Op 4 maart jl. wees het Gerechtshof Den Haag een arrest (vonnis in hoger beroep) waarbij degene die in hoger beroep is gegaan (appellant) niet-ontvankelijk is, maar de gedaagde (geïntimeerde) de proceskosten moet betalen.[1]

De casus was als volgt…

Casus

A procedeert tegen de Vereniging van Eigenaren (VVE). A is in hoger beroep gekomen van een tussenvonnis en heeft de VVE gedagvaard tegen de zitting van 5 maart 2013. De advocaat van A realiseert zich dat het niet mogelijk is van dit tussenvonnis in hoger beroep te komen. Op 1 februari 2013 meldt hij dit schriftelijk aan de rechtbank en hij trekt het hoger beroep in.

Einde oefening, zou je zeggen. Maar, de VVE maakt gebruik van haar recht om als gedaagde partij de zaak zelf aanhangig te maken. Vervolgens vraagt zij om veroordeling van A in de proceskosten van in totaal € 1.560.

Het gerechtshof is niet gediend van deze handelwijze en oordeelt:

Het hof overweegt, dat nu [appellant] de VVE ruimschoots vóór de eerst dienende dag ervan op de hoogte heeft gesteld de appeldagvaarding in te trekken en overigens niet aannemelijk is dat van enige kosten ter zake van het hoger beroep daterend van vóór dat tijdstip van intrekking sprake is geweest, niet valt in te zien waarom [appellant] kosten ter zake van dit hoger beroep aan de VVE zou moeten vergoeden. De door de VVE gevorderde kosten zullen daarom worden afgewezen.

Je denkt misschien dat het jammer is voor de VVE, maar niet geschoten is altijd mis. Maar het gerechtshof is nog niet klaar:

Daar [appellant] zijn vordering in hoger beroep heeft ingetrokken, dient hij in zijn hoger beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard. Omdat de VVE de zaak heeft aangebracht uitsluitend met het oog op de proceskosten (de VVE heeft geen incidenteel appel ingesteld) en zij in dat kader als de in het ongelijk te stellen partij heeft te gelden, zal de VVE worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, waaronder begrepen de (nog te maken) nakosten waarvoor onderstaande veroordeling een executoriale titel geeft (HR 19 maart 2010, LJN BL1116). Ingevolge artikel 237, derde lid Rv blijft de vaststelling van de proceskosten door het hof in dit arrest beperkt tot de vóór de uitspraak gemaakte kosten. De wettelijke rente over deze kosten is toewijsbaar als na te melden.

Misbruik van recht

Deze uitspraak van het gerechtshof juich ik toe. Naar mijn mening is dit is een typisch geval van misbruik van procesrecht door de VVE. Het enige doel is immers om de ander onnodig op kosten te jagen. De VVE krijgt daarom geheel terecht het deksel op de neus en mag ook nog eens de proceskosten van A betalen (€ 1.193).

De hele uitspraak kan je hier nalezen.


[1] Gerechtshof Den Haag 4 maart 2013, ECLI:NL:GHDHA:2014:457.

Geverifieerd door MonsterInsights