Deze vraag speelde zich af in de zaak die heeft geleid tot een recente uitspraak van 24 juli 2012 het gerechtshof Leeuwarden (LJN: BX2709).

Casus

In deze kwestie spelen de volgende partijen een rol:

– Actium      : schuldeiser en beslaglegger

– Wildeboer: debiteur

– SGU              : werkgever van Wildeboer

Actium heeft een vordering op Wildeboer en heeft daarvoor bij de rechtbank Assen een vonnis gekregen. In het kader van de executie van het vonnis heeft Actium op 8 april 2009 onder SGU executoriaal beslag gelegd op het salaris van Wildeboer voor een bedrag van € 8.718,67.

Op 14 oktober 2009 heeft SGU een verklaring derdenbeslag[1] afgelegd en heeft zij verklaard dat er maandelijks € 566,76 onder het beslag valt.

SGU heeft op 14 oktober 2009 een bedrag ad. € 1.328,27 aan Actium betaald, waarvan € 1.000 aan hoofdsom en € 328,27 aan proceskosten. Ook heeft SGU met ingang van oktober 2009 maandelijks € 566,76 aan Actium afgedragen.

Actium is van mening dat SGU vanaf de datum van beslaglegging (8 april 2009) gelden had moeten reserveren, terwijl SGU meent dat zij vanaf de datum van haar verklaring (14 oktober 2009) te verschuldigde bedragen diende te reserveren en af te dragen.

Actium laat het er niet bij zitten en dagvaart SGU. In eerste instantie wijst de kantonrechter te Zwolle de vordering van Actium af. De kantonrechter oordeelt dat er geen rechtsgrond is op basis waarvan Actium jegens SGU aanspraak kan maken op uitbetaling van het door het beslag getroffen loon van Wildeboer vanaf 8 april 2009.

Actium gaat in hoger beroep en klaagt erover dat de kantonrechter niet tot dit oordeel had kunnen en mogen komen. Het gerechtshof geeft Actium gelijk en wel om de volgende redenen:

(i) het uitgangspunt in het beslagrecht is de regel dat het beslag blokkerende werking heeft. Het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) bepaalt hierover dat, met betrekking tot het derdenbeslag, een in weerwil van het beslag gedane betaling nadat het beslag is gelegd, niet tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen;[2]

(ii) weliswaar ontstaat de daadwerkelijke afdrachtplicht pas nadat SGU haar verklaring heeft gedaan, maar dat laat onverlet dat vanaf dat moment de verplichting tot afdracht van de beslagen gelden aan Actium zich met terugwerkende kracht uitstrekt over de gelden die SGU gehouden was vanaf het moment van beslaglegging onder zich te houden. Dit betekent dat SGU gehouden is de beslagen gelden (lees: het salaris) over de periode april 2009 tot en met september 2009, alsmede het vakantiegeld aan Actium te betalen.

Conclusie

Wordt er loonbeslag gelegd dan moet je de gelden – na aftrek van de beslagvrije voet – reserveren vanaf de datum van beslaglegging totdat je de verklaring derdenbeslag hebt afgelegd. Vervolgens moet je de gereserveerde bedragen afdragen.

Doe je dat niet dan leidt dat enkel tot extra kosten, omdat je kansloos bent in een procedure. Daarnaast moet je alsnog het geld betalen over de periode vanaf het leggen van het beslag tot de daadwerkelijke afdracht, terwijl je dit ook al aan je werknemer hebt betaald.

 


[1] Artikel 476a Rv.

[2] Artikel 475h Rv gelezen in relatie met artikel 475 lid onder a Rv.

Geverifieerd door MonsterInsights