door Jeroen Veldhuis | 7 aug 2015 | Incasso, Rechtspraak
Wordt een vordering niet betaald, dan is de schuldenaar (vaak) ook rente en incassokosten verschuldigd. Als een vervolgens (deel)betaling wordt gedaan, dan strekt die betaling in eerste instantie in mindering op “de kosten”, vervolgens in mindering op de rente en tenslotte in mindering op de hoofdsom en de lopende rente. Dit is geregeld in artikel 6:44 BW en wordt de “imputatieregel” genoemd.
Lange tijd was er discussie over de vraag of de buitengerechtelijke incassokosten ook onder het begrip “de kosten” vallen. Rechtbanken en gerechtshoven oordeelden hier verschillend over. In haar arrest van 10 juli 2015 maakt de Hoge Raad een eind aan deze discussie.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 16 jun 2014 | Algemeen, Consument, Incasso, Verbintenissenrecht
Afgelopen vrijdag, 13 juni 2014, maakte de Hoge Raad een einde aan de discussie of er na de veertiendagenbrief bij consumentenincasso’s nog een brief moet worden verzonden, voordat de consument incassokosten verschuldigd is.
In mijn blog van 13 maart 2014 schreef ik over de verwarring die het rapport BGK Integraal van 7 oktober 2013 met zich meebracht. In afwijking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 september 2013 vond ‘de Rechtspraak’ dat er na het versturen van de veertiendagenbrief minimaal nog één incassohandeling moet worden verricht. Dit was voor een Arnhemse kantonrechter aanleiding om de volgende prejudiciële vraag aan de Hoge Raad voor te leggen:
Dient art. 6:96 lid 6 BW aldus te worden uitgelegd dat na het verzenden van de daarin genoemde veertiendagenbrief vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is verschuldigd, dus zonder dat de crediteur na het verzenden van die (veertiendagen)brief nog een nadere incassohandeling verricht?
Afgelopen vrijdag beantwoordde de Hoge Raad deze vraag ontkennend:
beantwoordt de prejudiciële vraag aldus dat art. 6:96 lid 6 BW aldus moet worden uitgelegd dat, indien de schuldeiser in redelijkheid tot het verrichten van incassohandelingen is overgegaan en de daarin genoemde veertiendagenbrief aan de consument-schuldenaar heeft gestuurd, bij uitblijven van de betaling binnen de termijn van veertien dagen de in het Besluit genormeerde vergoeding voor buitengerechtelijke incassohandelingen door de consument-schuldenaar verschuldigd wordt, zonder dat de schuldeiser gehouden is daartoe nog nadere incassohandelingen te verrichten
Hiermee is er eindelijk duidelijkheid voor consumentenincasso’s: betaal je niet binnen de 14 dagen die je gegund worden dan ben je incassokosten verschuldigd.
De hoogte van de incassokosten is gekoppeld aan de hoogte van de onbetaald gelaten hoofdsom. In het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is de volgende rekenwijze opgenomen (zie tabel 1).
15% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de eerste € 2500 |
minimum € 40 maximum € 375 |
10% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 2500 |
maximum € 250 |
5% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 5000 |
maximum € 250 |
1% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 190.000 |
maximum € 1.900 |
0,5% over het meerdere van de hoofdsom |
maximale incassokosten € 6.775 |
Tabel 1
De minimumvergoeding bedraagt € 40. Dit betekent dat voor vorderingen tot € 266,67 er € 40 aan incassokosten in rekening mag worden gebracht.
Voor een vordering met een hoofdsom van € 25.000 kan derhalve maximaal € 1.025 aan buitengerechtelijke incassokosten in rekening worden gebracht. En voor een vordering met een hoofdsom van € 14.000 kan er maximaal € 915 aan incassokosten worden gerekend.
Het maximum aan incassokosten wordt bereikt bij een vordering van € 1 miljoen, waarvoor maximaal dan € 6.775 aan incassokosten mag worden berekend. Bedraagt de vordering bijvoorbeeld € 2 miljoen, dan blijven de maximale incassokosten € 6.775.
Wat veel mensen niet weten, is dat na afloop van een jaar (periode van 12 maanden) waarover de rente is berekend, je de rente van dat jaar bij de hoofdsom mag optellen. Dat betekent dat als de incasso langer dan één jaar duurt, je een hoger bedrag aan incassokosten in rekening mag brengen (tenzij je natuurlijk niet boven de € 266,67 uitkomt of aan het maximum zit).
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 9 okt 2013 | Consument, Deurwaarder, Incasso, Ondernemen, Verbintenissenrecht
Wil je bij het incasseren van vorderingen op consumenten aanspraak kunnen maken op incassokosten, dan moet er een brief worden verzonden waarin de consument een laatste termijn van 14 dagen wordt geboden om alsnog de vordering te voldoen. Dit wordt de ‘veertiendagenbrief’ genoemd. Meer informatie over de veertiendagenbrief vind je hier.
In de praktijk bestond er onduidelijkheid en discussie over de vraag of er na het versturen van deze brief nog incassohandelingen moeten worden verricht, voordat de consument daadwerkelijk incassokosten verschuldigd is.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 16 mei 2013 | Algemene voorwaarden, Incasso, Ondernemen, Verbintenissenrecht
In de meest recente editie van het vakblad De Creditmanager, uitgegeven door de Vereniging voor Credit Management (VVCM), staat mijn artikel over de gevolgen van de Wet Incassokosten en de implementering van de Europese Richtlijn van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 31 jan 2013 | Beslagrecht, Deurwaarder, Incasso, Procesrecht
In het Advocatenblad dat vandaag bij alle advocaten in Nederland op de mat ploft, staat in de rubriek “Even opfrissen’ een artikel van mij. Deze rubriek heeft als insteek – de naam zegt het al – het opfrissen van juridische kwesties die zijn weggezakt.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 8 nov 2012 | Incasso, Ondernemen, Verbintenissenrecht
Uit een recente uitspraak van de rechtbank Arnhem blijkt maar weer eens dat het goed is om je sommatiebrief goed in te richten.
Doe je dat niet dan kunnen de gevolgen verstrekkend zijn.
Waar ging het over?
In deze kwestie ging de discussie over de vraag of de vordering van de eisende partij is verjaard. Verjaring houdt in dat je je vordering niet meer via de rechter kan afdwingen. Je vordering vervalt dus niet, maar je bent overgeleverd aan de goedheid van je debiteur en daar is – zeker in de huidige tijd – vaak wel wat op aan te merken.
De verjaringstermijn van een vordering tot betaling van een geldsom is vijf jaar. Deze termijn kan onder andere worden gestopt door een goede sommatiebrief. Als de termijn wordt gestuit, begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen. Meer informatie over verjaring vind je hier.
Een sommatiebrief moet niet alleen de mededeling bevatten dat je een vordering op je debiteur hebt. Je moet ondubbelzinnig duidelijk maken dat je ook na verloop van de verjaringstermijn van vijf jaar je recht op betaling nog geldend wil kunnen maken. De ratio hiervan is dat de schuldenaar voldoende is gewaarschuwd dat hij er ook na het verstrijken van de verjaringstermijn rekening mee moet houden dat hij de beschikking behoudt over zijn gegevens en bewijsmateriaal, zodat hij zich tegen een dan mogelijk alsnog door de schuldeiser ingestelde vordering behoorlijk kan verweren.
In de kwestie waarover de Arnhemse rechtbank moest oordelen stond in een sommatiebrief:
“Ik verzoek en zonodig sommeer ik u dan ook over te gaan tot betaling van het verschuldigde bedrag per 31 december 2007 (…). Bij gebreke van een inhoudelijke reactie uwerzijds binnen veertien dagen zal ik genoodzaakt zijn u in rechte te betrekken teneinde het verschuldigde bedrag inclusief kosten en rente alsnog op u te verhalen.”
De rechter oordeelde deze brief niet te zien als het verrichten van handelingen waarin eiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Het gevolg was dat de verjaring niet was gestuit (en daarmee verjaard is) en dus werd de vordering afgewezen.
Conclusie
Gezien de verregaande gevolgen is het raadzaam om stil te staan bij de inhoud van je sommatiebrief, met name als het einde van de verjaringstermijn nadert. Neem in dat geval uitdrukkelijk op dat de brief op dat deze – eventueel naast het sommeren tot betaling – tot doel heeft om de verjaring te stuiten.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 2 nov 2012 | Algemene voorwaarden, Consument, Incasso, Ondernemen, Verbintenissenrecht
Sinds 1 juli 2012 geldt er een nieuwe wettelijke regeling over het in rekening brengen van buitengerechtelijke incassokosten. In de praktijk merk ik dat er nog veel onduidelijkheid is over deze regeling. In dit blog hoop ik deze onduidelijkheid weg te nemen.
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
door Jeroen Veldhuis | 27 dec 2011 | Incasso, Verbintenissenrecht
Het recht van reclame behelst het recht dat de verkoper heeft om, indien de koopprijs niet (geheel) wordt betaald, de geleverde zaken (deels) terug te vorderen ook als er geen eigendomsvoorbehoud is overeengekomen. Hiervoor moet je grofweg aan de volgende vereisten voldoen:
(meer…)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Recente reacties