deel gaat over de processuele handelingen waarvoor geen griffierecht verschuldigd is.
Verweerschrift in kanton- en pachtzaken
Voor het indienen van een verweerschrift bij de kantonrechter en de pachtkamer bij de rechtbank is geen griffierecht verschuldigd. Dit is lijkt misschien hetzelfde als de in het eerste deel besproken gedaagde bij de kantonrechter en de pachtkamer. Maar dat is het niet. Het gaat hier om de verzoekschriftprocedure. Verweerschriften worden namelijk ingediend in zaken die beginnen met het indienen van een verzoekschrift. In het eerste deel ging het om procedures die beginnen met het betekenen van een dagvaarding.
Eis in reconventie
Vaak meent iedere partij dat hij een vordering op de ander heeft. Als één partij een procedure begint, dan zal de andere partij in dezelfde procedure een tegenvordering indienen (een zgn. eis in reconventie). Voor het indienen van een eis in reconventie is geen griffierecht verschuldigd en hetzelfde geldt voor het indienen van verweer tegen de reconventionele vordering.
Hoger beroep en cassatie
In hoger beroep en in cassatie is alleen de partij die als eerste hoger beroep of als eerste cassatie instelt griffierecht verschuldigd. Besluit de andere partij om ook in hoger beroep (of cassatie) te gaan – dat kan in dezelfde procedure en heet incidenteel hoger beroep of incidenteel cassatieberoep – dan is deze partij geen griffierecht verschuldigd. Verweert de ander zich in het incidenteel hoger beroep / incidenteel cassatieberoep dan is hij hiervoor ook geen griffierecht verschuldigd.
Belanghebbenden met zelfstandig verzoek
In een verzoekschriftprocedure kunnen ook belanghebbenden zich in de procedure mengen. Als zij een zelfstandig verzoek indienen, is geen griffierecht verschuldigd. Dit geldt ook voor de verweerder tegen dit zelfstandige verzoek.
Rekenprocedure
Bepaalde personen, zoals een curator, bewindvoerder of vennoot, moeten rekening en verantwoording afleggen voor hun (financieel) beleid. Het kan voorkomen dat rekening en verantwoording moet worden afgelegd, maar niet alle belanghebbenden bekend en/of aanwezig zijn. Voor die gevallen is de rekenprocedure in het leven geroepen. Voor deze procedure is geen griffierecht verschuldigd door degene die de procedure begint en ook niet voor degene die in deze procedure verweer voert.
Verzoekschrift tijdens lopende procedure
Dien je tijdens een lopende procedure een verzoekschrift in en heeft dit verzoek betrekking op dat geding, dan is geen griffierecht verschuldigd. Een voorbeeld hiervan is dat je een vordering hebt ingesteld tegen een afnemer, omdat je facturen niet worden betaald. Tijdens deze procedure dien je een verzoek in om conservatoir beslag te mogen leggen op de bankrekening van de ander. Mocht je wederpartij worden gehoord en verweer voeren voordat de rechter toestemming geeft om beslag te mogen leggen, dan is hij ook geen griffierecht verschuldigd.
Nakosten
Nakosten zijn kosten die worden gemaakt nadat de rechter een eindvonnis heeft gewezen. Hierbij moet je denken aan kosten om de toegewezen geldvordering te incasseren. De belanghebbende partij kan de rechter verzoeken om deze nakosten te begroten. Voor de indiening van dit verzoek is geen griffierecht verschuldigd en hetzelfde geldt voor het voeren van verweer tegen dit verzoek.
Eigen verzoek tot faillissement
Vaak vraagt een schuldeiser het faillissement van zijn niet betalende debiteur aan. Maar je kan ook zelf een verzoek tot failliet verklaring indienen. Hiervoor ben je geen griffierecht verschuldigd. Dit geldt ook voor het instellen van een rechtsmiddel, zoals hoger beroep, tegen de afwijzing van dit verzoek.
WSNP
Voor het indienen van een verzoekschrift tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (WSNP) is geen griffierecht verschuldigd. Dit geldt ook voor het instellen van een rechtsmiddel, zoals hoger beroep, tegen de afwijzing van dit verzoek.
De Hoge Raad heeft bepaald dat ook geen griffierecht verschuldigd is voor personen die zijn toegelaten tot de WSNP en die opkomen tegen een beslissing van de rechter over de beëindiging van de WSNP of over de wijziging van de termijn van de WSNP. De Hoge Raad lijkt van mening te zijn dat iemand die is toegelaten tot de WSNP geen griffierecht verschuldigd is als een procedure betrekking heeft op de WSNP. De rechtbank Limburg is deze mening ook toegedaan en oordeelt op 24 juli 2020 dat geen griffierecht verschuldigd is bij hoger beroep tegen een beslissing van de rechter-commissaris in de schuldsaneringsregeling.
Rangschikking
Het kan voorkomen dat schuldeisers het niet eens worden over de verdeling van de opbrengst van de executie van een gerechtelijke uitspraak. In dat geval kan één de voorzieningenrechter (rechter in kort geding) verzoeken om een rechter-commissaris te benoemen die de opbrengst zal verdelen. Voor een dergelijk verzoek tot rangschikking is geen griffierecht verschuldigd.
Dit was het tweede deel van het tweeluik over situaties waarin geen griffierecht verschuldigd is. Dit overzicht is gebaseerd op de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) en is geen uitputtend overzicht. Op basis van andere wetten, ministeriële regelingen of gerechtelijke uitspraken kan het zijn dat geen griffierecht verschuldigd is.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 5 nov 2016 | Procesrecht, Rechtspraak
Griffierecht is een bijdrage van procespartijen aan de kosten van de rechtspraak. Griffierecht ben je verschuldigd als je verschijnt in een gerechtelijke procedure. Dat is de hoofdregel. Maar geen hoofdregel zonder uitzonderingen. Dit is het eerste van twee blogs dat over deze uitzonderingen gaat.
In dit blog behandel ik de procespartijen die geen griffierecht verschuldigd zijn. In een volgend blog komen de processuele handelingen waarvoor geen griffierecht verschuldigd is aan bod.
Kantonrechter en pachtzaken
De bekendste uitzondering is waarschijnlijk de gedaagde in een procedure bij de kantonrechter. De kantonrechter behandelt zaken geldvorderingen tot € 25.000, consumentenkredietzaken tot € 40.000 en zaken die ongeacht de hoogte van de vordering tot zijn bevoegdheid horen. In deze laatste categorie vallen onder andere consumentenkoopzaken, huurzaken, arbeidszaken en zaken over CAO’s.
Het komt voor dat een procedure bij de sector civiel van de rechtbank wordt verwezen naar de kantonrechter. Omdat een gedaagde bij de kantonrechter geen griffierecht verschuldigd is, wordt het betaalde griffierecht in dat geval aan de gedaagde terugbetaald.
Pachtkamer
Ook gedaagden in een procedure bij de pachtkamer van de rechtbank zijn geen griffierecht verschuldigd.
Verzet
Verschijnt een gedaagde niet in de procedure, dan zal de rechter verstek verlenen en een verstekvonnis wijzen. Daartegen kan een gedaagde in verzet komen. Hoe dit in z’n werk gaat lees je in dit blog. Omdat de oorspronkelijk eiser al griffierecht betaald heeft, hoeft hij dat niet nogmaals te betalen als hij in de verzetprocedure verschijnt. Gaat het om een kantonprocedure of een procedure bij de pachtkamer, dan is de partij die verzet instelt geen griffierecht verschuldigd (zie hierboven).
Derdenverzet
Iemand die geen procespartij is, kan toch verzet aantekenen tegen een vonnis. Voorwaarde is dat het vonnis deze persoon in zijn rechten benadeelt. Dit heet derdenverzet. Wordt derdenverzet ingesteld, dan hoeven de oorspronkelijke procespartijen niet (nogmaals) griffierecht te betalen. De partij die derdenverzet instelt, is wel griffierecht verschuldigd.
Vrijwaring
Soms meent een gedaagde dat, mocht hij iets aan de eiser moeten betalen, dat hij de rekening kan doorschuiven naar een andere partij. Dit kan hij doen door deze partij in vrijwaring op te roepen. Word je partij in een vrijwaringsprocedure en ben je in de hoofdzaak al griffierecht verschuldigd, dan ben je in de vrijwaringszaak niet nog een keer griffierecht verschuldigd.
Voeging
Is een partij niet bij een procedure betrokken, maar heeft hij er belang bij om samen met de gedaagde op te trekken, dan kan hij voeging vorderen. Wordt deze vordering toegewezen en voegt hij zich aan de zijde van een gedaagde in een kantonprocedure of een pachtzaak, dan is deze gevoegde partij geen griffierecht verschuldigd.
Prejudiciële vraag
Door het stellen van een prejudiciële vraag kunnen lagere rechters van de Hoge Raad een richtinggevende uitspraak krijgen over rechtsvragen die veelvuldig voorkomen. Geen enkele (rechts)persoon die in een prejudiciële procedure verschijnt, is griffierecht verschuldigd.
Openbaar Ministerie
Als het Openbaar Ministerie ambtshalve optreedt in in civiele zaken, dan is zij geen griffierecht verschuldigd. Voorbeelden hiervan zijn een vordering tot benoeming van een vereffenaar in een onbeheerde nalatenschap en een verzoek tot een civielrechterlijk bestuursverbod.
Dit was het eerste deel van het tweeluik over situaties waarin geen griffierecht verschuldigd is. Deel twee volgt binnenkort. Dit overzicht is gebaseerd op de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) en is geen uitputtend overzicht. Op basis van andere wetten en ministeriële regelingen kan het zijn dat een procespartij geen griffierecht verschuldigd is.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Recente reacties